1. Pas je training aan
    Je kunt bijvoorbeeld in de vroege ochtend of late avond gaan rijden, als het wat koeler is.
  2. Laat je paard voldoende drinken
    De waterinname kan op zomerse dagen verdubbelen. Zorg dus voor voldoende vers water! Vind je paard het lastig om te drinken? Voeg dan een scheutje appelsap aan het water toe.
  3. Bescherm je paard tegen de zon
    Zorg voor een weide met schaduw, of zet je paard pas buiten als de zon onder gaat. Als je paard een lichte neus heeft, smeer die dan in met zonnebrand.
  4. Zorg voor verkoeling
    Je kan hiervoor beter geen deken of ‘cooler’ gebruiken. De beste manier om een paard snel af te laten koelen is het goed af te spuiten met koel water. 
  5. Vul verloren mineralen aan
    Tijdens het zweten verliezen paarden mineralen zoals natrium, kalium, chloride, calcium en magnesium. Dit kan je aanvullen met een zoutblok of elektrolyten.

Oververhitting 
Paarden kunnen veel beter zweten dan bijvoorbeeld honden, maar ook bij paarden kan hittestress (heat stress) voorkomen. Niet alleen tijdens arbeid, maar ook als de dieren in de zomer in een wei zonder schaduw lopen. 

Paardentransport
Houd de verkeersinformatie zorgvuldig in de gaten en bedenk dat de reis afbreken en teruggaan soms echt het verstandigste is. Met een paard in een trailer, of in een veewagen, in een file terecht komen, kan het welzijn van het paard/paarden ernstig aantasten. Wanneer de paardenauto volledig airconditioned is en er ook drinkbakjes aan boord zijn of elke paar uur gestopt wordt om water aan te bieden, kan er natuurlijk ook bij (heel) warm weer wel gereisd worden.

Luister naar je paard
Zoals bij alles, geldt bij warm weer ook; luister naar jezelf én naar je paard. De één kan beter tegen warmte dan de ander.





Bron: KNHS