Robin Foster, een gedragsdeskundige uit Amerika, heeft onderzoek gedaan of paarden ook stress kunnen hebben van hun werk. Het onderzoek van Foster loopt nog steeds, maar ze heeft wel al enkele bevindingen kunnen vaststellen. Onder meer dat 1/3 stressgedrag voortkomt uit gevolg van teugeldruk, beendruk of onbalans in het gewicht van de ruiter. Foster adviseert dan ook om sommige ruiters hulpmiddelen te laten gebruiken. Die zouden hen moeten helpen om beter in balans te blijven en extreme teugeldruk te verminderen. Tijdens het onderzoek heeft de stress van het paard nauwelijks het rijden verstoord vertelt Foster: “Wanneer dit wel het geval was, kwam dat door typisch trage of gehaaste reacties op de aanwijzingen van de ruiter om sneller of langzamer te gaan of om af te wenden.” Bij een paard dat wordt gebruikt voor therapeutisch rijden, kan de stress ongewenste effecten geven. Hierdoor worden de voordelen van de therapie verminderd en is de veiligheid van deze kwetsbare ruiters minder gegarandeerd. De meeste therapiepaarden hebben allemaal dezelfde algemene eigenschappen zoals: goed gemanierd zijn, zacht van karakter, vergevingsgezind, etc… Maar daarom is niet elk paard geschikt die deze eigenschappen heeft om met de stress te kunnen omgaan die gepaard gaat met mensen met mentale of lichamelijke problemen. Ze heeft paarden bestudeerd die vanwege hun gedrag niet meer werden ingezet voor hun werk. Ze evalueerde ook de stress en ontwijkend gedrag bij 21 paarden tijdens het opstijgen en bestudeerde 120 uur therapeutische rijlessen. Robin Foster kwam onder andere tot de volgende ontdekkingen: Onopvallend gedrag zoals likken en kauwen, zwiepen met de staart en de oren in de nek leggen kwam in 46,5% van de gevallen voor. 25,5% van de geregistreerde gedragingen waren ontwijkend verzet bijvoorbeeld: traag, gehaast of onjuist reageren op veranderingen in snelheid of nieuwe richting. Deze gedragingen hadden dan ook het meeste invloed op de rij-oefeningen. Tijdens het opstijgen kwam vaak voor dat de paarden weglopen, uitbreken hoofdschudden en bijten. Dit zorgde dus zowel voor gevaar als vertraging tijdens de lessen. Paarden die al langer meeliepen, vertoonde minder stressgedrag. Foster heeft hier twee theorieën voor bedacht: het ene is dat deze paarden in het algemeen fysiek en emotioneel veerkrachtiger zijn dan andere paarden en het andere dat de paarden die het meest stress en angsten vertonen als gevolg van hun werk te doen, minder lang worden aangehouden. Paarden die langer meeliepen in het programma leken voornamelijk ontwijkend verzet te vertonen.