Skip to content

Copyright

Robin en Wilm Vermeir: "Ons systeem wijkt enigszins af van het klassiek rijonderricht"

Wilm Vermeir kennen we als Olympische ruiter en winnaar van de wereldbeker in Mechelen (2022). Zijn dochter Robin kennen we als meervoudig Belgisch kampioene. In het dagelijks leven vormen ze een hecht duo. Het zal in de Nekkerhal niet anders zijn. Daar worden ze een cowboykoppel in het barrel racen, een knotsgekke showproef die de derde dag van Jumping Mechelen afsluit. Entertainment en spektakel is verzekerd als de jumpingtoppers uit hun comfortzone treden. Maar hoe verhouden Wilm en Robin zich tot elkaar?

‘Robin wordt pas tijdens Jumping Mechelen 14. Ondertussen won ze al 3 gouden en één bronzen medaille op het BK en werd ze vierde op het EK’, mijmert Wilm Vermeir:  ‘Robin heeft een atypische opleiding gekregen. Al kunnen we niet voorbijgaan aan de talenten van Robin zelf. Ze slaagt er altijd in om in alle omstandigheden rustig en beheerst te rijden. Ze kan al oplossend denken tijdens haar parcours. Straf voor iemand van haar leeftijd’, stelt papa Wilm vast. Als mama Karolien aansluit, komen we tot de conclusie: Robin is de beste versie van haar vader en moeder.

Robin, we gaan even terug naar het BK. Bij de pony’s begon je als leider aan de finale. In de eerste ronde kom je buiten met 8 strafpunten. Iedereen zou in zak en as zitten. Jij springt je tweede ronde foutloos en wint goud. Mogen we dat heel straf vinden?

Robin: geen idee, in de landenwedsstrijden rijd ik ook als laatste.

Wilm: Je zal me zelden uitbundig zien, ik ben wel een hele fiere en trotse vader. Ik was op het BK even blij dan wanneer ik de wereldbeker in Mechelen won. Omdat het ook aantoont dat onze stal goed draait en we niet verkeerd bezig zijn. De paarden waren goed, Robin en Vic (De Plecker) reden geconcentreerd. Alles klopte dat weekend.

Wat Robin doet is heel straf. Ze wordt pas eind december 14 en werd al driemaal Belgisch kampioen, won eenmaal brons en werd vorig jaar vierde op het EK. Op haar leeftijd!

En aansluitend op wat Robin zegt, het is geen toeval dat ze in het team als laatste start. Als het nodig is, rijdt Robin foutloos. Het typeert haar: Robin blijft altijd kalm. Ik herinner me één van haar eerste landenprijzen. De bondscoach zat samen met zijn ponyruiters en er was discussie over de startvolgorde. Vooral over wie als laatste zou rijden, de meest ondankbare startplaats. Robin was 11 en stelde zelf voor om als laatste te rijden.

Robin: ik denk dat ik goed mijn aandacht bij het parcours kan houden en me niet snel laat afleiden door de inzet en het belang van de proef. In die zin maakt het niet uit of ik thuis een parcours spring of op de finale van een BK.

Wilm: in een parcours kan altijd iets misgaan. Robin slaagt er altijd in om in alle omstandigheden rustig en beheerst te rijden. In de eerste ronde van de finale was er een vergissing, toch brengt dat Robin niet van haar stuk. Ze kan al oplossend denken tijdens haar parcours.

Is dat aangeleerd of aangeboren talent?

Als beginnende amazone heeft ze uiteraard dressuurles gekregen, maar wij zijn vooral begonnen met leren galopperen in verlichte zit. Zo ontwikkelde ze haar evenwicht en leerde ze stilzitten op haar pony en paard. In de binnenpiste legden we een knoop in de teugels en lieten we de pony vrij springen, met Robin in het zadel. Galopperen in verlichte zit, vrij springen zonder teugels, lichtrijden aan de longe, dat draagt er allemaal toe bij dat je je pony of paard beter aanvoelt en je natuurlijk evenwicht zoekt. Ons systeem wijkt enigszins af van het klassiek rijonderricht. Robin heeft leren rijden vanuit de galop. Wijken voor de kuit, lopen aan de loodlijn, dat is pas op latere leeftijd aan bod gekomen.

