Vandaag aan het woord: Endurance official Bruno Van Cauter

Wie is Bruno Van Cauter?

"Dat is geen makkelijke vraag! Ik ben dierenarts, ik heb destijds gekozen om dierenarts te worden door mijn liefde voor dieren. Ik heb vroeger in Frankrijk en Nederland gewerkt. Ik ben zelf ruiter geweest, jurylid, journalist voor onder andere L'Eperon en andere. En ik heb geluk, want al mijn kinderen en mijn vrouw zijn echte paardenliefhebbers en ook ruiters."

Hoe ben je dan in de discipline endurance terecht gekomen?

"Ha, dat is een leuk verhaal. Toen mijn oudste zoon 15 jaar was (en dat is bijna 20 jaar geleden), zei hij op een dag dat hij endurance wou doen. Hij en zijn broers hebben leren paardrijden op de stal van Karine Boulanger, die een kleine manege had. Karine deed endurance. Julien is thuis gekomen met de boodschap dat hij graag endurance wou doen. We hadden toen 22 paarden op stal, maar dat waren dressuur-, jumping en eventingpaarden. Dus ik zei hem, oké, welke van onze paarden wil je endurance mee doen? En toen zei hij 'maar papa, om endurance goed te doen hebben we beter een Arabier'. (lacht) Zo zijn we er helemaal mee begonnen."

Hoe ben jij official geworden in de endurance?

"Dat is misschien wel een minder mooi verhaal. Dat is ook door mijn kinderen. Mijn derde zoon, Raphael, die ondertussen ook dierenarts is, was toen 15 jaar. Hij nam deel met een van onze paarden aan het WK voor 7-jarige paarden in Compiègne. Dat paard had het het jaar voordien al het BK gewonnen bij de 6-jarige paarden in Mont-le-Soie. Hij reed het WK echt goed maar had een verkeerde weg genomen in het bos, omdat iemand de pijlen had verzet. Op het einde van het WK werd zijn paard afgekeurd en veel mensen waren daar niet mee akkoord. Ik ook, ik was toen echt kwaad. En toen zeiden mijn kinderen, 'papa, als je denkt dat het anders moet, zorg dan dat je iets kan betekenen'. Zo ben ik er in gerold en ben ik official geworden. En ik moet zeggen, ik vind dat de manier waarop het nu wordt gedaan, zoveel jaar later, toch helemaal anders is. De dierenartsen kijken veel meer naar het welzijn van het paard. De zaken zijn toch verbeterd!"

Hoe ziet je takenpakket er uit op wedstrijd?

"Er zijn verschillende rollen als dierenarts-official op een endurance wedstrijd. De twee key-officials zijn de voorzitter en de hoofddierenarts. Zij bepalen onder andere ook hoe de paarden worden gekeurd, op welk strengheidsniveau... Daarnaast heb je ook nog de 'treating vets', die zorgen dat de paarden de nodige behandelingen krijgen als het nodig zou zijn.

Ons doel als dierenarts op de wedstrijd is altijd 'horse welfare'. FEI hecht daar de laatste jaren heel wat belang aan. Wij zijn er op wedstrijden om de paarden te beschermen. Iedereen zit op dat vlak op dezelfde golflengte, dat is heel belangrijk. Vriendelijkheid, fair play en professioneel zijn voor de paarden."

Als de sport verder wil doorleven en ook groeien, hebben we nieuwe organisatoren, medewerkers, vrijwilligers, officials nodig."

Wat is je ultieme tip aan beginnende officials of mensen die twijfelen om official te worden?

"Ten eerste, we hebben nieuw bloed nodig! Veel van de officials hebben ondertussen grijs haar, dus we hebben nieuw en jong bloed nodig! We zoeken jongeren die tijd willen maken om official te worden. Veel ruiters die eens een keertje helpen op wedstrijd, bijvoorbeeld op het secretariaat of helpen bij de dierenartsen, zien eens hoe het allemaal verloopt en dat verandert hun zicht. Official zijn op een endurance-wedstrijd, dat is ook een gelegenheid om meer inzicht te krijgen in zowel de sport, in het welzijn van de paarden, ... Ook voor studenten-dierenartsen is dat een grote ervaring.

Als de sport verder wil doorleven en ook groeien, hebben we nieuwe organisatoren, medewerkers, vrijwilligers, officials nodig."

Heb je nog een leuke verhaal uit je official-carrière?

"Op de wedstrijd in Zutendaal zei een Franse dame mij 'mijn paard is altijd zenuwachtig op andere wedstrijden, maar hier niet. Volgend jaar kom ik zeker terug. Dat is de Belgische geest, jullie zijn rustigere personen en doen het hier met plezier'. Als ik op het einde van de wedstrijd kan zeggen dat we geen problemen gehad hebben, niet met de paarden, niet met de ruiters, dat alles vriendelijk en met fair play gebeurd is, dat er mooie sport geweest is... dan ben ik een heel gelukkig mens en gelukkige official. En dan heb ik opnieuw vertrouwen in de mensheid!"