Skip to content

Copyright

Interview met WEG debutant Frank Schuttert: "Ik ben een ruiter die ergens naartoe probeert te werken..."

Ruim 300 jeugdkaderleden en nationale beloften in de olympische disciplines kwamen maandag 22 oktober bij elkaar op het congrescentrum Papendal, de thuisbasis van NOC*NSF. De jaarlijkse introductiebijeenkomst geldt als aftrap voor de bondstrainingen van de nationale beloften, die zijn gescout op de KNHS Talentendag. Tijdens de bijeenkomst vertelde een aantal jonge ruiters en een menner die al knappe prestaties hebben geleverd over hun weg naar succes. De Nederlandse springruiter Frank Schuttert imponeerde tijdens zijn WEG debuut. Frank was als jeugdruiter al zeer succesvol en won onder ander goud op het EK Young riders en zat ook in het Talententeam. Wat betekende de WEG voor hem? “Het is een hoogtepunt om naartoe te werken. Dat zit al lang in je achterhoofd. Ik had mijn eerste successen bij senioren in 2013, toen won ik de Grote Prijs van Amsterdam. Van daaruit kwam ik bij mijn huidige trainer Jos Lansink terecht. Daarna ging alles sneller dan verwacht. Met Winchester was ik de vijfde man op het WK in Caen. Dat was heel bijzonder om mee te maken. Je trekt als reserve de hele week op met ruiters Jeroen Dubbeldam, Jur Vrieling, Maikel van der Vleuten en Gerco Schroder. Dat is heel bijzonder. Je staat zelf standby om in te vallen. Je weet hoe de rest van het team zich voelt, hoe ze trainen en over het parcours nadenken. Toen wonnen we teamgoud. Ik heb toen het beste meegemaakt wat je kunt krijgen.” Frank kreeg de geweldige kans om in training te gaan bij Jos Lansink. “Toen ik bij Jos op gesprek kwam, ging ik alleen om te leren. Ik wilde de jeugdperiode goed afsluiten. Ik had niet onmiddellijk ambities om hele grote wedstrijden te rijden, dat vond ik nog niet realistisch. Toen ik Amsterdam won, kon ik daarna ineens andere grote wedstrijden rijden. Toen moest ik de keuze maken voor het EK Young riders of EK senioren. Dat was voor mij een makkelijke beslissing, ik wilde de beste van mijn leeftijd zijn. Ik ben toen voor 100% gegaan voor het goud bij de Young riders.” Hoe heeft Frank zich dit jaar voorbereid op de WEG? “Dat duurt heel lang, ik ben een ruiter die ergens naartoe probeert te werken, en niet week in week uit om te winnen. Er komen veel verschillende paarden op stal. Die probeer je alle kansen te geven. Chianti’s Champion is speciaal, die kreeg ik toen hij acht was. Hij deed alles heel gemakkelijk voor m’n gevoel en hij heeft een goed karakter. Hij vecht voor me als ik de ring binnen kom. Dat merk je pas echt als je dikke proef binnen rijd. Begin vorig jaar was ik in Amsterdam foutloos en dan kijk je vooruit en maak je een plan. Als negenjarig paard, mocht hij al aan landenwedstrijden meedoen. Ik had toen nog nooit aan het WK gedacht. Dit jaar konden we ervan profiteren dat hij op deze grote wedstrijden ervaring op heeft gedaan.” Is zo’n weg naar de WEG ingewikkeld? “De laatste wedstrijd was Aken, daarna werd het team bekend gemaakt. We hebben Valkenswaard gebruikt als laatste test. Daarna hebben we nog een kleine wedstrijd in Opglabbeek gereden om ritme en plezier erbij te houden voor het paard. De voorbereidingen liepen goed. Toen bleek dat in Tryon niet alles voor elkaar was met organisatie en die orkaan er aan kwam was dat niet ideaal, maar daar probeerde ik me van af te sluiten. Je maakt je wel even zorgen of het allemaal veilig is voor paarden. Maar je werkt met professionele mensen en als het niet verantwoord was geweest, was het vliegtuig niet de lucht in gegaan.” Hoe ging je echte WK-debuut in Tryon? “In het eerste jachtparcours kregen we een fout, maar ik was verder wel tevreden. De tweede dag was teleurstellend. Ik kreeg drie fouten en dat had ik het hele jaar nog niet gehad. Daar baal je ontzettend van en dan weet je dat je individueel weg bent. Jammer genoeg was ik niet de enige uit het team die niet goed ging in die ronde. We zakten in het klassement, maar dan moet je toch een knop omzetten. De teammedaille was steeds nog in zicht. We hadden hier al zolang naartoe gewerkt. Je krijgt geen herkansing. Dit evenement moet je toch vier jaar op wachten. Dan moet je je toch laten zien. Gelukkig ging de laatste ronde goed en hadden we het olympische ticket binnen. Maar ik had vooraf wel hogere verwachtingen.” Neem je deze ervaringen mee naar de spelen in Tokyo?  “Het was in Tryon heel warm, maar dat is geen excuus, en dat is voor iedereen hetzelfde. Natuurlijk heeft het ene paard daar meer last van dan de ander. In Tokyo is het over twee jaar ook warm. We moeten ervoor zorgen dat we de paarden goed fit hebben. Dat was nu ook wel zo. Maar als het zover komt dan moeten we zorgen dat we het nog beter voor elkaar hebben.”