Was jij onmiddellijk aangetrokken tot paarden?

Robin: paarden en honden. Ik kende al op jonge leeftijd alle namen van de paarden. Dat waren na mama en papa wellicht mijn eerste woordjes. Paarden borstelen en vlechtjes (proberen) leggen was het liefste wat ik deed. Ik was anderhalf jaar wanneer ik mijn eerste pony kreeg, van nonkel Bert, de broer van papa. Met die pony ging ik samen met mama wandelen.

Wilm: Robin was 4 toen ze haar eerste rijpony kreeg, we kochten hem bij Erik De Winter en was 23 jaar. Hij is vorig jaar overleden. Vervolgens kochten enkele pony’s, mooie maar geen goede. Ik herinner me nog een pony waar Robin voor ik begon les te geven al drie keer was afgevallen.

Robin: ik ben veel van mijn pony’s gevallen. Maar kroop er telkens terug op. Dan kwam er op een gegeven moment toch een pony waarmee ik veel won.

Wilm: een geschikte pony zoeken is geen sinecure. We hebben dagen rondgereden in België en Nederland. Tot we uiteindelijk Grietje van de Mispelaere vonden via Christophe Wouters. Met Grietjes won Robin quasi elke week haar proef. Wat ons als ouder vooral veel deugd doet, is dat Robin het bovenal goed wil doen. Ze rijdt niet om er bij te horen.

Wat was de voornaamste les die je wilde meegeven aan je dochter?

Wilm: Robin leerde met enkele schoolvriendinnetjes rijden in de manege. Zo is het begonnen. We hadden al vrij snel enkele pony’s waarmee ze 1.30m proeven kon springen en die ervaring nemen ze niet meer af.

In het algemeen is het belangrijk dat Robin enerzijds gelooft in haar paard en anderzijds niet te snel opgeeft als het eens niet lukt. En dat je eerst zelf goed moet leren rijden voor je een oordeel velt over je paard. Correct rijden betekent ook respectvol rijden. Je hoort het vaak in de paddock: ‘spring eens tegen de balk, dan wordt hij voorzichtig’. Zo werkt het niet. Leer eerst je paard rijd goed rijden zodat hij de kans krijgt om te tonen wat hij kan.

Robin: net zoals mijn papa win ik heel graag. Met Grietje won ik 38 proeven. Zij was een abnormale slimme pony. Wanneer we samen parcours gingen verkennen, stelde ik vast dat ik tijdens onze rit wendingen nam die we voordien onmogelijk achtten. Met zo’n pony is paardrijden plezant.

Wilm: zo’n pony is belangrijk voor het leerproces en de ervaring in de ring. We hebben die pony moeten verkopen voor een betere en dat kwam hard binnen. Het maakt evenwel deel uit van een leven met paarden.

Robin: ik heb toen 3 maanden niet gereden. Het hielp wel dat ik wist aan wie ze verkocht werd, een goede vriendin. Dat vond ik heel belangrijk.

Wilm: ik ben ooit begonnen met vierjarigen en heb dat jaren gedaan. Wat ik voor Robin belangrijk vind in haar opleiding, is dat zij leert om de juiste/goede paarden te kiezen. Ik denk dat ik daar zelf een oog voor heb en dat wil ik haar graag leren. We vergissen ons allemaal wel eens in een paard. Het is belangrijk dat we die vergissingen tot een minimum beperken.

Geduld is een schone deugd. Zeker met paarden?

Wilm: als een resultaat tegenvalt, moet je kwaad worden. Anders heb je geen winnaarsmentaliteit. Belangrijk is wel dat je kwaad wordt op jezelf, niet op je pony of paard. Wat me wel opvalt aan Robin, is dat ze enorm goed kan relativeren. ik zet mezelf vaak onder druk, te veel druk zelfs. Daar is Robin veel beter in. Als we een slecht parcours rijden, zijn we allebei heel ongelukkig en denken we dat de wereld gaat vergaan. Bij de papa duurt dat 3 weken, bij Robin 3 minuten. Bij wijze van spreken. Zij kan de knop sneller omdraaien.

Robin: als ik dan thuiskom, bak ik soms een cake, dat doe ik graag en verzet mijn zinnen.

