Paul Hendrix is de nieuwe gast in de online podcast van Frederick de Backer en Louis De Cleene. "Het systeem van de landelijke concoursen zat geweldig in elkaar." vertelt Hendrix die samen met zijn familie de Stal Hendrix competitie heeft gelanceerd. "Al gelang het paard klaar was, ging het verder naar de volgende klasse. Zo breng je paarden heel gedijig op naar een volgend niveau..."
Een paard moet zich kunnen ontwikkelen op zijn eigen niveau. Het heeft geen zin om elk dier in hetzelfde keurslijf te dwingen. Niet alles moet mee omhoog, simpelweg omdat dat de trend is.
"Ik beoordeel een veulen eerst op zijn exterieur en uitstraling."
"De moederlijn is belangrijk, maar die bekijk ik pas later," zegt Hendrix. "Eerst kijk ik naar hoe het veulen eruitziet en hoe het gebouwd is. En geloof me: in Nederland ken ik elke goede moederlijn. Als een lijn niet goed genoeg is, hoef ik die niet te kennen."
"We doen dit al vijftig jaar. En eerlijk is eerlijk: de Nederlandse fokker heeft lange tijd nauwelijks naar prestaties in de sport gekeken. Dat is precies waar België het verschil heeft gemaakt. Zij zochten kracht in Hannover en brachten dat in hun fokkerij. Wij in Nederland waren soms te gefocust op het model van het paard."
"De tijd dat we alles konden verkopen is voorbij."
"Ik selecteer niet puur op basis van medische foto's," vervolgt Hendrix. "Als een paard potentie toont, durf ik het een kans te geven, ook al zijn de foto's niet perfect. Beweging is voor mij essentieel. En paarden moeten elke dag naar buiten kunnen – dat is cruciaal."
"Wat het grote verschil is met vroeger? Je kunt veel minder experimenteren. De markt is professioneler geworden en de kosten zijn enorm gestegen. Vroeger was je al handelaar als je een paard voor 1.30m verkocht. Daarna werd het 1.35m. Nu willen serieuze amateurs een CSI2*-paard dat 1.45m springt. De tijd dat ik elk paard kon verkopen, die ligt achter ons."