“Vicewereldkampioen worden met je kleinzoon is iets wat je niet kan plannen,” zegt een trotse Emile Van Rossem. Met drie medailles op één seizoen, goud op het Belgisch kampioenschap, brons op het Europees kampioenschap en zilver op het WK voor jonge paarden, schreef de 16-jarige Niels Van Rossem zijn naam in de geschiedenisboeken. Achter dat succes schuilt een hechte familie waar drie generaties samen de fokkerij én de sport dragen.
Drie generaties, één stal
Bij de familie Van Rossem draait alles rond paarden. Grootvader Emile stond aan de basis van de fokkerij en zag in Lanaken zijn kleinzoon op het podium met een paard dat hij zelf fokte. “In 2017 werden we al eens wereldkampioen, maar vicewereldkampioen worden met je kleinzoon is iets heel anders,” zegt Emile.
“Dat kun je niet voorspellen. Al wisten we dat Niels en Speedy in vorm waren: ze liepen de finale van het BK junioren en mijn zoon Steven sprong er ook mee op het BK van de zevenjarigen. Ik heb vijf kleinkinderen, ze springen allemaal. De smaak zit erin, dus ik moet blijven fokken. Gemiddeld fokken we acht veulens per jaar, volgend jaar dertien. Voor de volgende generatie.”
Niels’ vader Geert vult aan: “Speedy werd door ons allemaal gereden: mijn broer, ikzelf en Niels, die hem al als vierjarige reed. We merkten al snel dat het klikte tussen hen. Ik werd vorig jaar vice-Belgisch kampioen met hem, mijn broer reed hem op het BK zevenjarigen omdat Niels dat weekend op het EK met de pony’s zat. Maar eerlijk, Speedy sprong het best met Niels. Dat hij hem zou rijden op het WK was vanzelfsprekend.”
Of Niels al verder staat dan zijn vader op die leeftijd? Geert glimlacht. “Veel verder. Hij heeft betere paarden en betere begeleiding. Wij deden toen veel op gevoel, nu weten jongeren waar ze mee bezig zijn. Hij heeft onze ervaring als basis en krijgt daarbovenop technische begeleiding in dressuur en springen. De evolutie in de sport is enorm.”
“Enkel talent volstaat niet”
De familie runt Stoeterij Mivaro als gezamenlijk project. Wat begon als bijberoep van Emile en zijn zonen, groeide uit tot een vaste waarde. Steven is intussen voltijds actief in het bedrijf. Geert blijft realistisch over de toekomst van Niels: “Hij heeft talent, maar dat alleen is niet genoeg. Het draait om hard werken, volhouden en leren omgaan met ups en downs. Of hij ooit professioneel ruiter wordt, zal de tijd uitwijzen. Hij is nog jong.”
Aan paarden is er geen gebrek bij Mivaro, maar verkopen hoort erbij. “Niels’ BK- en EK-pony is verkocht, en ook Speedy van Klapscheut vertrok na het WK,” vertelt Geert. “Dat hoort bij het leven van een ruiter. Gelukkig staat er al een opvolger klaar: Muze van Klapscheut Z, eveneens een zevenjarige met wie Steven de finale van het WK sprong.”
Voor Niels was het afscheid van Speedy zwaar. “Het WK was onze laatste wedstrijd. Ik had nog veel met hem kunnen doen. We vormden een sterk team, hij deed altijd zijn best voor mij. Speedy was de beste Klapscheut die ik ooit gereden heb.” De dag na zijn zilveren medaille zat hij alweer op school. “Ze wisten wel wat er gebeurd was, maar maandag was alles terug gewoon. Nog twee jaar school, dan hoop ik iets met paarden te kunnen doen. Mijn droom is om profruiter te worden.”
 
                         
 