Wilm: waar Robin ook beter in is dan haar papa, is beslissen. Zoals op het BK. Zij koos met welke pony ze de finale reed. Robin zou het beter niet horen, maar ik kan twijfelen. Heel lang twijfelen.

Robin: ik weet niet of ik altijd de juiste keuze maak, ik kies wel snel.

Wilm: omdat Robin heel goed weet wat ze wil. Ze staat sterk in haar schoenen. Robin

rijdt abnormaal goed voor haar leeftijd. Mede dankzij goede pony’s en paarden. Tot nu was alles succesvol. Ik ben wel nieuwsgierig naar de volgende stap. Als Robin over enkele jaren 1.40/1.45m springt, zal ze geconfronteerd met het gegeven dat paarden op dat niveau niet altijd foutloos springen. Vandaag kunnen we niet inschatten hoe Robin daarop zal reageren.

Robin: ik rijd niet altijd om te winnen. Op landenwedstrijden is de eerste dag een trainingsronde en hoeft winnen niet. En het hangt ook af van mijn pony of paard. De ene leent er zich al beter toe dan de andere.

Wilm: we verwachten van Robin dat ze onze raad volgt. Daar zijn we streng in. Bij nader inzien besef ik dat ik heel streng kan zijn. Misschien omdat ik in het heetst van de strijd heel nerveus ben? En mijn verleden speelt ook een rol. Als ik vroeger een slechte wedstrijd reed, zei mijn vader ‘soms is je best doen niet goed genoeg’ en hij ging terug naar zijn winkel. Zoek het dus zelf uit. Nu pak je dat anders aan, ga je in dialoog, geef je tekst en uitleg. Je leert uit je eigen ervaring. In de ene stal waar ik werkte, werd ik hard aangepakt, in de andere werd ik positief benaderd. Dat vormt je idee en methodiek over hoe je het zelf wil overbrengen. Je pikt van iedereen iets op en maakt daar een eigen versie van. Ook mijn vrouw Karolien heeft daar een belangrijke invloed op.

Dan is er nog de tijdsgeest. De jeugd wordt vandaag heel positief benaderd. In mijn tijd kreeg je reëel onder je voeten als het slecht was. De beste aanpak ligt in het midden. En we moeten niet flauw doen. Als het niet goed is, moet je het ook niet vergoelijken. Ik weet dat ik scherp kan reageren. Dat is ook voor mij een leerproces. Aan de andere kant, Marc Van Dijck en Gilles Thomas zijn twee straffe mannen, misschien wel het strafste duo dat we kennen. Denk jij dat Marc Gilles aanpakt met een fluwelen handschoen? Ik denk dat iedereen Marc al bezig gehoord heeft. En als Niels Bruynseels vroeger niet goed was, hoorde je dat ook aan Harry zijn stem.

Robin: ik weet doorgaans wel vanwaar een fout komt. Mama reageert daar rustiger op. Zij is ook meer bij mij. Aan de andere kant, zal ik tijdens een landenwedstrijd altijd papa bellen. Als hij op wedstrijd is, volgt hij onze landenprijs via de livestream. Voor ik binnenrijd, bellen we dan even en overlopen we het parcours.

Wilm: we zien dat sommige ruiters al op vrij jonge leeftijd hun plan moeten trekken tijdens de parcoursverkenning. Dat doen we nog niet. Natuurlijk, als je zoals ik zelf rijdt is het vanzelfsprekend dat je verkent. Dan maken we een plan op dat Robin perfect uitvoert. Of toch meestal.

Jij sprong in Lummen tijdens het BK. Voor de finale verzaakte jij aan de GP?

Wilm: logisch toch? Dat was zo afgesproken. Ik was er op het BK de eerste en de laatste dag bij. En we moeten niet vals bescheiden zijn. Met Robin bij de pony’s en de scholieren en Vic De Plecker bij de Young Riders wisten we dat we niets kansloos waren. Ik wilde er dus zelf bij zijn. Omdat zij zich dan helemaal op mij concentreren en niet op het kampioenschap.

Robin: klopt helemaal. Papa kan het vuur aanwakkeren en me extra motiveren. Mama is vaker bij mij op wedstrijd en is veel rustiger, papa is heviger.

Wilm: ik denk dat we op elkaar lijken en dezelfde winnaarsmentaliteit delen. Het relativeringsvermogen heeft ze mama. Met andere woorden, Robin is de betere versie van ons beiden.

