Als we Greve treffen, is hij nog even een paard aan het losrijden. “Ik kom er zo dadelijk aan”, lacht hij. Greve was oorspronkelijk de meereizende reserve maar door een lichte blessure van het paard van Harrie Smolders, schoof hij een plek op: “Toen de selectie bekend gemaakt werd, had ik helemaal niet verwacht dat ik het uiteindelijk toch nog tot teamruiters zou schoppen”, bekent Greve. “In Rotterdam werd duidelijk dat Rob (Ehrens) een bepaald plan in zijn hoofd had en dat plan viel daar wonderwel op zijn plek. Ik was in eerste instantie dus vooral erg blij dat ik mee mocht naar Tokio. Ik was uiteraard nog niet zeker dat ik ook effectief zou mogen springen maar het nieuwe format van de Spelen sloot dat alvast niet uit. De motivatie om de oranje kleuren al dan niet in het zadel te verdedigen, was dus sowieso erg hoog. Op die momenten moet je tonen dat je een echte team-player bent”, gaat Greve van start.
Er zijn inderdaad ruiters, waaronder de reserve van het Australische team, die al aangaven dat ze de lange reis naar Tokio niet zouden ondernemen als ze toch niet ‘de kans zouden krijgen om te rijden’. Willem denkt hier anders over: “Ik heb nooit getwijfeld om de reis naar Tokio te ondernemen. Mijn merrie reist erg goed en ging onder andere al naar Calgary. Wat dat betreft moest ik me dus alvast geen zorgen maken. Ook haar eigenaar wilde erg graag dat ze naar de Spelen zou gaan dus nee, getwijfeld heb ik geen seconde. Zelfs als ik niet had kunnen rijden, was ik de grootste supporter van het team geweest”, gaat hij verder. “Op dat moment is het wat mij betreft één voor allen, allen voor één. Dat is trouwens met alle jongens van het team zo: zowel Harrie (Smolders), Maikel (Van der Vleuten), Marc (Houtzager) als ikzelf zouden voor elkaar door het vuur gaan en da’s wat je nodig hebt ik zo een kampioenschap. We kennen elkaar door en door en hoewel geen van onze paarden al eerder een kampioenschap sprong, kunnen we als outsider misschien toch wel wat presteren; We hebben goede paarden en zijn helemaal klaar om het beste van onszelf te geven. De teamspirit zit dus meer dan goed. In het Nederlandse team zie ik dus niet meteen een ruiter sikkepitten omdat hij als vierde combinatie niet aan de start zou kunnen komen”, lacht hij.
“Het is voor mij de eerste keer dat ik naar de Spelen afzak maar voorlopig blijf ik er erg rustig onder. Ik denk dat de echte spanning en Olympische sfeer pas zal komen als we effectief ter plaatsen zijn. Natuurlijk is het sowieso anders dan de andere jaren aangezien er geen publiek toegelaten is tijdens de wedstrijden. Anders kan je tussenin nog eens zeggen dat je bijvoorbeeld naar de 4 x 100m gaat kijken maar dat zit er dit jaar dus helaas niet in”.
Dit jaar wordt er voor de eerste keer het nieuwe format van de Spelen geïntroduceerd. Zo zal de individuele competitie bijvoorbeeld slechts over twee dagen gespreid worden: “Ik persoonlijk vind dat erg jammer”, vertelt Greve. “Ik was een grote fan van het oude format maar het is zoals het is, we zullen er het beste van moeten maken. Wat ik erg jammer vind, is dat er van de individuele combinaties erg veel gevraagd wordt terwijl er misschien niet de gepaste beloning voor tegenover staat. Ruiters die individueel springen, kunnen misschien maar één rondje op de Olympische site springen doordat er meteen heel wat combinaties na de eerste individuele kwalificatie uitgeschakeld worden. Da’s erg jammer”, besluit hij.
Zypria en Carambole
Zypria S NOP (v. Canturo) wordt het Olympische paard van Greve. De 14-jarige merrie haalde het van de ondertussen 17-jarige Carambole (v. Cassini I) met wie Willem ook uiterst succesvol is op het hogere niveau: “Rob had mij al duidelijk gemaakt dat Carambole niet in zijn hoofd zat voor de Spelen”, vertelt Greve hierover. “Gezien zijn leeftijd zou de reis en het klimaat in Tokio misschien te belastend voor hem geweest zijn. Hij heeft dit jaar al erg goed gesprongen en ik wil hem zeker niet uitwringen. Ik hoop met hem nog enkele mooie wedstrijden te springen maar wat betreft de Spelen was Zypria de betere keuze”.
