De hippische sport is vaak een mysterie voor mensen die niet rondom paarden zijn opgegroeid. Maar net als vele sporten is het een sport waarbij een "individuele strijd" gevoerd moet worden. Wat paardensport zo speciaal maakt is dat je die strijd niet echt één op één voert maar als een team, met je paard. Als ruiter en paard moet je optimaal op elkaar ingespeeld zijn en dat maakt het een top sport! Één ding is zeker, sinds Jessica Mendoza oud genoeg is om zich vast te blijven houden aan t zadel spreekt ze de taal van paarden. Als één van de jongste deelnemers aan de Olympische spelen is de jonge Britse amazone zeker nu al aan de top. Je bent begonnen met rijden toen je 3 was. Wat zijn jou eerste herinneringen aan de paarden? Het rijden op mijn pony. Zonder zadel, door de tuin. Mijn ouders hielden me destijds nog vast en liepen toen rondjes met me door de tuin. Je bent zeer competitief. Komt dat door de paarden of had je dit altijd al? Ik was inderdaad altijd gebrand op winnen. Vroeger speelde ik ook al hockey en daar wou ik altijd winnen. Ik denk dat ik dat van mijn vader heb. Waarom heb je gekozen voor springen? Ik ben denk net als iedereen in Engeland begonnen met wat springen en eventing. Daarna is mijn passie voor het springen echt ontstaan. Het springen over de echte hoge obstakels en de snelheid. Dat was vanaf het begin fantastisch. Je bent pas 20 jaar oud en hebt nu al een ongelooflijke carrière. Welke momenten waren echt gaaf of moeilijk? Vooral op de grote wedstrijden zoals CHIO Aachen is het beste even pittig. De eerste paar dagen daar waren de resultaten niet al te best. Maar dan moet je jezelf herpakken en er voor gaan. Uiteindelijk sprongen we daar de kwalificaties voor de Olympische spelen. Dat was voor mij en ons team geweldig. Teamwork, hoe is dat bij jullie,? Vooral ons team thuis is heel belangrijk. Ik krijg de volle steun van mijn ouders, groom en iedereen die meehelpt. Samen plannen we alles en zorgen we dat de paarden fit blijven. Als ik voor het Britse team rijden moet ben ik altijd nerveus. Maar gelukkig hebben we daar ook een goede sfeer en staat iedereen altijd voor elkaar klaar. Hoe is de partnership met je paarden dan? Dat is absoluut het belangrijkste. Zonder vertrouwen tussen paard en ruiter werkt het niet. Als ik een nieuw paard krijg neem ik dan ook altijd de tijd om een band op te bouwen. Daar pluk ik later de vruchten van. Hoe ziet je dagelijks routine er uit? Ik ben veel in en rondom de stal bezig met de paarden. Elk paard moet er minstens één keer per dag uit voor werk. Verder gaan ze nog in de wei of stappen we er mee. Vooral die rust momentjes waar de paarden op zichzelf zijn zien we als een voordeel voor ze op wedstrijd gaan. Welke passies heb je nog meer? Kunst. Schilderen kan ik me graag mee bezig houden. Vooral het schilderen van dieren. Welke doelen heb je nog voor ogen? Ik zou het geweldig vinden een Olympische medaille te winnen.
De hippische sport is vaak een mysterie voor mensen die niet rondom paarden zijn opgegroeid. Maar net als vele sporten is het een sport waarbij een "individuele strijd" gevoerd moet worden. Wat paardensport zo speciaal maakt is dat je die strijd niet echt één op één voert maar als een team, met je paard. Als ruiter en paard moet je optimaal op elkaar ingespeeld zijn en dat maakt het een top sport! Één ding is zeker, sinds Jessica Mendoza oud genoeg is om zich vast te blijven houden aan t zadel spreekt ze de taal van paarden. Als één van de jongste deelnemers aan de Olympische spelen is de jonge Britse amazone zeker nu al aan de top. Je bent begonnen met rijden toen je 3 was. Wat zijn jou eerste herinneringen aan de paarden? Het rijden op mijn pony. Zonder zadel, door de tuin. Mijn ouders hielden me destijds nog vast en liepen toen rondjes met me door de tuin. Je bent zeer competitief. Komt dat door de paarden of had je dit altijd al? Ik was inderdaad altijd gebrand op winnen. Vroeger speelde ik ook al hockey en daar wou ik altijd winnen. Ik denk dat ik dat van mijn vader heb. Waarom heb je gekozen voor springen? Ik ben denk net als iedereen in Engeland begonnen met wat springen en eventing. Daarna is mijn passie voor het springen echt ontstaan. Het springen over de echte hoge obstakels en de snelheid. Dat was vanaf het begin fantastisch. Je bent pas 20 jaar oud en hebt nu al een ongelooflijke carrière. Welke momenten waren echt gaaf of moeilijk? Vooral op de grote wedstrijden zoals CHIO Aachen is het beste even pittig. De eerste paar dagen daar waren de resultaten niet al te best. Maar dan moet je jezelf herpakken en er voor gaan. Uiteindelijk sprongen we daar de kwalificaties voor de Olympische spelen. Dat was voor mij en ons team geweldig. Teamwork, hoe is dat bij jullie,? Vooral ons team thuis is heel belangrijk. Ik krijg de volle steun van mijn ouders, groom en iedereen die meehelpt. Samen plannen we alles en zorgen we dat de paarden fit blijven. Als ik voor het Britse team rijden moet ben ik altijd nerveus. Maar gelukkig hebben we daar ook een goede sfeer en staat iedereen altijd voor elkaar klaar. Hoe is de partnership met je paarden dan? Dat is absoluut het belangrijkste. Zonder vertrouwen tussen paard en ruiter werkt het niet. Als ik een nieuw paard krijg neem ik dan ook altijd de tijd om een band op te bouwen. Daar pluk ik later de vruchten van. Hoe ziet je dagelijks routine er uit? Ik ben veel in en rondom de stal bezig met de paarden. Elk paard moet er minstens één keer per dag uit voor werk. Verder gaan ze nog in de wei of stappen we er mee. Vooral die rust momentjes waar de paarden op zichzelf zijn zien we als een voordeel voor ze op wedstrijd gaan. Welke passies heb je nog meer? Kunst. Schilderen kan ik me graag mee bezig houden. Vooral het schilderen van dieren. Welke doelen heb je nog voor ogen? Ik zou het geweldig vinden een Olympische medaille te winnen.