De opvolging is verzekerd?

Robin: ik denk het wel. Ik zou toch graag profamazone willen worden.

Wilm: Vandaag is dat de keuze van haar hart. Maar kan je die beslissing al nemen op je 14e? Het valt me al wel op hoe professioneel en gedisciplineerd Robin omgaat met haar pony’s en paarden. Ongeacht het resultaat, goed of slecht, volgt ze na een rit consequent hetzelfde ritueel voor haar pony/paard. Draven, uitstappen, verzorgen, een resultaat brengt haar niet van de kaart. Ik vind dat straf op haar leeftijd. Onlangs viel ze in een parcours bij hindernis 10. Haar paard stopte en ze vloog er reëel af. Hij galoppeert uit de piste. We vangen hem op, Robin blijft rustig, stapt opnieuw op en neemt nog enkele hindernissen alsof er niks gebeurd is. Ik heb die hindernis verkeerd aangereden, zegt ze en ze zadelt vervolgens haar volgend paard op. 

De volgende IQ’s gaan naar Robin en niet naar Wilm?

Wilm: Als Robin er echt voor wil gaan en er komt nog een paard zoals IQ op stal, zal het inderdaad voor Robin zijn. Ik hoop zelfs dat zij die dan zal rijden en ik ga dat paard met plezier aan haar geven.

Is paardrijden nog enkel plezant spelen of is het al bittere ernst?

Wilm: dat is een moeilijke evenwichtsoefening. Robin rijdt graag en veel en zit in een fase waarin ze telkens hoger wil springen. Die kans krijgt ze, waardoor ze zelden onder de indruk is van hoge parcours. Voor mij mag het soms eens minder zijn, in plaats van altijd meer. Omdat ik van oordeel ben dat wereld uit meer bestaat dan paarden. Robin moet ook de echte wereld ontdekken. Als het over paarden gaat, zijn Robin en mama daar heviger in als ik.

Robin: ik vind het vooral plezant. En het is serieus want we zijn ambitieus. Dat gaat samen. Ik word gelukkig als ik op wedstrijd mag gaan.

Hoeveel beter is Robin ten opzichte van haar vader op z’n 14e?

Wilm: Dat kan je niet vergelijken omdat het twee totaal verschillende werelden zijn. Ik reed LRV: doorzitten, zonder beugels rijden en je paard aan de teugel trekken. Dat was de tijdsgeest. Wij hebben nu onze eigen rijstijl die ik aan Robin doorgeef. Ik heb die pas ontdekt op m’n 35e. Ik heb lang gereden met de vraag of ik wel goed genoeg was? Daarbij komt dat je sterk in je schoenen moet staan. Je weg naar de top ligt bezaaid met twijfel en onzekerheid. Dat is inherent aan elke topsporter en ik maak daar geen uitzondering op. Robin heeft wat dat betreft al veel meer ervaring.

Ik ben als ruiter op m’n 18e begonnen bij Jean Vanderlinden, de eigenaar van Cumano. Ik kon er beginnen omdat ik daarvoor mijn schoolvakanties bij Marc Van Dijck doorbracht, waar ik veel geleerd heb. Bij Vanderlinden reed ik samen met Christophe Vanderhasselt. We waren twee hevige mannen die het gingen waarmaken. Ik kwam er vrij snel achter dat ik mijn plannen daar niet zo realiseren. Christophe was een betere ruiter en kreeg de betere paarden. Ik reed met de rest, zonder enige begeleiding. Na enkele maanden kon ik aan de slag in de handelsstal van Joris De Wachter, waar ik 5 jaar gebleven ben. Nadien volgde een mooie periode bij Luc Tilleman, die investeerde in opleiding. Ik heb er veel geleerd van Patrick Vandereyt en Jan Symons. Robin heeft van bij haar start de juiste begeleiding gekregen. Kijk naar de kinderen van bekende ruiters. Die hebben toch allemaal een betere rijstijl dan hun vader? Onze generatie heeft zelf zijn weg moeten zoeken. Nu staat er tijdens een wedstrijd naast elk kind een trainer. Ze worden veel beter begeleid. En wat Robin nu meekrijgt via de paarden, kunnen ze haar niet meer afnemen. Ik heb het dan over focus en aandacht, discipline, vallen, opstaan en doorgaan, omgaan met tegenslag, nooit opgeven. Daarmee zal ze sowieso sterker staan in het leven. En ondertussen genieten we van elk moment dat we met de familie samen zijn.

