Er zijn verschillende 3 en 4 ster concours dit weekend, maar toch verkies je de WEN, vanwaar de keuze?
Het is altijd leuk om voor het thuispubliek te rijden. Ik houd er ook heel erg van om lokale wedstrijden te steunen. Het WEN team doet het ongelofelijk goed.
Wat maakt de WEN zo speciaal in vergelijking met andere concours?
De sfeer, het publiek van deze regio en de accommodatie maken het erg speciaal. De locatie in het Azelhof geeft de wedstrijd een gezellige tint.
Met welke paarden kom je hier aan de start en wat zijn jouw verwachtingen?
Ik start met 2 jonge paarden; Gamko-S en Clapton. Deze paarden neem ik mee om ervaring op te doen. Voor de hogere reeksen en de Grand Prix verschijn ik met Vedet de Muze aan de start. Ik ga vooral mijn uiterste best doen en ik hoop op een goed resultaat in de Grote Prijs.
Wat is jouw planning voor de komende maanden?
In de komende maanden zullen we de jonge paarden klaarstomen voor het outdoor seizoen. Mijn focus ligt op de jongere paarden, ik wil hen naar een hoger niveau tillen. Ik concentreer me vooral op Diablesse de Muze en Utamaro d’Ecaussines voor de Nations Cup met het oog op het EK in Aken.
Wat is jouw algemene indruk over de verschillende CSI wedstrijden in België - worden de ruiters verwend of mag er hier of daar nog iets veranderen?
De CSI jumpings in België bereiken reeds een erg hoog niveau, maar ik denk dat we ons meer moeten richten op de sport en iets minder op de VIP. Vanuit het oogpunt van een ruiter zijn de belangrijkste zaken voor een jumping; een goede ondergrond, een goede parcoursbouwer en een goed programma. En dit alles moeten we in balans brengen met de VIP.
Ik wil de organisatie van de WEN veel succes wensen met deze editie en hen bedanken voor mijn deelname.