Geen paardenfamilie

“Ik kom zeker niet uit een typische paardenfamilie”, vertelt Guery. “Ik was dan ook al tien toen ik voor de eerste keer in het zadel plaatsnam. Ik vergezelde mijn kinderoppas op woensdagmiddag naar de manege en ik smeekte mijn moeder om voor mijn verjaardag ook een rijles te krijgen. Het was echt liefde op het eerste zicht. Ik wist toen al dat ik alles op alles wilde zetten om een carrière op het hoogste niveau mogelijk te maken. Gelukkig heeft mijn moeder mij hierin gesteund: zij kocht mijn eerste pony en daarna mijn eerste paard. Ik ben haar daar nog altijd dankbaar voor want ik besef heel goed dat dit financieel zeker niet vanzelfsprekend was. Mijn moeder is mij blijven steunen tot ze niet meer kon. Ze heeft mij toen voor de keuze gesteld: ofwel ging ik voor mijn studies, ofwel ging ik voor de paarden. Een dilemma waar ik niet erg lang over heb moeten nadenken”, lacht Guery.

“Op mijn achttiende verliet ik mijn ouderlijk huis en trok ik voor twee jaar naar Les Hayettes. Daar leerde ik het vak en mocht ik deelnemen aan mijn eerste wedstrijden. Toen ik later Patricia tegen kwam, hebben we beslist om samen een sprong in het diepe te maken. Patricia werkte als advocate maar was net als ik gebeten door de paardenmicrobe. Ze zei haar job op om zich volledig toe te leggen op onze grote droom: een eigen stal. Toen is alles relatief snel gegaan. In 2012 won ik mijn eerste titel bij de senioren. Op dat moment had ik mijn ultieme doel echter nog lang niet bereikt. De Olympische Spelen, dat was mijn grootste doel”.

Grand Cru

In 2016 werd die droom werkelijkheid. Guery slaagde erin om zich met Grand Cru te kwalificeren voor de Olympische Spelen en behaalde zelfs de finale. Niemand die ooit gedacht had dat de vosse hengst ooit op dat niveau zou springen… “Grand Cru is een moeilijk paard”, vertelt Guery hierover. “Ik weet nog dat hij aanvankelijk de grootste moeite had om een parcours van 1m00 te springen. Met Grand Cru was het zeker geen liefst op het eerste zicht maar toen ik voor het eerst in het zadel plaatsnam; voelde ik een kracht die ik nog nooit gevoeld had. Het was echt een onbeschrijfelijk gevoel, iets wat ik nog nooit had ervaren”.

“Toch heeft het lang geduurd voor we echt een combinatie werden”, gaat Guery verder. “Minstens zes maanden lang wilde Grand Cru niets van mij weten. Ik lag toen meer op de grond dan dat ik in het zadel zat. Maar ik geloofde zo in dat paard dat ik er bleef voor gaan. Het was sterker dan mijzelf, ik dacht echt dat hij de kwaliteiten had om te het maken op hoog niveau”. Guery bleek uiteindelijk gelijk te hebben. Grand Cru en Guéry waren de enige Belgische combinatie die in Rio de finale van de jumping haalde. “Afscheid nemen van Grand Cru viel mij dan ook erg zwaar”, gaat Guery verder. “Toen hij verkocht was, leek het alsof ik mijn beste vriend kwijt was. Wat natuurlijk wel hielp, is dat ik weet dat hij goed terecht is gekomen en dat hij erg goed verzorgd wordt. Als ik in de buurt ben, ga ik trouwens nog regelmatig bij hem langs”.

Hermès

De Olympische Spelen betekenden meteen ook het begin van zijn samenwerking met het Franse luxemerk Hermès. “Na de Olympische Spelen van Rio kreeg ik van Hermès de vraag of ik niet één van hun gesponsorde ruiters wilde worden. Ik vond dat niet alleen een eer maar ook een vorm van erkenning. Dit temeer omdat ik de enige Belgische ruiter ben die door hen gesponsord wordt. Ik durf dan ook te stellen dat het de droom is van iedere ruiter om ooit tot het Hermès-team te kunnen behoren”, vertelt hij enthousiast.

“Hermès zorgt er niet alleen voor dat mijn paarden en ik er altijd piekfijn bijlopen, ze staan mij ook bij om de n nodige ‘knowhow’ aan te brengen. Ze helpen mij echt om mijn prestaties te verbeteren. Zo zorgen ze er bijvoorbeeld voor dat mijn paarden een zadel hebben dat voor hen perfect op maat gemaakt is. Zoiets maakt natuurlijk een wereld van verschil. Momenteel werk ik ook samen met Hermès aan een soort van airbag-jas voor ruiters want het belang van veiligheid in onze sport mag natuurlijk niet onderschat worden. Zeker in deze onzekere tijden: de laatste plaats waar je momenteel wil belanden, is een ziekenhuis”, besluit hij.


Bron: Sabato