Skip to content

Copyright

Marc Vygh: "Als parcoursbouwer word je beoordeeld maar soms ook veroordeeld"

Deze week is er de derde editie van de internationale wedstrijd 'Jumping Hasselt'. Voor deze internationale concours wist de organisatie met Marc Vygh een parcoursbouwer te strikken met veel internationale ervaring. Naar aanloop van deze wedstrijd had Equnews als mediapartner van Jumping Hasselt een gesprek met hem. Als parcoursbouwer bent u al op veel wedstrijdterreinen geweest. Hoe onderscheidt Hasselt zich van een andere locatie? Wat voor Hasselt wel goed is, is dat je daar nog enthousiaste medewerkers vindt. Tegenwoordig hebben wedstrijden veel concurrentie van elkaar, zo heb je accommodaties als Azelhof, en het Sentower Park, vaste terreinen zeg maar. In Hasselt is het ook een vaste locatie, maar daar zijn het echt de mensen van de manege zelf die allemaal meewerken als liefhebber van de paardensport.   Natuurlijk zijn het vaak dezelfde ruiters die op de verschillende events meerijden. Locaties als het Azelhof en Sentower Park organiseren veel wedstrijden, waardoor veel ruiters daar vaak gaan rijden. De parcoursen zijn uiteraard altijd anders – dat moet ook, anders kennen deelnemers alle moeilijkheden en dan is er geen nood aan parcoursbouwers – maar de locatie is steeds dezelfde. De CSI in Hasselt wordt maar een keer per jaar georganiseerd, en dat is dus iets aparts.   Met welke factoren houdt u rekening als u een parcours bouwt?  Ik krijg op voorhand altijd een lijst van de organisator, en dan zie ik hoeveel echte professionals ertussen zitten, welke 'vedetten' er meerijden om het zo te zeggen. Maar er zijn ook een heel deel mensen die vroeger regionaal en nationaal reden, en nu hun weg gevonden hebben naar de internationale wedstrijd, en die moeten ook nog meekunnen. Dus dat is een beetje afwegen tussen amateurs en professionals, en dat is soms wel wandelen op een slappe koord. Dat is niet altijd eenvoudig, maar er moet steeds rekening gehouden worden met de deelnemers.   Marc Vygh - Lier feb 16Hoe komt u steeds aan inspiratie om een nieuw parcours te bouwen? Ik kan me voorstellen dat u op den duur alle mogelijke combinaties wel gehad heeft. Ja, dat is iets wat ik mezelf ook afvraag, want ik doe het al meer dan 30 jaar. Er zijn natuurlijk dingen die terug komen, maar dat is niet bij mij alleen, dat is bij iedereen. Het leuke is wel, dat je steeds met andere hindernissen mag werken. En dat is in Hasselt helemaal zo. Daar kom je weer heel andere dingen tegen.   Staat u doorgaans bekend als een moeilijke parcoursbouwer? Vinden ruiters dat u moeilijke parcoursen klaar zet, of valt dat wel mee? Daar kan ik zelf niet op antwoorden. Maar als je altijd wel de nodige foutloze combinaties hebt, en dan spreek ik niet over de grote prijzen, dan valt dat nogal mee. Maar natuurlijk is het ook een sport: je wordt geapprecieerd door degenen die winnen, en de anderen zeggen dan van "wat heeft hij nu weer weggezet". Het gaat vooral over je eigen feeling, als je iets hebt neergezet, en je vindt zelf dat het eerlijk is tegenover de paarden en hun ruiters, dan is het in orde. Uiteraard mag er wel een moeilijkheidsgraad inzitten, maar het moet fair zijn. Er zijn altijd oudere ruiters met een zekere standing, en dan praat ik over buitenlanders, en zolang die met je parcours akkoord gaan, dan kan je tevreden zijn. Maar die zijn ook eerlijk, en dat is belangrijk. De moeilijkheid van een parcours hangt ook nog eens af van het paard zelf. Er zijn paarden die het makkelijker hebben met lange afstanden, anderen hebben het makkelijker met korte afstanden, en ga zo maar door. Daar word je als parcoursbouwer ook nog eens op beoordeeld. Als je 80 verschillende deelnemers hebt, dan zijn die alle 80 verschillend.   