De ingekapselde bloedwormen zijn eigenlijk larven. Dit is een stadium van de bloedwormencyclus. Ze bevinden zich meestal in het gras waar ze lang kunnen overleven door een schede die hen omhult. Doordat paarden het gras eten met deze larven erop, kunnen ze zich een weg zoeken naar de blinde en de dikke darm. Ze verblijven dan in het slijmvlies van de darmwand, hier kunnen ze ook zeer lang gedijen (tot 3 jaar lang).
In de winter en het voorjaar komen de larven vrij en beschadigen ze de darmwand. Hierna kunnen ze eitjes maken en kan je bloedwormen vinden in de mest van het paard. Maar omdat de larven nog geen eitjes maken zijn er weinig middelen om te onderzoeken of je paard hier last van heeft. In de lente komen deze larven dan massaal uit en heeft het paard slechts 50% kans op overleven.
Wat kan je preventief zoal doen? Belangrijk is je paarden in de herfst en de winter te ontwormen. Volgens de meeste dierenartsen zou je ze jaarlijks moeten behandelen met een wormmiddel dat moxidectin bevat of een 5 daagse kuur doen met een product dat fenbendazole bevat.