‘Robin wordt pas tijdens Jumping Mechelen 14. Ondertussen won ze al 3 gouden en één bronzen medaille op het BK en werd ze vierde op het EK’, mijmert Wilm Vermeir:  ‘Robin heeft een atypische opleiding gekregen. Al kunnen we niet voorbijgaan aan de talenten van Robin zelf. Ze slaagt er altijd in om in alle omstandigheden rustig en beheerst te rijden. Ze kan al oplossend denken tijdens haar parcours. Straf voor iemand van haar leeftijd’, stelt papa Wilm vast. Als mama Karolien aansluit, komen we tot de conclusie: Robin is de beste versie van haar vader en moeder.

Robin, we gaan even terug naar het BK. Bij de pony’s begon je als leider aan de finale. In de eerste ronde kom je buiten met 8 strafpunten. Iedereen zou in zak en as zitten. Jij springt je tweede ronde foutloos en wint goud. Mogen we dat heel straf vinden?

Robin: geen idee, in de landenwedsstrijden rijd ik ook als laatste.

Wilm: Je zal me zelden uitbundig zien, ik ben wel een hele fiere en trotse vader. Ik was op het BK even blij dan wanneer ik de wereldbeker in Mechelen won. Omdat het ook aantoont dat onze stal goed draait en we niet verkeerd bezig zijn. De paarden waren goed, Robin en Vic (De Plecker) reden geconcentreerd. Alles klopte dat weekend.

Wat Robin doet is heel straf. Ze wordt pas eind december 14 en werd al driemaal Belgisch kampioen, won eenmaal brons en werd vorig jaar vierde op het EK. Op haar leeftijd!

En aansluitend op wat Robin zegt, het is geen toeval dat ze in het team als laatste start. Als het nodig is, rijdt Robin foutloos. Het typeert haar: Robin blijft altijd kalm. Ik herinner me één van haar eerste landenprijzen. De bondscoach zat samen met zijn ponyruiters en er was discussie over de startvolgorde. Vooral over wie als laatste zou rijden, de meest ondankbare startplaats. Robin was 11 en stelde zelf voor om als laatste te rijden.

Robin: ik denk dat ik goed mijn aandacht bij het parcours kan houden en me niet snel laat afleiden door de inzet en het belang van de proef. In die zin maakt het niet uit of ik thuis een parcours spring of op de finale van een BK.

Wilm: in een parcours kan altijd iets misgaan. Robin slaagt er altijd in om in alle omstandigheden rustig en beheerst te rijden. In de eerste ronde van de finale was er een vergissing, toch brengt dat Robin niet van haar stuk. Ze kan al oplossend denken tijdens haar parcours.

Is dat aangeleerd of aangeboren talent?

Als beginnende amazone heeft ze uiteraard dressuurles gekregen, maar wij zijn vooral begonnen met leren galopperen in verlichte zit. Zo ontwikkelde ze haar evenwicht en leerde ze stilzitten op haar pony en paard. In de binnenpiste legden we een knoop in de teugels en lieten we de pony vrij springen, met Robin in het zadel. Galopperen in verlichte zit, vrij springen zonder teugels, lichtrijden aan de longe, dat draagt er allemaal toe bij dat je je pony of paard beter aanvoelt en je natuurlijk evenwicht zoekt. Ons systeem wijkt enigszins af van het klassiek rijonderricht. Robin heeft leren rijden vanuit de galop. Wijken voor de kuit, lopen aan de loodlijn, dat is pas op latere leeftijd aan bod gekomen.

Was jij onmiddellijk aangetrokken tot paarden?

Robin: paarden en honden. Ik kende al op jonge leeftijd alle namen van de paarden. Dat waren na mama en papa wellicht mijn eerste woordjes. Paarden borstelen en vlechtjes (proberen) leggen was het liefste wat ik deed. Ik was anderhalf jaar wanneer ik mijn eerste pony kreeg, van nonkel Bert, de broer van papa. Met die pony ging ik samen met mama wandelen.

