Update: Martin Fuchs onder vuur

Update: Martin Fuchs onder vuur

De Zwitserse springruiter nummer één, Martin Fuchs ligt onder vuur. De Oostenrijkse dierenbescherming heeft het gemunt op de Zwitserse springruiter. Op de sociale media van de dierenbescherming staat een filmpje van de streamingdienst ClipMyHorse waar te zien is dat Martin Fuchs in Linz Viper Z (Vigo d'Arsouilles) corrigeert in de wending met een tik van de zweep. De Oostenrijkse dierenbescherming klaagt Fuchs nu aan voor dierenmishandeling. 

Op de video die de Oostenrijkse dierenbescherming gepubliceerd heeft  is te zien hoe Viper twee maal uitbreekt en Fuchs het paard hierbij corrigeert of waarschuwt met enkele zweepslagen. De springjury reageerde tijdens het voorval niet. Reiterrevue heeft de FEI en de Zwitserse federatie om een commentaar gevraagd. "Alleen bij een correcte opvolging van dergelijke gevallen kunnen we de samenleving aanzetten naar een duurzame en geweldloze behandeling van paarden."

De vraag kan meteen ook gesteld worden waarom de aanklacht pas nu wordt gemaakt, drie maanden na het voorval. Meteen stelt zich de vraag hoe publiek het video archief van verschillende streamingdiensten zou mogen zijn ... 

"Het is een dubbeltje op zijn kant. Het is een positieve zaak dat het archief van streamingdiensten consulteerbaar is, maar in dergelijk geval is het negatief. Los van het voorval, voedt dit nu de publieke opinie en brengt dit schade toe aan het imago van de sport." klinkt het. "Dit voorval doet ons beseffen dat het video-archief nuttig kan zijn als bewijslast, maar ook kan misbruikt worden om de publieke opinie over de sport aan te tasten..."

Martin Fuchs reageert

Ondertussen heeft Martin Fuchs gereageerd. “Mijn achtjarig paard weigerde in de wending. Als reactie op het feit dat hij steigerde en naar rechts viel heb ik hem enkele tikken van de zweep gegeven. Dit was om de potentieel gevaarlijke situatie te vermijden. Daarna heb ik het parcours zonder druk verder gezet. Ik heb toen zelf een uitleg verleend aan de jury en we wonnen later die week zelf nog een rubriek.”


bron: Reiterrevue