Hoe is Ed geworden tot wat hij nu is ? Hij vertelt: “Op school begon het. Omroeper bij de jaarlijkse meerdaagse gemeentelijke basket- en volleybaltoernooien in de toenmalige Rotterdamse Energiehal. Met een lunchpakket van mijn moeder mee. Na de middelbare school ben ik niet gaan studeren, maar in 1975 gaan werken bij het hippische magazine “De Hoefslag” onder Joep Bartels. Twee jaar heb ik daar gewerkt, doordeweeks was ik bureauredacteur en in het weekend was ik als verslaggever bij paardensportevenementen. Eerder, eind jaren zestig kwam ik door toeval met de familie Wegeling, fokkers van New Forest pony’s, voor de eerste keer op het CHIO. Zij stelden jaarlijks een aantal pony’s als ‘levend decor’ in de tot stal omgebouwde fietsenstalling bij de ingang van het ‘Stroodorp’ beschikbaar. Rien van der Schaft, in een later leven onder meer pikeur op de Rotterdamsche Manège, internationaal dressuurruiter en bondscoach dressuur, was toen overigens een klasgenoot van me en stond met zijn paard vlak bij de familie Wegeling op stal. Ik woonde niet ver van het concoursterrein, ook in Kralingen en fietste er vaak voorbij. Al vanaf de periode van de opbouw -in toen nog eind augustus of begin september- bleef ik onderweg hangen, prachtig vond ik dat. Al snel ging ik op het tijdelijke stallingsterrein helpen, ik begon met balen stro sjouwen en het ‘opschudden’ in de boxen, getimmerd van Heineken-pallets. In 1970 begon ik 'echt', ik trad toe tot het secretariaat, waar ik in de schoolvakantie bijvoorbeeld grote hoeveelheden stencils voor formulieren en persinformatie typte en afdrukte, het programmaboekje mee samenstelde, brieven aan het Corps Diplomatique in het Frans gesteld foutloos moest typen en winkeliers op de Lijnbaan moest overhalen om hun etalages in te richten met materiaal van het CHIO zelf of geleend van leden van de manége. Dus strobalen, stukken hindernismateriaal, hoofdstellen, zadels, paardendekens, rijkleding en nog veel meer.
Na het eindexamen op het Libanon Lyceum en de daarop volgende militaire dienst kon ik niet meer de hele schoolvakantie aan het CHIO besteden. Ik was toen inmiddels ook speaker op andere evenementen en presenteerde de carrouseluitvoeringen van de Rotterdamsche Manège. Bij jeugdruiterclub ‘Equitatus’ bedacht ik samen met mijn vriend Bert Huisman jarenlang de hele opzet van de jeugdcarrousels. In die tijd waren er bij het zo nauw met de manége verbonden CHIO Rotterdam twee speakers actief: mijn leermeester Frank baron Van Lynden en Carel Heijbroek. Ik werd er als 20-jarige bij gevraagd en van het één kwam het ander. De baron was eigenlijk een soort mentor en zo mocht ik op ‘het grote CHIO’ Rotterdam in het Frans, Duits en Engels gaan omroepen. Sinds midden jaren ‘70 ben ik lange tijd actief geweest in deze rol, niet alleen in Rotterdam, maar onder meer ook bij Jumping Amsterdam, Indoor Brabant, Zuidlaren, Geesteren, Eindhoven, Breda, diverse WK's vierspannen, de Wereldruiterspelen ’94 en Jumping Indoor Maastricht. Veelal voor een stropdas of een fles wijn of wat kilometervergoeding. In de periode als secretariaatmedewerkers in Rotterdam kreeg je zelfs niet altijd lunch, je kon immers naar huis fietsen, maar je deed het zo ontzettend graag. Vaak gingen we met een groepje toch maar voor een pannenkoek of uitsmijter naar De Big”.
Ed heeft veel gedaan bij het CHIO constateren we, niet alleen was hij 'De Stem'. Kan hij het voor ons op een rijtje zetten ? Hij somt op: “Ik ben begonnen als hulp in de stallen en en mocht daar zelfs de vaste groom van de Franse ruiter Bernard Mirabaud, die zijn paarden heel bijzonder per treinwagon liet reizen, een handje helpen. Met zijn paard Ravissant had ik een week lang een onuitwisbare klik; nooit meer zoiets meegemaakt . Ik heb op het secretariaat gewerkt, ben omroeper geweest op de jurytoren, heb me ingezet voor de Commissie pers en publiciteit – die heb ik ook lange tijd geleid - en ben uiteindelijk zo’n tien jaar geleden na een periode als inval-speaker en gastheer bij de persconferenties springen, geëindigd”. Ed heeft bij iedere functie de mooiste verhalen en leukste anekdotes en de lach verdwijnt niet van zijn gezicht. In 1989, met het EK springen in Rotterdam, was hij inmiddels (en nog altijd) de vaste verslaggever paardensport voor NOS radio geworden en kon hij dus niet meer tijdens de hoofdrubrieken als speaker fungeren. Zijn eerste bijdrage op de radio dateert overigens uit 1974 (voor de TROS) en voor NOS Studio Sport op tv uit 1977. Sinds 1992 mag hij ook verslag doen van de openings- en sluitingsceremonieën van de Olympische Zomerspelen en de paardensport, zo ook later dit jaar in Tokyo. Op het CHIO Rotterdam is hij nog altijd als radioverslaggever de voor NOS actief.