Wilm: Robin was 4 toen ze haar eerste rijpony kreeg, we kochten hem bij Erik De Winter en was 23 jaar. Hij is vorig jaar overleden. Vervolgens kochten enkele pony’s, mooie maar geen goede. Ik herinner me nog een pony waar Robin voor ik begon les te geven al drie keer was afgevallen.

Robin: ik ben veel van mijn pony’s gevallen. Maar kroop er telkens terug op. Dan kwam er op een gegeven moment toch een pony waarmee ik veel won.

Wilm: een geschikte pony zoeken is geen sinecure. We hebben dagen rondgereden in België en Nederland. Tot we uiteindelijk Grietje van de Mispelaere vonden via Christophe Wouters. Met Grietjes won Robin quasi elke week haar proef. Wat ons als ouder vooral veel deugd doet, is dat Robin het bovenal goed wil doen. Ze rijdt niet om er bij te horen.

Wat was de voornaamste les die je wilde meegeven aan je dochter?

Wilm: Robin leerde met enkele schoolvriendinnetjes rijden in de manege. Zo is het begonnen. We hadden al vrij snel enkele pony’s waarmee ze 1.30m proeven kon springen en die ervaring nemen ze niet meer af.

In het algemeen is het belangrijk dat Robin enerzijds gelooft in haar paard en anderzijds niet te snel opgeeft als het eens niet lukt. En dat je eerst zelf goed moet leren rijden voor je een oordeel velt over je paard. Correct rijden betekent ook respectvol rijden. Je hoort het vaak in de paddock: ‘spring eens tegen de balk, dan wordt hij voorzichtig’. Zo werkt het niet. Leer eerst je paard rijd goed rijden zodat hij de kans krijgt om te tonen wat hij kan.

Robin: net zoals mijn papa win ik heel graag. Met Grietje won ik 38 proeven. Zij was een abnormale slimme pony. Wanneer we samen parcours gingen verkennen, stelde ik vast dat ik tijdens onze rit wendingen nam die we voordien onmogelijk achtten. Met zo’n pony is paardrijden plezant.

Wilm: zo’n pony is belangrijk voor het leerproces en de ervaring in de ring. We hebben die pony moeten verkopen voor een betere en dat kwam hard binnen. Het maakt evenwel deel uit van een leven met paarden.

Robin: ik heb toen 3 maanden niet gereden. Het hielp wel dat ik wist aan wie ze verkocht werd, een goede vriendin. Dat vond ik heel belangrijk.

Wilm: ik ben ooit begonnen met vierjarigen en heb dat jaren gedaan. Wat ik voor Robin belangrijk vind in haar opleiding, is dat zij leert om de juiste/goede paarden te kiezen. Ik denk dat ik daar zelf een oog voor heb en dat wil ik haar graag leren. We vergissen ons allemaal wel eens in een paard. Het is belangrijk dat we die vergissingen tot een minimum beperken.

Geduld is een schone deugd. Zeker met paarden?

Wilm: als een resultaat tegenvalt, moet je kwaad worden. Anders heb je geen winnaarsmentaliteit. Belangrijk is wel dat je kwaad wordt op jezelf, niet op je pony of paard. Wat me wel opvalt aan Robin, is dat ze enorm goed kan relativeren. ik zet mezelf vaak onder druk, te veel druk zelfs. Daar is Robin veel beter in. Als we een slecht parcours rijden, zijn we allebei heel ongelukkig en denken we dat de wereld gaat vergaan. Bij de papa duurt dat 3 weken, bij Robin 3 minuten. Bij wijze van spreken. Zij kan de knop sneller omdraaien.

Robin: als ik dan thuiskom, bak ik soms een cake, dat doe ik graag en verzet mijn zinnen.

Wilm: waar Robin ook beter in is dan haar papa, is beslissen. Zoals op het BK. Zij koos met welke pony ze de finale reed. Robin zou het beter niet horen, maar ik kan twijfelen. Heel lang twijfelen.

Robin: ik weet niet of ik altijd de juiste keuze maak, ik kies wel snel.

