De International Jumping Riders Club (IJRC) komt met een tegenvoorstel voor de Olympische indeling van het jumpingonderdeel naar aanleiding van het debat hierover op het laatste FEI Sport Forum. Het voorstel heeft de volledige ondersteuning gekregen van internationale ruiters en eigenaars en werd ondertekent door een groot aantal belanghebbenden in de paardensport.
Paardenwelzijn
Als er enkel team van drie ruiters gevormd worden zonder schrapresultaat, dan zal als een paard niet 100% fit to compete verklaard is, de ruiter onder sterke druk staan om toch deel te nemen, om een uitsluiting van het team te vermijden. Dit gaat tegen ons fundamentele principe van het welzijn van het paard op de eerste plaats te zetten in. Bovendien, als een ruiter het welzijn van zijn paard wil beschermen, dan hebben de overige ruiters van het team geen andere keuze dan ook op te geven - dit heeft een groot effect op zowel het competitieve als het entertainment gedeelte van het event. De wissel van paard en ruiter in de tweede ronde die dan volgt ten gevolge van het wegvallen van de andere ruiter en paard, zet de ruiters, maar vooral de paarden onder een grote druk. Het paard komt dan in de competitie zonder een geleidelijke toename in moeilijkheidsgraad, maar moet direct een veel zwaarder parcours springen, dit zou gevaarlijk kunnen zijn (expert parcoursbouwers zijn hier mee eens en kunnen dit punt bevestigen) Het is een groot nadeel voor het paard dat in de piste moet komen als hij nooit de kans heeft gehad om de ondergrond uit te proberen, de sprongen nog nooit heeft gezien, het groot water en de lijnen. In feite, is het wel bekend dat de eerste dag en de eerste ronde van de Olympische Spelen en andere kampioenschappen niet het niveau hebben van de volgende dagen. Dit is om te vermijden dat er ongelukken gebeuren bij de minder ervaren ruiters, en om de paarden de kans te geven om geleidelijk aan te wennen aan toename in moeilijkheidsgraad. Als er tijdens de Olympische Spelen in Rio teams van drie ruiters waren, dan zouden de teams van Amerika en Nederland, die beiden een paard verloren tijdens de tweede dag, hun reserve paard hebben moeten doen starten. Deze reserve combinatie zou dan in de derde ronde van de tweede dag zonder enige ervaring in deze ring en op de wedstrijd moeten deelnemen, dit zou het team resultaat kunnen hebben beïnvloed en het team in risico hebben geplaatst.Belangrijk om schrapresultaat te behouden
Zonder het schrapresultaat zou de wedstrijd minder spannen zijn, en we willen niet dat alles al na de eerste ronde bepaald is. Het schrapresultaat is niet moeilijk om te verstaan door het publiek en houdt de wedstrijd spannend tot het einde, anders zou alles al bepaald kunnen zijn na de eerste ronde. Rio is het bewijs dat het systeem met de vier ruiters en het schrapresultaat werkt. Het was dramatisch en spannen tot het einde. Moest het schrapresultaat er niet zijn geweest dan was het gastland, Brazilië, uitgesloten. Een van de ruiters werd uitgesloten toen hij de ring verliet. Dit zou ervoor gezorgd hebben dat het hele team uitgesloten was, moest er geen schrapresultaat zijn. Het publiek zou dan heel ontgoocheld zijn.- Rio 2016: Met schrapresultaat 15 Teams van 4 ruiters = 60 Individueel: 15 Totaal : 75 ruiters en 28 landen (16 landen van 44 doen niet mee)
- FEI voorstel: Geen schrapresultaat 20 teams van 3 ruiters = 60 ruiters (20 actieve reserves) Individueel: 15 Totaal: 75 ruiters en 33 landen (11 landen van de 44 doen niet mee) Dit voorstel zou kleine landen die geen vierde ruiter hebben, in moelijkheden brengen, bij noodzakelijke vervanging voor of tijdens de wedstrijd. Het is daarom weinig zinvol om het aantal deelnemende landen met maar vijf landen te doen verhogen.