Hoe is Ed geworden tot wat hij nu is ? Hij vertelt: “Op school begon het. Omroeper bij de jaarlijkse meerdaagse gemeentelijke basket- en volleybaltoernooien in de toenmalige Rotterdamse Energiehal. Met een lunchpakket van mijn moeder mee. Na de middelbare school ben ik niet gaan studeren, maar in 1975 gaan werken bij het hippische magazine “De Hoefslag” onder Joep Bartels. Twee jaar heb ik daar gewerkt, doordeweeks was ik bureauredacteur en in het weekend was ik als verslaggever bij paardensportevenementen. Eerder, eind jaren zestig kwam ik door toeval met de familie Wegeling, fokkers van New Forest pony’s, voor de eerste keer op het CHIO. Zij stelden jaarlijks een aantal pony’s als ‘levend decor’ in de tot stal omgebouwde fietsenstalling bij de ingang van het ‘Stroodorp’ beschikbaar. Rien van der Schaft, in een later leven onder meer pikeur op de Rotterdamsche Manège, internationaal dressuurruiter en bondscoach dressuur, was toen overigens een klasgenoot van me en stond met zijn paard vlak bij de familie Wegeling op stal. Ik woonde niet ver van het concoursterrein, ook in Kralingen en fietste er vaak voorbij. Al vanaf de periode van de opbouw -in toen nog eind augustus of begin september- bleef ik onderweg hangen, prachtig vond ik dat. Al snel ging ik op het tijdelijke stallingsterrein helpen, ik begon met balen stro sjouwen en het ‘opschudden’ in de boxen, getimmerd van Heineken-pallets. In 1970 begon ik 'echt', ik trad toe tot het secretariaat, waar ik in de schoolvakantie bijvoorbeeld grote hoeveelheden stencils voor formulieren en persinformatie typte en afdrukte, het programmaboekje mee samenstelde, brieven aan het Corps Diplomatique in het Frans gesteld foutloos moest typen en winkeliers op de Lijnbaan moest overhalen om hun etalages in te richten met materiaal van het CHIO zelf of geleend van leden van de manége. Dus strobalen, stukken hindernismateriaal, hoofdstellen, zadels, paardendekens, rijkleding en nog veel meer.
Na het eindexamen op het Libanon Lyceum en de daarop volgende militaire dienst kon ik niet meer de hele schoolvakantie aan het CHIO besteden. Ik was toen inmiddels ook speaker op andere evenementen en presenteerde de carrouseluitvoeringen van de Rotterdamsche Manège. Bij jeugdruiterclub ‘Equitatus’ bedacht ik samen met mijn vriend Bert Huisman jarenlang de hele opzet van de jeugdcarrousels. In die tijd waren er bij het zo nauw met de manége verbonden CHIO Rotterdam twee speakers actief: mijn leermeester Frank baron Van Lynden en Carel Heijbroek. Ik werd er als 20-jarige bij gevraagd en van het één kwam het ander. De baron was eigenlijk een soort mentor en zo mocht ik op ‘het grote CHIO’ Rotterdam in het Frans, Duits en Engels gaan omroepen. Sinds midden jaren ‘70 ben ik lange tijd actief geweest in deze rol, niet alleen in Rotterdam, maar onder meer ook bij Jumping Amsterdam, Indoor Brabant, Zuidlaren, Geesteren, Eindhoven, Breda, diverse WK's vierspannen, de Wereldruiterspelen ’94 en Jumping Indoor Maastricht. Veelal voor een stropdas of een fles wijn of wat kilometervergoeding. In de periode als secretariaatmedewerkers in Rotterdam kreeg je zelfs niet altijd lunch, je kon immers naar huis fietsen, maar je deed het zo ontzettend graag. Vaak gingen we met een groepje toch maar voor een pannenkoek of uitsmijter naar De Big”.
Ed heeft veel gedaan bij het CHIO constateren we, niet alleen was hij 'De Stem'. Kan hij het voor ons op een rijtje zetten ? Hij somt op: “Ik ben begonnen als hulp in de stallen en en mocht daar zelfs de vaste groom van de Franse ruiter Bernard Mirabaud, die zijn paarden heel bijzonder per treinwagon liet reizen, een handje helpen. Met zijn paard Ravissant had ik een week lang een onuitwisbare klik; nooit meer zoiets meegemaakt . Ik heb op het secretariaat gewerkt, ben omroeper geweest op de jurytoren, heb me ingezet voor de Commissie pers en publiciteit – die heb ik ook lange tijd geleid - en ben uiteindelijk zo’n tien jaar geleden na een periode als inval-speaker en gastheer bij de persconferenties springen, geëindigd”. Ed heeft bij iedere functie de mooiste verhalen en leukste anekdotes en de lach verdwijnt niet van zijn gezicht. In 1989, met het EK springen in Rotterdam, was hij inmiddels (en nog altijd) de vaste verslaggever paardensport voor NOS radio geworden en kon hij dus niet meer tijdens de hoofdrubrieken als speaker fungeren. Zijn eerste bijdrage op de radio dateert overigens uit 1974 (voor de TROS) en voor NOS Studio Sport op tv uit 1977. Sinds 1992 mag hij ook verslag doen van de openings- en sluitingsceremonieën van de Olympische Zomerspelen en de paardensport, zo ook later dit jaar in Tokyo. Op het CHIO Rotterdam is hij nog altijd als radioverslaggever de voor NOS actief.