Martin Fuchs: "bij Leone Jei was het liefde op eerste zicht!"

Martin Fuchs: "bij Leone Jei was het liefde op eerste zicht!"

Dat er niet alleen witte paarden in sprookjes bestaan, bewijst de machtig springende schimmel van Martin Fuchs. De carrière van Leone Jei startte net zo explosief als dat hij springt. Dit leverde inmiddels talloze successen op op het hoogste niveau én de winst in de prestigieuze en hoog gedoteerde Rolex Grand Prix’s van Spruce Meadows en Genève. Wat maakt een paard een potentieel Grand Prix-paard, wat voor paarden heeft de sport nodig en wat doet Martin Fuchs op een ‘normale’ dag? We gingen in gesprek met de Zwitserse topruiter.

De 31-jarige Martin Fuchs heeft zijn talent niet van een vreemde. Als zoon van de internationale springruiter Thomas Fuchs en het neefje van de vijfvoudige olympische springruiter Markus Fuchs, kreeg hij de paardensport met de paplepel ingegoten. Of dat extra druk met zich meebrengt, daarover is hij duidelijk: “Absoluut niet. Ik voel geen extra druk of nadelen dat ik uit een paardenfamilie kom. Ik zie echt alleen maar voordelen. Ik heb altijd de juiste training gehad, de juiste paarden en van kleins af aan de juiste omstandigheden. Dat heeft mij enorm geholpen en daar ben ik heel dankbaar voor.” 

Leone Jei
Het was liefde op het eerste gezicht voor Martin Fuchs en Leone Jei, de Baltic VDL-zoon (uit Dara ster prest IBOP-spr PROK van Corland), gefokt door wijlen Gijs van Mersbergen uit Udenhout. “Ik was meteen echt gek van hem.” Het begon allemaal met een belletje van Emiel Hendrix vijf jaar geleden. “Emiel wist dat één van mijn eigenaren een Grand Prix-paard voor mij zocht. Hij vertelde dat hij een heel speciaal paard had gekocht in Nederland, dat hij het paard al een geruime tijd had gevolgd en zeker wist dat dit een hele bijzondere zou zijn.”

Via Stal Hendrix naar Zwitserland 
En dat paard bleek Leone Jei te zijn. De schimmel ging toentertijd nog door het leven als Hay El Desta Ali, en hij was opgeleid door Koen Leemans. “Een week later zijn we naar Nederland afgereisd. Ik heb hem daar twee dagen gereden, een dag binnen en een dag buiten.” Nadat de deal rond was verhuisde Leone Jei echter niet direct naar Zwitserland. “De eerste paar maanden hebben we Leone bij Emiel gelaten. Hij heeft in Sophie Hinners een fantastische stalamazone. Zij heeft Leone een paar maanden onder haar hoede gehad en heel goed werk geleverd.”  

Klaarstomen voor het EK 
Als achtjarige sprong Leone Jei enkele internationale wedstrijden. “Hij sprong misschien één of enkele Grands Prix, meer vond ik niet nodig. Het jaar erop waren er twee internationale kampioenschappen.” Dat was in 2021, waarin zowel de Olympische Spelen van Tokyo als het Europees Kampioenschap in het Duitse Riesenbeck plaatsvonden. “Met Clooney wilde ik naar de Spelen, en Leone wilde ik klaar hebben voor het EK. Dus daarom nam ik hem in het begin van dat jaar mee naar Wellington. In die tweeënhalve maand liet hij zien echt alles in zich te hebben voor een potentieel 5*-Grand Prix-paard.

Grote wedstrijden
We begonnen in de 3*-Grands Prix, waarin hij zich klasseerde en eindigde als achtste in zijn eerste 5*-1.60m-Grand Prix. En vanaf dat moment heeft hij zo veel grote wedstrijden gesprongen met hele goede resultaten.” Het EK in Riesenbeck (2021) is daar absoluut een voorbeeld van. Het was het allereerste internationale kampioenschap voor Leone Jei, waar hij huiswaarts keerde met Europees teamgoud en individueel zilver. De hoge verwachtingen die veel mensen van hem hadden waren volkomen terecht, een nieuwe superster was geboren. 

Meer dan een miljoen in twee jaar tijd 
Voorafgaand aan het EK in Riesenbeck sprong Leone Jei op indrukwekkende wijze tweemaal foutloos in de Nations Cup-wedstrijd voor thuispubliek van St. Gallen, na Riesenbeck werd hij in zijn eerste Rolex Grand Prix achtste, op de heilige grond van CHIO Aken. Eind 2021 was daar de overwinning in de Rolex Grand Prix van Genève, opnieuw voor thuispubliek. Daarmee verdiende de imponerende schimmel maar liefst 315.000 euro. Een schijntje vergeleken met de 1 miljoen Canadese dollar, zo’n 685.000 euro, die Martin Fuchs na het winnen van Spruce Meadows afgelopen september kon laten bijschrijven. In totaal heeft de Baltic VDL-zoon al ruim 1,3 miljoen euro aan prijzengeld bij elkaar gesprongen. En dat in slechts drie jaar tijd. 

Rust bewaren en vertrouwen geven 
“Ik houd van paarden met veel bloed, en natuurlijk met veel vermogen. Als een paard wat moeilijker is, of een wat moeilijker temperament heeft, vind ik dat niet erg. Ik heb ze zelfs graag iets aan de moeilijke kant, want de wat specialere lijken vaak de betere paarden in de ring. Soms duurt de opleiding ietsje langer daardoor, maar dat hoeft zeker niet, vooral niet als ze veel talent hebben. Ik laat de paarden zo veel mogelijk in hun waarde. Schudden ze graag met hun hoofd? Dan laat ik ze dat gewoon doen. Zijn ze nerveus? Dan probeer ik ze zo veel mogelijk vertrouwen te geven. Daarnaast wil ik vooral hun sterke punten inzetten en gebruiken in de training en mij niet te veel zorgen maken over hun verbeterpunten of zwaktes.”

Rustig mogelijk beginnen
En hoe gaat Martin Fuchs om met het temperament van Leone Jei? Hij begint te lachen: “Ja, Leone heeft veel bloed. Mijn taak is dat ik moet zorgen dat hij rustig en ontspannen blijft in het losrijden. Want hoe meer ik doe, hoe meer het bloed naar boven komt. Daarom stap ik heel veel tijdens het losrijden, zet hem af en toe even stil, zodat hij eventuele spanning los kan laten en een keer goed kan uitademen. Het helpt hem niet om maar te blijven galopperen en te blijven springen, dan bouwt het bloed te veel in hem op. Hij zou absoluut nooit moe worden, maar het is voor hem het beste om zo rustig mogelijk te beginnen aan zijn parcours.” 

Blik op Parijs 
Met het oog op de Spelen van volgend jaar heeft Martin Fuchs meerdere ijzers in het vuur. “Ik heb nu drie kampioenschapspaarden, Leone Jei, Conner Jei en Commissar Pezi. Alle drie wil ik klaar hebben voor Parijs en dan beslis ik uiteindelijk op het laatste moment welke van de drie er mee naar de Spelen gaat. Ik besef mij heel goed hoe veel geluk ik daarmee heb en ben de eigenaren van mijn paarden daar ook heel erg dankbaar voor.” 


bron: KWPN.nl