Toch liep met Zypria ook niet alles van een leien dakje: “Ik heb de merrie leren kennen via Joop Aaldering. Hij vertelde me dat hij misschien wel een goede merrie wist staan maar dat ze niet de makkelijkste was. In het verleden had Nick Skelton hem uitgebracht maar die wou er niet meer op dus dan weet je dat je een uitdaging voorgeschoteld gaat krijgen”, lacht. “Toen ik haar voor de eerste keer reed, voelde ik inderdaad dat de merrie qua basis nog weinig mee had gekregen. Ze sprong de hele tijd in kruis en alles zag er wat hectisch uit maar er was één ding dat ze wel kon: springen. Ik besloot het dus een kans te geven”, vertelt Greve.
“De relatie met Zypria is er eentje met veel up and downs geweest. Elke keer als ik eigenlijk de handdoek in de ring wilde gooien, kwam er weer zo een kantelpunt waarin ze toch nog eens bewees wat voor kwaliteiten ze in huis had. Ik herinner me nog goed dat ik haar ‘als laatste kans’ naar een concours in Opglabbeek had meegenomen. Wout-Jan van der Schans had mij een ander bit aangeraden en ik weet nog dat ik dacht: ‘Als dit niet werkt, geef ik er de brui aan’. Dat weekend won de de Grote Prijs. Natuurlijk was het rijden van Zypria voor mij ondertussen een principeskwestie geworden. Ik wilde aan mijzelf bewijzen dat ik het kon. Vanaf 2019 is alles dan wat beginnen draaien en ging alles best wel goed. Het mooiste compliment dat ik ooit gekregen heb, is van Laura Kraut. Zij kende het paard natuurlijk nog van toen Nick haar reed en toen ik in Barcelona twee foutloze rondes met Zypria sprong, maakte Laura een kleine buiging voor me toen ik de piste uitkwam. Voor mij was dat de mooiste bekroning van al het werk dat we in haar hadden gestoken”.
Focus op handel
Greve zelf legt zich in de dagelijkse leven vooral toe op de handel en wordt daarbij bijgestaan door zijn team: “Ik heb het geluk dat ik al erg lang met mijn team samenwerk. Zo zie je daar bijvoorbeeld Leontine aan het werk, ze is van hier in de buurt en rijdt de paarden thuis. Af en toe gaat ze ook met de jonge paarden op wedstrijd”. Als Greve aan Leontine vraagt hoe lang ze nu al precies voor hem werkt antwoordt ze netjes: “Twee jaar”. Greve lacht: “Gelukkig antwoord ze niet ‘te lang’ want dan zou ik een probleem hebben”.
Hij gaat verder: “Daarnaast heb ik ook mijn groom Daniel die nu al ruim vijf jaar bij mij is. Daarnaast is er nog Trix die alles wat voor me regelt. Ze werkte in het verleden al samen met Harrie Smolders en Vincent Voorn en kent dus het klappen van de zweep. Ook de rest van het team zoals de hoefsmid, dierenarts, … zijn wat mij betreft onmisbaar. Ze zeggen vaak ‘Team work makes the dream work’, maar dat is ook echt zo.
Momenteel staan er een 12-tal paarden bij Willem gestald: “Ik houd zelf niet zo van die grote massa’s”, vertelt hij hierover. “Ik focus me graag op een kleiner aantal paarden omdat je hen dan ook de aandacht kan geven die ze nodig hebben en verdienen. Momenteel heb ik enkele veelbelovende 6- en 7-jarige paarden op stal die wat mij betreft een mooie toekomst tegemoet gaan. Natuurlijk blijf ik me ook toeleggen op de handel. Ik heb altijd jonge paarden aangekocht om hen naar een hoger niveau op te leiden. Da’s wat ik het liefste doe en dat doe ik dus tot op de dag van vandaag”.
Om af te sluiten vroegen we hem nog naar de Nederlandse medaillekansen voor Tokio: “We zijn misschien een outsider maar we hebben een erg gemotiveerd team met erg goede paarden. Als Maikel het tot de barrage haalt, denk ik wel dat hij in een ultra-snelle ontknoping zal kunnen meedingen voor de medailles”.