Welke elementen maken dat een parcours als 'moeilijk' en 'technisch' ervaren wordt? Dat is een heel moeilijke vraag. Tegenwoordig spelen we heel veel met de tijd, al vind ik dat niet altijd een goede oplossing. Er moet dan sneller gereden worden, want als je 350 meter moet galopperen rechtdoor, of je moet in het parcours vijf à zes keer draaien, dan is dat een groot verschil. En daar vergissen wij ons ook in, hoor. Degene die zegt dat dat niet waar is, die liegt. Dat overkomt ons allemaal wel eens dat we denken "nu staat het precies iets te kort", en dan wordt de tijd soms aangepast. Maar ik vind dat dat nooit mag gebeuren in de negatieve zin, bijvoorbeeld om niet te veel foutloze combinaties te hebben.   Langs de andere kant zitten we ook met het “probleem” dat we heel veel deelnemers hebben. En dan zit je met rechters, de mensen in de jurytoren, die zeggen dat er niet teveel foutloze combinaties mogen zijn. Maar eigenlijk gaat het daar niet over. Langs de andere kant moet je wel meespelen, want als het donker is, en er moeten er nog 30 rijden, ja dan gaat het ook niet.   In Hasselt zal er op 2 sterniveau gesprongen worden, en ook jonge paarden komen aan bod. Hoe bent u van plan de parcoursen te zetten? Of hangt dat vooral af van de deelnemers? Dat hangt af van het aantal deelnemers, van wie de deelnemers zijn en van de staat van het terrein. Het aantal deelnemers kan bijvoorbeeld bepalen hoeveel hindernissen er in het parcours komen. Als je je aan een bepaalde tijdslimiet moet houden, dan ben je soms genoodzaakt om 9 of 10 hindernissen te zetten in plaats van 12 of 13. Op 100 deelnemers in een rubriek loopt een seconde of 20 meer per paard al gauw op. Dat maakt dan een groot verschil.   U heeft vorig jaar de parcoursen in Hasselt ook verzorgd. Is dat dan moeilijker om opnieuw te doen? Denkt u dat er dan meer verwachtingen zijn of hoe staat u daar tegenover?  Nee, dat denk ik zeker niet. Als je dat 30 jaar doet, dan valt dat allemaal een beetje weg. Ik heb dat jaar en dag elk weekend gedaan. Maar technisch gezien ben ik geen professionele parcoursbouwer, ik doe dat gewoon uit sport zal ik maar zeggen, en dat wordt toch wel moeilijker want de concoursen die beginnen tegenwoordig al op woensdagmiddag tot zondagavond, en het is allemaal zo eenvoudig niet meer. En wat er nog bijkomt: ik heb dat 30 jaar aan een stuk gedaan, ik heb die ambitie nog en mijn ideeën zijn waarschijnlijk nog goed want anders was ik toch afgebrand, maar er komen tegelijkertijd ook nog andere en jongere parcoursbouwers. Die moeten ook een kans krijgen. Of die beter zijn, dat is niet aan mij om te beoordelen.   Marc Vych - Lier juni 15Merkt u daar een verschil in, dat jongere parcoursbouwers toch andere dingen neerzetten dan de "oudere" generatie? Of is dat totaal niet het geval? Nee, niet echt. Het parcours bouwen op zich is wel veranderd, als je kijkt naar 30 jaar geleden, dan herken je de parcoursen niet meer. Maar er zijn wel heel veel dingen die terugkomen. Zo zette ik bijvoorbeeld 20 jaar geleden een "rollback"in het parcours, dat is een hindernis springen en dan bijna 90 graden rijden en dan een andere hindernis springen, en dan zouden ze bij wijze van spreken achter mij gelopen hebben met een vlaggetje om me rammel te geven. Maar nu wordt dat elke week 2 à 3 keer in een parcours gebruikt en nu vinden ze dat fantastisch.   