Waarom we (wel) fier moeten zijn op onze Belgische springduivels

Waarom we (wel) fier moeten zijn op onze Belgische springduivels
Gisteren lazen we ergens, op een medium dat België zich zou moeten schamen met een elfde plaats in de teamranking. Dat was hard om te lezen, maar is het ook waar? Nee, integendeel we moeten fier zijn op onze Belgische springduivels. Het is even geleden, maar toen we het lazen voelden we een opiniestukje opborrelen.

Hoe innoverend is de Belgische springsport? Teamchef Peter Weinberg kiest voor jong talent en legde voor deze FEI Wereldruiterspelen in Tryon zijn vertrouwen, niet alleen in jonge ruiters maar ook jonge paarden. En dat hoort ook zo, denken we dan. Jeugdige talenten zoals Jos Verlooy en Nicola Philippaerts hebben  - gezien hun leeftijd - al heel wat kilometers op de teller in het zadel, maar zo'n kampioenschap is nog net een tikkeltje anders. Zelf de ervaren top ruiter, en wereld nummer één, Harrie Smolders vond het niveau uitermate moeilijk.

Bovendien laten die twee jongste ruiters nu net gisteren de twee ronde foutloos te hebben afgewerkt. Nicola Philippaerts kwalificeerde zich zelf voor de individuele finale.

Dankzij deze aanpak werkt de Belgische federatie en springsport aan de toekomst en dan is het resultaat lang zo slecht niet. Nu de voorzitter, Stephan Detry, op z'n woorden wordt genomen dat België de beste ruiters en paarden zou hebben is het even tijd om Mr. Detry bij te staan.

Heb je Pieter Devos' Espoir (Surcouf de Revel) of Niels Bruynseels' Cas de Liberte zien springen? Of gewoon al even het palmares van deze paarden erbij gehaald?  Helaas beslissen er heel veel componenten over de prestaties op zo'n Wereldkampioenschap: het weer, de lange afstand, tijdsverschil, andere pistes, andere manier van parcours bouwen, enz.

Dat er een algemene teleurstelling heerst, dat is een feit. Juist daarom is de Belgische samenhorigheid belangrijker als ooit. #WEAREBELGIUM en weet je? We zijn er verdomd trots op!