Als we Greve treffen, is hij nog even een paard aan het losrijden. “Ik kom er zo dadelijk aan”, lacht hij. Greve was oorspronkelijk de meereizende reserve maar door een lichte blessure van het paard van Harrie Smolders, schoof hij een plek op: “Toen de selectie bekend gemaakt werd, had ik helemaal niet verwacht dat ik het uiteindelijk toch nog tot teamruiters zou schoppen”, bekent Greve. “In Rotterdam werd duidelijk dat Rob (Ehrens) een bepaald plan in zijn hoofd had en dat plan viel daar wonderwel op zijn plek. Ik was in eerste instantie dus vooral erg blij dat ik mee mocht naar Tokio. Ik was uiteraard nog niet zeker dat ik ook effectief zou mogen springen maar het nieuwe format van de Spelen sloot dat alvast niet uit. De motivatie om de oranje kleuren al dan niet in het zadel te verdedigen, was dus sowieso erg hoog. Op die momenten moet je tonen dat je een echte team-player bent”, gaat Greve van start.
Er zijn inderdaad ruiters, waaronder de reserve van het Australische team, die al aangaven dat ze de lange reis naar Tokio niet zouden ondernemen als ze toch niet ‘de kans zouden krijgen om te rijden’. Willem denkt hier anders over: “Ik heb nooit getwijfeld om de reis naar Tokio te ondernemen. Mijn merrie reist erg goed en ging onder andere al naar Calgary. Wat dat betreft moest ik me dus alvast geen zorgen maken. Ook haar eigenaar wilde erg graag dat ze naar de Spelen zou gaan dus nee, getwijfeld heb ik geen seconde. Zelfs als ik niet had kunnen rijden, was ik de grootste supporter van het team geweest”, gaat hij verder. “Op dat moment is het wat mij betreft één voor allen, allen voor één. Dat is trouwens met alle jongens van het team zo: zowel Harrie (Smolders), Maikel (Van der Vleuten), Marc (Houtzager) als ikzelf zouden voor elkaar door het vuur gaan en da’s wat je nodig hebt ik zo een kampioenschap. We kennen elkaar door en door en hoewel geen van onze paarden al eerder een kampioenschap sprong, kunnen we als outsider misschien toch wel wat presteren; We hebben goede paarden en zijn helemaal klaar om het beste van onszelf te geven. De teamspirit zit dus meer dan goed. In het Nederlandse team zie ik dus niet meteen een ruiter sikkepitten omdat hij als vierde combinatie niet aan de start zou kunnen komen”, lacht hij.
“Het is voor mij de eerste keer dat ik naar de Spelen afzak maar voorlopig blijf ik er erg rustig onder. Ik denk dat de echte spanning en Olympische sfeer pas zal komen als we effectief ter plaatsen zijn. Natuurlijk is het sowieso anders dan de andere jaren aangezien er geen publiek toegelaten is tijdens de wedstrijden. Anders kan je tussenin nog eens zeggen dat je bijvoorbeeld naar de 4 x 100m gaat kijken maar dat zit er dit jaar dus helaas niet in”.
Dit jaar wordt er voor de eerste keer het nieuwe format van de Spelen geïntroduceerd. Zo zal de individuele competitie bijvoorbeeld slechts over twee dagen gespreid worden: “Ik persoonlijk vind dat erg jammer”, vertelt Greve. “Ik was een grote fan van het oude format maar het is zoals het is, we zullen er het beste van moeten maken. Wat ik erg jammer vind, is dat er van de individuele combinaties erg veel gevraagd wordt terwijl er misschien niet de gepaste beloning voor tegenover staat. Ruiters die individueel springen, kunnen misschien maar één rondje op de Olympische site springen doordat er meteen heel wat combinaties na de eerste individuele kwalificatie uitgeschakeld worden. Da’s erg jammer”, besluit hij.
Zypria en Carambole
Zypria S NOP (v. Canturo) wordt het Olympische paard van Greve. De 14-jarige merrie haalde het van de ondertussen 17-jarige Carambole (v. Cassini I) met wie Willem ook uiterst succesvol is op het hogere niveau: “Rob had mij al duidelijk gemaakt dat Carambole niet in zijn hoofd zat voor de Spelen”, vertelt Greve hierover. “Gezien zijn leeftijd zou de reis en het klimaat in Tokio misschien te belastend voor hem geweest zijn. Hij heeft dit jaar al erg goed gesprongen en ik wil hem zeker niet uitwringen. Ik hoop met hem nog enkele mooie wedstrijden te springen maar wat betreft de Spelen was Zypria de betere keuze”.