Vroeger waren de hindernissen ook veel massaler. 4, 5 of zelfs 6 balken in een hindernis, een haag erin, een muurtje eronder, … Dat zie je niet meer nu. Nu zijn er nog maar 3 balken van voor, en daarin verschilt het ook allemaal. Ook de afstanden zijn anders, en uiteraard zijn de paarden ook erg veranderd. De paarden zijn zo goed gefokt, België is een fantastisch land voor jonge paarden geworden en wij hebben zoveel goeds gefokt, de meeste goede paarden komen uit België. En de paarden zelf zijn gewoon veranderd, dus is het bouwen ook veranderd.   Wat is het grappigst wat u als parcoursbouwer al heeft meegemaakt? Goh, er zijn zoveel grappige dingen. Maar ik heb ooit iets meegemaakt, ik ga er verder geen namen bij noemen, maar toen zeiden ze “we gaan parcoursbouwer X nemen, en dat zal veel beter zijn dan degene die we nu hebben.” En het jaar daarop kwam er dan een andere parcoursbouwer, een hele goede, maar die had geen tijd om de eerste proef op te bouwen want die kwam niet op tijd aan. Dus werd het parcours opgebouwd door de vorige parcoursbouwer, en iedereen sprak vol lof over het parcours en ze vonden allemaal dat het parcours fantastisch was, terwijl het dezelfde was die het gebouwd had.   Voor ons is dat geweldig. Er is ook heel veel perceptie bij. Je kan uiteindelijk alleen maar je best doen, en je wordt door de ruiters beoordeeld, maar je wordt soms ook veroordeeld, door ruiters die proberen een paard te verkopen bijvoorbeeld. En als dat paard dan niet goed presteert, dan moet iemand het gedaan hebben. Dat gebeurt niet alleen bij mij, dat gebeurt bij iedereen.

Deze week is er de derde editie van de internationale wedstrijd 'Jumping Hasselt'. Voor deze internationale concours wist de organisatie met Marc Vygh een parcoursbouwer te strikken met veel internationale ervaring. Naar aanloop van deze wedstrijd had Equnews als mediapartner van Jumping Hasselt een gesprek met hem. Als parcoursbouwer bent u al op veel wedstrijdterreinen geweest. Hoe onderscheidt Hasselt zich van een andere locatie? Wat voor Hasselt wel goed is, is dat je daar nog enthousiaste medewerkers vindt. Tegenwoordig hebben wedstrijden veel concurrentie van elkaar, zo heb je accommodaties als Azelhof, en het Sentower Park, vaste terreinen zeg maar. In Hasselt is het ook een vaste locatie, maar daar zijn het echt de mensen van de manege zelf die allemaal meewerken als liefhebber van de paardensport.   Natuurlijk zijn het vaak dezelfde ruiters die op de verschillende events meerijden. Locaties als het Azelhof en Sentower Park organiseren veel wedstrijden, waardoor veel ruiters daar vaak gaan rijden. De parcoursen zijn uiteraard altijd anders – dat moet ook, anders kennen deelnemers alle moeilijkheden en dan is er geen nood aan parcoursbouwers – maar de locatie is steeds dezelfde. De CSI in Hasselt wordt maar een keer per jaar georganiseerd, en dat is dus iets aparts.   Met welke factoren houdt u rekening als u een parcours bouwt?  Ik krijg op voorhand altijd een lijst van de organisator, en dan zie ik hoeveel echte professionals ertussen zitten, welke 'vedetten' er meerijden om het zo te zeggen. Maar er zijn ook een heel deel mensen die vroeger regionaal en nationaal reden, en nu hun weg gevonden hebben naar de internationale wedstrijd, en die moeten ook nog meekunnen. Dus dat is een beetje afwegen tussen amateurs en professionals, en dat is soms wel wandelen op een slappe koord. Dat is niet altijd eenvoudig, maar er moet steeds rekening gehouden worden met de deelnemers.   