Wilm: omdat Robin heel goed weet wat ze wil. Ze staat sterk in haar schoenen. Robin

rijdt abnormaal goed voor haar leeftijd. Mede dankzij goede pony’s en paarden. Tot nu was alles succesvol. Ik ben wel nieuwsgierig naar de volgende stap. Als Robin over enkele jaren 1.40/1.45m springt, zal ze geconfronteerd met het gegeven dat paarden op dat niveau niet altijd foutloos springen. Vandaag kunnen we niet inschatten hoe Robin daarop zal reageren.

Robin: ik rijd niet altijd om te winnen. Op landenwedstrijden is de eerste dag een trainingsronde en hoeft winnen niet. En het hangt ook af van mijn pony of paard. De ene leent er zich al beter toe dan de andere.

Wilm: we verwachten van Robin dat ze onze raad volgt. Daar zijn we streng in. Bij nader inzien besef ik dat ik heel streng kan zijn. Misschien omdat ik in het heetst van de strijd heel nerveus ben? En mijn verleden speelt ook een rol. Als ik vroeger een slechte wedstrijd reed, zei mijn vader ‘soms is je best doen niet goed genoeg’ en hij ging terug naar zijn winkel. Zoek het dus zelf uit. Nu pak je dat anders aan, ga je in dialoog, geef je tekst en uitleg. Je leert uit je eigen ervaring. In de ene stal waar ik werkte, werd ik hard aangepakt, in de andere werd ik positief benaderd. Dat vormt je idee en methodiek over hoe je het zelf wil overbrengen. Je pikt van iedereen iets op en maakt daar een eigen versie van. Ook mijn vrouw Karolien heeft daar een belangrijke invloed op.

Dan is er nog de tijdsgeest. De jeugd wordt vandaag heel positief benaderd. In mijn tijd kreeg je reëel onder je voeten als het slecht was. De beste aanpak ligt in het midden. En we moeten niet flauw doen. Als het niet goed is, moet je het ook niet vergoelijken. Ik weet dat ik scherp kan reageren. Dat is ook voor mij een leerproces. Aan de andere kant, Marc Van Dijck en Gilles Thomas zijn twee straffe mannen, misschien wel het strafste duo dat we kennen. Denk jij dat Marc Gilles aanpakt met een fluwelen handschoen? Ik denk dat iedereen Marc al bezig gehoord heeft. En als Niels Bruynseels vroeger niet goed was, hoorde je dat ook aan Harry zijn stem.

Robin: ik weet doorgaans wel vanwaar een fout komt. Mama reageert daar rustiger op. Zij is ook meer bij mij. Aan de andere kant, zal ik tijdens een landenwedstrijd altijd papa bellen. Als hij op wedstrijd is, volgt hij onze landenprijs via de livestream. Voor ik binnenrijd, bellen we dan even en overlopen we het parcours.

Wilm: we zien dat sommige ruiters al op vrij jonge leeftijd hun plan moeten trekken tijdens de parcoursverkenning. Dat doen we nog niet. Natuurlijk, als je zoals ik zelf rijdt is het vanzelfsprekend dat je verkent. Dan maken we een plan op dat Robin perfect uitvoert. Of toch meestal.

Jij sprong in Lummen tijdens het BK. Voor de finale verzaakte jij aan de GP?

Wilm: logisch toch? Dat was zo afgesproken. Ik was er op het BK de eerste en de laatste dag bij. En we moeten niet vals bescheiden zijn. Met Robin bij de pony’s en de scholieren en Vic De Plecker bij de Young Riders wisten we dat we niets kansloos waren. Ik wilde er dus zelf bij zijn. Omdat zij zich dan helemaal op mij concentreren en niet op het kampioenschap.

Robin: klopt helemaal. Papa kan het vuur aanwakkeren en me extra motiveren. Mama is vaker bij mij op wedstrijd en is veel rustiger, papa is heviger.

Wilm: ik denk dat we op elkaar lijken en dezelfde winnaarsmentaliteit delen. Het relativeringsvermogen heeft ze mama. Met andere woorden, Robin is de betere versie van ons beiden.

De opvolging is verzekerd?

Robin: ik denk het wel. Ik zou toch graag profamazone willen worden.