Toch liep met Zypria ook niet alles van een leien dakje: “Ik heb de merrie leren kennen via Joop Aaldering. Hij vertelde me dat hij misschien wel een goede merrie wist staan maar dat ze niet de makkelijkste was. In het verleden had Nick Skelton hem uitgebracht maar die wou er niet meer op dus dan weet je dat je een uitdaging voorgeschoteld gaat krijgen”, lacht. “Toen ik haar voor de eerste keer reed, voelde ik inderdaad dat de merrie qua basis nog weinig mee had gekregen. Ze sprong de hele tijd in kruis en alles zag er wat hectisch uit maar er was één ding dat ze wel kon: springen. Ik besloot het dus een kans te geven”, vertelt Greve.
“De relatie met Zypria is er eentje met veel up and downs geweest. Elke keer als ik eigenlijk de handdoek in de ring wilde gooien, kwam er weer zo een kantelpunt waarin ze toch nog eens bewees wat voor kwaliteiten ze in huis had. Ik herinner me nog goed dat ik haar ‘als laatste kans’ naar een concours in Opglabbeek had meegenomen. Wout-Jan van der Schans had mij een ander bit aangeraden en ik weet nog dat ik dacht: ‘Als dit niet werkt, geef ik er de brui aan’. Dat weekend won de de Grote Prijs. Natuurlijk was het rijden van Zypria voor mij ondertussen een principeskwestie geworden. Ik wilde aan mijzelf bewijzen dat ik het kon. Vanaf 2019 is alles dan wat beginnen draaien en ging alles best wel goed. Het mooiste compliment dat ik ooit gekregen heb, is van Laura Kraut. Zij kende het paard natuurlijk nog van toen Nick haar reed en toen ik in Barcelona twee foutloze rondes met Zypria sprong, maakte Laura een kleine buiging voor me toen ik de piste uitkwam. Voor mij was dat de mooiste bekroning van al het werk dat we in haar hadden gestoken”.
Focus op handel
Greve zelf legt zich in de dagelijkse leven vooral toe op de handel en wordt daarbij bijgestaan door zijn team: “Ik heb het geluk dat ik al erg lang met mijn team samenwerk. Zo zie je daar bijvoorbeeld Leontine aan het werk, ze is van hier in de buurt en rijdt de paarden thuis. Af en toe gaat ze ook met de jonge paarden op wedstrijd”. Als Greve aan Leontine vraagt hoe lang ze nu al precies voor hem werkt antwoordt ze netjes: “Twee jaar”. Greve lacht: “Gelukkig antwoord ze niet ‘te lang’ want dan zou ik een probleem hebben”.
Hij gaat verder: “Daarnaast heb ik ook mijn groom Daniel die nu al ruim vijf jaar bij mij is. Daarnaast is er nog Trix die alles wat voor me regelt. Ze werkte in het verleden al samen met Harrie Smolders en Vincent Voorn en kent dus het klappen van de zweep. Ook de rest van het team zoals de hoefsmid, dierenarts, … zijn wat mij betreft onmisbaar. Ze zeggen vaak ‘Team work makes the dream work’, maar dat is ook echt zo.
Momenteel staan er een 12-tal paarden bij Willem gestald: “Ik houd zelf niet zo van die grote massa’s”, vertelt hij hierover. “Ik focus me graag op een kleiner aantal paarden omdat je hen dan ook de aandacht kan geven die ze nodig hebben en verdienen. Momenteel heb ik enkele veelbelovende 6- en 7-jarige paarden op stal die wat mij betreft een mooie toekomst tegemoet gaan. Natuurlijk blijf ik me ook toeleggen op de handel. Ik heb altijd jonge paarden aangekocht om hen naar een hoger niveau op te leiden. Da’s wat ik het liefste doe en dat doe ik dus tot op de dag van vandaag”.
Om af te sluiten vroegen we hem nog naar de Nederlandse medaillekansen voor Tokio: “We zijn misschien een outsider maar we hebben een erg gemotiveerd team met erg goede paarden. Als Maikel het tot de barrage haalt, denk ik wel dat hij in een ultra-snelle ontknoping zal kunnen meedingen voor de medailles”.