Marc Vygh - Lier feb 16Hoe komt u steeds aan inspiratie om een nieuw parcours te bouwen? Ik kan me voorstellen dat u op den duur alle mogelijke combinaties wel gehad heeft. Ja, dat is iets wat ik mezelf ook afvraag, want ik doe het al meer dan 30 jaar. Er zijn natuurlijk dingen die terug komen, maar dat is niet bij mij alleen, dat is bij iedereen. Het leuke is wel, dat je steeds met andere hindernissen mag werken. En dat is in Hasselt helemaal zo. Daar kom je weer heel andere dingen tegen.   Staat u doorgaans bekend als een moeilijke parcoursbouwer? Vinden ruiters dat u moeilijke parcoursen klaar zet, of valt dat wel mee? Daar kan ik zelf niet op antwoorden. Maar als je altijd wel de nodige foutloze combinaties hebt, en dan spreek ik niet over de grote prijzen, dan valt dat nogal mee. Maar natuurlijk is het ook een sport: je wordt geapprecieerd door degenen die winnen, en de anderen zeggen dan van "wat heeft hij nu weer weggezet". Het gaat vooral over je eigen feeling, als je iets hebt neergezet, en je vindt zelf dat het eerlijk is tegenover de paarden en hun ruiters, dan is het in orde. Uiteraard mag er wel een moeilijkheidsgraad inzitten, maar het moet fair zijn. Er zijn altijd oudere ruiters met een zekere standing, en dan praat ik over buitenlanders, en zolang die met je parcours akkoord gaan, dan kan je tevreden zijn. Maar die zijn ook eerlijk, en dat is belangrijk. De moeilijkheid van een parcours hangt ook nog eens af van het paard zelf. Er zijn paarden die het makkelijker hebben met lange afstanden, anderen hebben het makkelijker met korte afstanden, en ga zo maar door. Daar word je als parcoursbouwer ook nog eens op beoordeeld. Als je 80 verschillende deelnemers hebt, dan zijn die alle 80 verschillend.   Welke elementen maken dat een parcours als 'moeilijk' en 'technisch' ervaren wordt? Dat is een heel moeilijke vraag. Tegenwoordig spelen we heel veel met de tijd, al vind ik dat niet altijd een goede oplossing. Er moet dan sneller gereden worden, want als je 350 meter moet galopperen rechtdoor, of je moet in het parcours vijf à zes keer draaien, dan is dat een groot verschil. En daar vergissen wij ons ook in, hoor. Degene die zegt dat dat niet waar is, die liegt. Dat overkomt ons allemaal wel eens dat we denken "nu staat het precies iets te kort", en dan wordt de tijd soms aangepast. Maar ik vind dat dat nooit mag gebeuren in de negatieve zin, bijvoorbeeld om niet te veel foutloze combinaties te hebben.   Langs de andere kant zitten we ook met het “probleem” dat we heel veel deelnemers hebben. En dan zit je met rechters, de mensen in de jurytoren, die zeggen dat er niet teveel foutloze combinaties mogen zijn. Maar eigenlijk gaat het daar niet over. Langs de andere kant moet je wel meespelen, want als het donker is, en er moeten er nog 30 rijden, ja dan gaat het ook niet.   In Hasselt zal er op 2 sterniveau gesprongen worden, en ook jonge paarden komen aan bod. Hoe bent u van plan de parcoursen te zetten? Of hangt dat vooral af van de deelnemers? Dat hangt af van het aantal deelnemers, van wie de deelnemers zijn en van de staat van het terrein. Het aantal deelnemers kan bijvoorbeeld bepalen hoeveel hindernissen er in het parcours komen. Als je je aan een bepaalde tijdslimiet moet houden, dan ben je soms genoodzaakt om 9 of 10 hindernissen te zetten in plaats van 12 of 13. Op 100 deelnemers in een rubriek loopt een seconde of 20 meer per paard al gauw op. Dat maakt dan een groot verschil.   