Wilm: Vandaag is dat de keuze van haar hart. Maar kan je die beslissing al nemen op je 14e? Het valt me al wel op hoe professioneel en gedisciplineerd Robin omgaat met haar pony’s en paarden. Ongeacht het resultaat, goed of slecht, volgt ze na een rit consequent hetzelfde ritueel voor haar pony/paard. Draven, uitstappen, verzorgen, een resultaat brengt haar niet van de kaart. Ik vind dat straf op haar leeftijd. Onlangs viel ze in een parcours bij hindernis 10. Haar paard stopte en ze vloog er reëel af. Hij galoppeert uit de piste. We vangen hem op, Robin blijft rustig, stapt opnieuw op en neemt nog enkele hindernissen alsof er niks gebeurd is. Ik heb die hindernis verkeerd aangereden, zegt ze en ze zadelt vervolgens haar volgend paard op. 

De volgende IQ’s gaan naar Robin en niet naar Wilm?

Wilm: Als Robin er echt voor wil gaan en er komt nog een paard zoals IQ op stal, zal het inderdaad voor Robin zijn. Ik hoop zelfs dat zij die dan zal rijden en ik ga dat paard met plezier aan haar geven.

Is paardrijden nog enkel plezant spelen of is het al bittere ernst?

Wilm: dat is een moeilijke evenwichtsoefening. Robin rijdt graag en veel en zit in een fase waarin ze telkens hoger wil springen. Die kans krijgt ze, waardoor ze zelden onder de indruk is van hoge parcours. Voor mij mag het soms eens minder zijn, in plaats van altijd meer. Omdat ik van oordeel ben dat wereld uit meer bestaat dan paarden. Robin moet ook de echte wereld ontdekken. Als het over paarden gaat, zijn Robin en mama daar heviger in als ik.

Robin: ik vind het vooral plezant. En het is serieus want we zijn ambitieus. Dat gaat samen. Ik word gelukkig als ik op wedstrijd mag gaan.

Hoeveel beter is Robin ten opzichte van haar vader op z’n 14e?

Wilm: Dat kan je niet vergelijken omdat het twee totaal verschillende werelden zijn. Ik reed LRV: doorzitten, zonder beugels rijden en je paard aan de teugel trekken. Dat was de tijdsgeest. Wij hebben nu onze eigen rijstijl die ik aan Robin doorgeef. Ik heb die pas ontdekt op m’n 35e. Ik heb lang gereden met de vraag of ik wel goed genoeg was? Daarbij komt dat je sterk in je schoenen moet staan. Je weg naar de top ligt bezaaid met twijfel en onzekerheid. Dat is inherent aan elke topsporter en ik maak daar geen uitzondering op. Robin heeft wat dat betreft al veel meer ervaring.

Ik ben als ruiter op m’n 18e begonnen bij Jean Vanderlinden, de eigenaar van Cumano. Ik kon er beginnen omdat ik daarvoor mijn schoolvakanties bij Marc Van Dijck doorbracht, waar ik veel geleerd heb. Bij Vanderlinden reed ik samen met Christophe Vanderhasselt. We waren twee hevige mannen die het gingen waarmaken. Ik kwam er vrij snel achter dat ik mijn plannen daar niet zo realiseren. Christophe was een betere ruiter en kreeg de betere paarden. Ik reed met de rest, zonder enige begeleiding. Na enkele maanden kon ik aan de slag in de handelsstal van Joris De Wachter, waar ik 5 jaar gebleven ben. Nadien volgde een mooie periode bij Luc Tilleman, die investeerde in opleiding. Ik heb er veel geleerd van Patrick Vandereyt en Jan Symons. Robin heeft van bij haar start de juiste begeleiding gekregen. Kijk naar de kinderen van bekende ruiters. Die hebben toch allemaal een betere rijstijl dan hun vader? Onze generatie heeft zelf zijn weg moeten zoeken. Nu staat er tijdens een wedstrijd naast elk kind een trainer. Ze worden veel beter begeleid. En wat Robin nu meekrijgt via de paarden, kunnen ze haar niet meer afnemen. Ik heb het dan over focus en aandacht, discipline, vallen, opstaan en doorgaan, omgaan met tegenslag, nooit opgeven. Daarmee zal ze sowieso sterker staan in het leven. En ondertussen genieten we van elk moment dat we met de familie samen zijn.

Bron: Jumping Mechelen (Kris Van Loo)

Vorige Mathias Hazebroek klasse apart in 1,45m Mechelen Volgende Thibeau Spits en Conrad Quality Z verzekeren podiumplaats in Prijs Jumping Mechelen