Skip to content

Copyright

Walter Lelie: "Financiën en sport wringen soms en dat gaat ten koste van de kwaliteit..."

Zowel Willem Greve als Walter Lelie staan bekend als ruiters die al heel wat waters hebben doorzwommen. Ze begrijpen een paard en kunnen het van zadelmak opleiden naar een internationaal CSI5* Grand Prix niveau. "Ik merk dat de handel het wat overneemt van het goede leer traject van het paard," vertelt Greve. "Hoewel ik vind dat er voldoende goede ruiters zijn om jonge paarden op te leiden," vult Lelie aan.

"Het opleiden van jonge paarden is een moeilijk beroep. Je moet je passie ten volle laten gaan, maar toch ook je ambities wat aan banden leggen." vertelt Walter Lelie. "Een ruiter die jonge paarden goed kan opleiden heeft de kunde om 1.50m parcoursen te springen, maar kiest ervoor zijn kennis en kunde in te zetten om jonge paarden een goede opleiding te voorzien."

Volgens Lelie zijn er door omstandigheden dus voldoende ruiters die capabel zijn jonge springpaarden op te leiden. "Misschien beseffen ze het niet allemaal," vult de Oost-Vlaming aan. "Zoals gezegd je moet je ambitie aan banden leggen, maar ook beseffen dat internationaal springruiter zijn van vele factoren afhankelijk zijn. Op dat niveau aan de start komen heeft niet alleen te maken met goede ruiter zijn, in tegendeel. Je moet eigenaren hebben, uw gezinsleven moet er op afgesteld zijn."

De Moeilijkheid is gemotiveerde ruiters vinden ...

Willem Greve vult onmiddellijk aan. "Ik vind niet dat er genoeg ruiters zijn. Dat gebrek aan trainers is ergens wel logisch te verklaren. Het probleem is dat een goede stal van alle markten thuis moet zijn maar. Echter, zoals Walter toelicht, is dat vaak, omwille van omstandigheden, moeilijk haalbaar. Immers vraagt dat heel wat middellen. Als je als stal paarden buitenshuis gaat zetten om ze te trainen betaal je 800 a 1000 euro per maand per paard."

"Dat is an sich niet veel geld als ze de correcte opleiding genieten. Alleen, voor die ruiters schiet het niet op aan dat bedrag en dan hebben ze al snel 20 a 30 paarden op stal staan. Dat krijg je niet gemanaged als ruiter met 24 uur op een dag! Zo lever je in op de kwaliteit van de opleiding."

"We moeten ons de vraag stellen of een Grand Prix ruiter wel de tijd heeft een jong paard op te leiden. De paarden ambacht deint geleidelijk uit. Alles moet snel, snel gaan en de ruiters nemen de tijd niet meer om hen paard te leren kennen, het te begrijpen in zijn handelingen en daar vervolgens op te anticiperen. Dat is volgens mij het grootste gemis in onze sport..."

Lees volgende maand meer over dit topic in de Paarden Gazet

"Het opleiden van jonge paarden is een moeilijk beroep. Je moet je passie ten volle laten gaan, maar toch ook je ambities wat aan banden leggen." vertelt Walter Lelie. "Een ruiter die jonge paarden goed kan opleiden heeft de kunde om 1.50m parcoursen te springen, maar kiest ervoor zijn kennis en kunde in te zetten om jonge paarden een goede opleiding te voorzien."

Volgens Lelie zijn er door omstandigheden dus voldoende ruiters die capabel zijn jonge springpaarden op te leiden. "Misschien beseffen ze het niet allemaal," vult de Oost-Vlaming aan. "Zoals gezegd je moet je ambitie aan banden leggen, maar ook beseffen dat internationaal springruiter zijn van vele factoren afhankelijk zijn. Op dat niveau aan de start komen heeft niet alleen te maken met goede ruiter zijn, in tegendeel. Je moet eigenaren hebben, uw gezinsleven moet er op afgesteld zijn."

De Moeilijkheid is gemotiveerde ruiters vinden ...

Willem Greve vult onmiddellijk aan. "Ik vind niet dat er genoeg ruiters zijn. Dat gebrek aan trainers is ergens wel logisch te verklaren. Het probleem is dat een goede stal van alle markten thuis moet zijn maar. Echter, zoals Walter toelicht, is dat vaak, omwille van omstandigheden, moeilijk haalbaar. Immers vraagt dat heel wat middellen. Als je als stal paarden buitenshuis gaat zetten om ze te trainen betaal je 800 a 1000 euro per maand per paard."

"Dat is an sich niet veel geld als ze de correcte opleiding genieten. Alleen, voor die ruiters schiet het niet op aan dat bedrag en dan hebben ze al snel 20 a 30 paarden op stal staan. Dat krijg je niet gemanaged als ruiter met 24 uur op een dag! Zo lever je in op de kwaliteit van de opleiding."

"We moeten ons de vraag stellen of een Grand Prix ruiter wel de tijd heeft een jong paard op te leiden. De paarden ambacht deint geleidelijk uit. Alles moet snel, snel gaan en de ruiters nemen de tijd niet meer om hen paard te leren kennen, het te begrijpen in zijn handelingen en daar vervolgens op te anticiperen. Dat is volgens mij het grootste gemis in onze sport..."

Lees volgende maand meer over dit topic in de Paarden Gazet

Vorige Belgen spelen geen hoofdrol in CSI5* openingsrubriek Mexico Volgende Belgische Faustino de Tili schittert opnieuw in Wellington