- Voorstel van de atleten: Met schrapresultaat (belangrijk om te behouden) 14 teams van 4 ruiters = 56 ruiters Individueel: 19 Totaal: 75 ruiters en 33 landen –zelfde als FEI voorstel (11 landen van de 44 doen niet mee)
De International Jumping Riders Club (IJRC) komt met een tegenvoorstel voor de Olympische indeling van het jumpingonderdeel naar aanleiding van het debat hierover op het laatste FEI Sport Forum. Het voorstel heeft de volledige ondersteuning gekregen van internationale ruiters en eigenaars en werd ondertekent door een groot aantal belanghebbenden in de paardensport.
Paardenwelzijn
Als er enkel team van drie ruiters gevormd worden zonder schrapresultaat, dan zal als een paard niet 100% fit to compete verklaard is, de ruiter onder sterke druk staan om toch deel te nemen, om een uitsluiting van het team te vermijden. Dit gaat tegen ons fundamentele principe van het welzijn van het paard op de eerste plaats te zetten in. Bovendien, als een ruiter het welzijn van zijn paard wil beschermen, dan hebben de overige ruiters van het team geen andere keuze dan ook op te geven - dit heeft een groot effect op zowel het competitieve als het entertainment gedeelte van het event. De wissel van paard en ruiter in de tweede ronde die dan volgt ten gevolge van het wegvallen van de andere ruiter en paard, zet de ruiters, maar vooral de paarden onder een grote druk. Het paard komt dan in de competitie zonder een geleidelijke toename in moeilijkheidsgraad, maar moet direct een veel zwaarder parcours springen, dit zou gevaarlijk kunnen zijn (expert parcoursbouwers zijn hier mee eens en kunnen dit punt bevestigen) Het is een groot nadeel voor het paard dat in de piste moet komen als hij nooit de kans heeft gehad om de ondergrond uit te proberen, de sprongen nog nooit heeft gezien, het groot water en de lijnen. In feite, is het wel bekend dat de eerste dag en de eerste ronde van de Olympische Spelen en andere kampioenschappen niet het niveau hebben van de volgende dagen. Dit is om te vermijden dat er ongelukken gebeuren bij de minder ervaren ruiters, en om de paarden de kans te geven om geleidelijk aan te wennen aan toename in moeilijkheidsgraad. Als er tijdens de Olympische Spelen in Rio teams van drie ruiters waren, dan zouden de teams van Amerika en Nederland, die beiden een paard verloren tijdens de tweede dag, hun reserve paard hebben moeten doen starten. Deze reserve combinatie zou dan in de derde ronde van de tweede dag zonder enige ervaring in deze ring en op de wedstrijd moeten deelnemen, dit zou het team resultaat kunnen hebben beïnvloed en het team in risico hebben geplaatst.Belangrijk om schrapresultaat te behouden
Zonder het schrapresultaat zou de wedstrijd minder spannen zijn, en we willen niet dat alles al na de eerste ronde bepaald is. Het schrapresultaat is niet moeilijk om te verstaan door het publiek en houdt de wedstrijd spannend tot het einde, anders zou alles al bepaald kunnen zijn na de eerste ronde. Rio is het bewijs dat het systeem met de vier ruiters en het schrapresultaat werkt. Het was dramatisch en spannen tot het einde. Moest het schrapresultaat er niet zijn geweest dan was het gastland, Brazilië, uitgesloten. Een van de ruiters werd uitgesloten toen hij de ring verliet. Dit zou ervoor gezorgd hebben dat het hele team uitgesloten was, moest er geen schrapresultaat zijn. Het publiek zou dan heel ontgoocheld zijn.- Rio 2016: Met schrapresultaat 15 Teams van 4 ruiters = 60 Individueel: 15 Totaal : 75 ruiters en 28 landen (16 landen van 44 doen niet mee)
- FEI voorstel: Geen schrapresultaat 20 teams van 3 ruiters = 60 ruiters (20 actieve reserves) Individueel: 15 Totaal: 75 ruiters en 33 landen (11 landen van de 44 doen niet mee) Dit voorstel zou kleine landen die geen vierde ruiter hebben, in moelijkheden brengen, bij noodzakelijke vervanging voor of tijdens de wedstrijd. Het is daarom weinig zinvol om het aantal deelnemende landen met maar vijf landen te doen verhogen.
- Voorstel van de atleten: Met schrapresultaat (belangrijk om te behouden) 14 teams van 4 ruiters = 56 ruiters Individueel: 19 Totaal: 75 ruiters en 33 landen –zelfde als FEI voorstel (11 landen van de 44 doen niet mee)