Ruim 300 jeugdkaderleden en nationale beloften in de olympische disciplines kwamen maandag 22 oktober bij elkaar op het congrescentrum Papendal, de thuisbasis van NOC*NSF. De jaarlijkse introductiebijeenkomst geldt als aftrap voor de bondstrainingen van de nationale beloften, die zijn gescout op de KNHS Talentendag. Tijdens de bijeenkomst vertelde een aantal jonge ruiters en een menner die al knappe prestaties hebben geleverd over hun weg naar succes. De Nederlandse springruiter Frank Schuttert imponeerde tijdens zijn WEG debuut. Frank was als jeugdruiter al zeer succesvol en won onder ander goud op het EK Young riders en zat ook in het Talententeam. Wat betekende de WEG voor hem? “Het is een hoogtepunt om naartoe te werken. Dat zit al lang in je achterhoofd. Ik had mijn eerste successen bij senioren in 2013, toen won ik de Grote Prijs van Amsterdam. Van daaruit kwam ik bij mijn huidige trainer Jos Lansink terecht. Daarna ging alles sneller dan verwacht. Met Winchester was ik de vijfde man op het WK in Caen. Dat was heel bijzonder om mee te maken. Je trekt als reserve de hele week op met ruiters Jeroen Dubbeldam, Jur Vrieling, Maikel van der Vleuten en Gerco Schroder. Dat is heel bijzonder. Je staat zelf standby om in te vallen. Je weet hoe de rest van het team zich voelt, hoe ze trainen en over het parcours nadenken. Toen wonnen we teamgoud. Ik heb toen het beste meegemaakt wat je kunt krijgen.” Frank kreeg de geweldige kans om in training te gaan bij Jos Lansink. “Toen ik bij Jos op gesprek kwam, ging ik alleen om te leren. Ik wilde de jeugdperiode goed afsluiten. Ik had niet onmiddellijk ambities om hele grote wedstrijden te rijden, dat vond ik nog niet realistisch. Toen ik Amsterdam won, kon ik daarna ineens andere grote wedstrijden rijden. Toen moest ik de keuze maken voor het EK Young riders of EK senioren. Dat was voor mij een makkelijke beslissing, ik wilde de beste van mijn leeftijd zijn. Ik ben toen voor 100% gegaan voor het goud bij de Young riders.” Hoe heeft Frank zich dit jaar voorbereid op de WEG? “Dat duurt heel lang, ik ben een ruiter die ergens naartoe probeert te werken, en niet week in week uit om te winnen. Er komen veel verschillende paarden op stal. Die probeer je alle kansen te geven. Chianti’s Champion is speciaal, die kreeg ik toen hij acht was. Hij deed alles heel gemakkelijk voor m’n gevoel en hij heeft een goed karakter. Hij vecht voor me als ik de ring binnen kom. Dat merk je pas echt als je dikke proef binnen rijd. Begin vorig jaar was ik in Amsterdam foutloos en dan kijk je vooruit en maak je een plan. Als negenjarig paard, mocht hij al aan landenwedstrijden meedoen. Ik had toen nog nooit aan het WK gedacht. Dit jaar konden we ervan profiteren dat hij op deze grote wedstrijden ervaring op heeft gedaan.” Is zo’n weg naar de WEG ingewikkeld? “De laatste wedstrijd was Aken, daarna werd het team bekend gemaakt. We hebben Valkenswaard gebruikt als laatste test. Daarna hebben we nog een kleine wedstrijd in Opglabbeek gereden om ritme en plezier erbij te houden voor het paard. De voorbereidingen liepen goed. Toen bleek dat in Tryon niet alles voor elkaar was met organisatie en die orkaan er aan kwam was dat niet ideaal, maar daar probeerde ik me van af te sluiten. Je maakt je wel even zorgen of het allemaal veilig is voor paarden. Maar je werkt met professionele mensen en als het niet verantwoord was geweest, was het vliegtuig niet de lucht in gegaan.” Hoe ging je echte WK-debuut in Tryon? “In het eerste jachtparcours kregen we een fout, maar ik was verder wel tevreden. De tweede dag was teleurstellend. Ik kreeg drie fouten en dat had ik het hele jaar nog niet gehad. Daar baal je ontzettend van en dan weet je dat je individueel weg bent. Jammer genoeg was ik niet de enige uit het team die niet goed ging in die ronde. We zakten in het klassement, maar dan moet je toch een knop omzetten. De teammedaille was steeds nog in zicht. We hadden hier al zolang naartoe gewerkt. Je krijgt geen herkansing. Dit evenement moet je toch vier jaar op wachten. Dan moet je je toch laten zien. Gelukkig ging de laatste ronde goed en hadden we het olympische ticket binnen. Maar ik had vooraf wel hogere verwachtingen.” Neem je deze ervaringen mee naar de spelen in Tokyo?  “Het was in Tryon heel warm, maar dat is geen excuus, en dat is voor iedereen hetzelfde. Natuurlijk heeft het ene paard daar meer last van dan de ander. In Tokyo is het over twee jaar ook warm. We moeten ervoor zorgen dat we de paarden goed fit hebben. Dat was nu ook wel zo. Maar als het zover komt dan moeten we zorgen dat we het nog beter voor elkaar hebben.”

Vorige Nieuwe hengst voor Stoeterij Zangersheide Volgende Rijhal Damburg maakt zich op voor Axor Dressuurcup en CIBA Pony Masters