Tine Magnus: "Alles zit in een stroomversnelling..."

Tine Magnus: "Alles zit in een stroomversnelling..."

Wie "witloofplantjes en paardensport op topniveau" zegt, zegt "Tine Magnus". De 32-jarige Merchtemse mag ze zich trots Belgisch kampioen in de eventing noemen. Naast haar voltijdse job op de witloofboerderij timmert ze aan een olympische droom. "De paardensport is echt mijn passie. De adrenaline, de kick, het is mijn drugs."

"Het is hier nog een beetje chaos", zegt Tine Magnus verontschuldigend aan de zadelkamer. "We zijn nog maar net terug van de Nations Cup in Chatsworth (UK). Nu moet alles gewassen en gepoetst worden. Daarna laden we de vrachtwagen weer in en reizen we naar de volgende wedstrijd in Millstreet (Ierland)." Alles zit in een stroomversnelling voor Tine Magnus sinds ze vorig jaar Belgisch kampioen eventing werd. "Dat is als een triatlon voor paarden", verduidelijkt Tine. "Het gaat om drie disciplines: dressuur, jumping en cross-country. Jumping doe je in de piste, dan spring je over balken. Cross-country is in de velden, tegen hogere snelheden en dan spring je over boomstammen, hagen of in het water. Je moet die drie disciplines afleggen op één weekend en met hetzelfde paard. Met twee in topvorm zijn, is dus een must."


Sinds maart maakt Tine bovendien deel uit van het Belgische nationale team én heeft ze ook de olympische kwalificaties op zak. Daarmee staat ze alweer een stap dichter bij haar olympische droom. "Maar daarmee zijn we er nog niet", zegt ze nuchter. "Olympische deelname in Parijs 2024 kan alleen als het Belgische team voldoende punten sprokkelt op de internationale eventingwedstrijden, de Nations Cup." Na de wedstrijd in Ierland - voor paard en ruiter een reis van vier dagen en vier boottochten - volgen alweer de volgende wedstrijden in Polen, Duitsland en Frankrijk. "Dat kan natuurlijk niet met één paard. Een paard heeft na zo'n reis toch enkele weken weer nodig om thuis op onze boerderij te rusten en weer op kracht te komen."


Om die reden heeft Tine drie toppaarden. Twee hebben reeds de olympische norm gehaald. Ze trainde zelf haar paarden van jong veulen tot eventingtopper. "Zo gaat dat wel vaker in onze sport. Paard en ruiter zijn zo vroeg mogelijk met elkaar verbonden. Dat geeft vertrouwen en alleen zo kan je een topprestatie leveren." Daarbovenop hoort nog een portie doorzettingsvermogen, want zelfs na 17 breuken en blessures aan bekken, ruggenwervels en voeten, blijft Tine paardrijden. "Zo snel als ik kan, zit ik terug op mijn paard. Letterlijk dan!" Het is duidelijk: paardrijden, dat is voor Tine geen job, maar een manier van leven. "Veel vriendinnen zitten nu in de fase dat ze baby's en kinderen krijgen. Maar mijn kinderen staan hier in de stal."

Olympische droom


Het nationale team van België staat er momenteel goed voor om het olympische ticket te bemachtigen. "We moeten nog hard werken om daar te blijven staan", zegt Tine. "We zullen binnen enkele maanden met zes à acht ruiters in het A-kader zijn. Slechts drie daarvan, en eentje als reserve, mogen naar de Spelen, als België al geselecteerd zou worden én dan moeten zowel ik als mijn paard nog blessurevrij zijn. Ik kan dus zeker nog niet zeggen dat ik erbij zal zijn, maar ik ga er alles aan doen om er te staan."


bron: Vrt NWS