Het belooft een spannend jaar te worden voor de Belgische dressuur. Niet alleen blijft de sport groeien qua resultaten en zichtbaarheid, maar van 15 tot 18 mei is België voor het eerst gastland voor de FEI Dressage Nations Cup™, die plaatsvindt tijdens CDIO Lier. Belgisch Dressuurteamchef Jeroen van Lent is enthousiast: “Dit komt op een ongelooflijk goed moment voor onze sport.”
De vooruitgang die de Belgische dressuur de afgelopen jaren heeft geboekt, is duidelijk zichtbaar. Met consequente sterke prestaties groeit het momentum, en Van Lent ziet geen reden waarom die opmars zou stoppen.
Zijn ultieme doel voor CDIO Lier? “Natuurlijk willen we winnen. Maar we hebben geen controle over wat de andere teams doen. Een podiumplaats is zeker het doel, en misschien zelfs meer. Voor deze Nations Cup op eigen bodem sturen we ons sterkste team. We willen er staan én presteren! Dat zijn we aan onze supporters verplicht.”
Een passend decor
Lier zal de allereerste Nations Cup Dressuurwedstrijd op Belgische bodem hosten, en Van Lent hoopt op een grote opkomst. “We staan trots naast gevestigde evenementen als CHIO Rotterdam. Lier is een waardige locatie, en net zoals de indooreditie van CDI Lier, denk ik dat ook deze Nations Cup Dressuur de komende jaren verder zal groeien.”
Azelhof biedt topfaciliteiten: zowel binnen- als buitenpistes, ruime paddocks en permanente stallen. “Het is een locatie waar je alleen maar bewondering voor kunt hebben. Ik ben erg blij dat het team van Belgium Dressage Events de organisatie van dit evenement op zich heeft genomen”, zegt Van Lent.
Mikken op topprestatie
Hoewel de definitieve deelnemerslijst nog niet bekend is, is nu al duidelijk dat enkele grote namen uit de sport naar Lier zullen afzakken. “Ruiters die nu nog twijfelen om te komen, zullen hier volgend jaar zeker bij willen zijn. Dit is een locatie waar veel andere landen alleen maar van kunnen dromen.”
Van Lent heeft zijn topteam bijna klaar voor de Nations Cup: “We gaan voor een mooi resultaat en hopen natuurlijk dat het evenement een groot succes wordt. De ruiters, de organisatoren en het publiek verdienen dat allemaal. We mikken op een topprestatie, niet op minder.”