U heeft vorig jaar de parcoursen in Hasselt ook verzorgd. Is dat dan moeilijker om opnieuw te doen? Denkt u dat er dan meer verwachtingen zijn of hoe staat u daar tegenover?  Nee, dat denk ik zeker niet. Als je dat 30 jaar doet, dan valt dat allemaal een beetje weg. Ik heb dat jaar en dag elk weekend gedaan. Maar technisch gezien ben ik geen professionele parcoursbouwer, ik doe dat gewoon uit sport zal ik maar zeggen, en dat wordt toch wel moeilijker want de concoursen die beginnen tegenwoordig al op woensdagmiddag tot zondagavond, en het is allemaal zo eenvoudig niet meer. En wat er nog bijkomt: ik heb dat 30 jaar aan een stuk gedaan, ik heb die ambitie nog en mijn ideeën zijn waarschijnlijk nog goed want anders was ik toch afgebrand, maar er komen tegelijkertijd ook nog andere en jongere parcoursbouwers. Die moeten ook een kans krijgen. Of die beter zijn, dat is niet aan mij om te beoordelen.   Marc Vych - Lier juni 15Merkt u daar een verschil in, dat jongere parcoursbouwers toch andere dingen neerzetten dan de "oudere" generatie? Of is dat totaal niet het geval? Nee, niet echt. Het parcours bouwen op zich is wel veranderd, als je kijkt naar 30 jaar geleden, dan herken je de parcoursen niet meer. Maar er zijn wel heel veel dingen die terugkomen. Zo zette ik bijvoorbeeld 20 jaar geleden een "rollback"in het parcours, dat is een hindernis springen en dan bijna 90 graden rijden en dan een andere hindernis springen, en dan zouden ze bij wijze van spreken achter mij gelopen hebben met een vlaggetje om me rammel te geven. Maar nu wordt dat elke week 2 à 3 keer in een parcours gebruikt en nu vinden ze dat fantastisch.   Vroeger waren de hindernissen ook veel massaler. 4, 5 of zelfs 6 balken in een hindernis, een haag erin, een muurtje eronder, … Dat zie je niet meer nu. Nu zijn er nog maar 3 balken van voor, en daarin verschilt het ook allemaal. Ook de afstanden zijn anders, en uiteraard zijn de paarden ook erg veranderd. De paarden zijn zo goed gefokt, België is een fantastisch land voor jonge paarden geworden en wij hebben zoveel goeds gefokt, de meeste goede paarden komen uit België. En de paarden zelf zijn gewoon veranderd, dus is het bouwen ook veranderd.   Wat is het grappigst wat u als parcoursbouwer al heeft meegemaakt? Goh, er zijn zoveel grappige dingen. Maar ik heb ooit iets meegemaakt, ik ga er verder geen namen bij noemen, maar toen zeiden ze “we gaan parcoursbouwer X nemen, en dat zal veel beter zijn dan degene die we nu hebben.” En het jaar daarop kwam er dan een andere parcoursbouwer, een hele goede, maar die had geen tijd om de eerste proef op te bouwen want die kwam niet op tijd aan. Dus werd het parcours opgebouwd door de vorige parcoursbouwer, en iedereen sprak vol lof over het parcours en ze vonden allemaal dat het parcours fantastisch was, terwijl het dezelfde was die het gebouwd had.   Voor ons is dat geweldig. Er is ook heel veel perceptie bij. Je kan uiteindelijk alleen maar je best doen, en je wordt door de ruiters beoordeeld, maar je wordt soms ook veroordeeld, door ruiters die proberen een paard te verkopen bijvoorbeeld. En als dat paard dan niet goed presteert, dan moet iemand het gedaan hebben. Dat gebeurt niet alleen bij mij, dat gebeurt bij iedereen.

Vorige Sander Geenen wint de 'Beker van Limburg' Volgende Olivier Philippaerts maakt rentree met Carlito C