‘Mijn allereerste herinnering is een huis met stallen. En daar stonden paarden in van mijn ouders die hobbymatig reden. Ik had een Shetlander voor mijn eerste fiets. Mijn oma had een Shetlander gefokt voor mijn geboorte. Ik kon niet enkel paardrijden voor ik kon fietsen, ik zat al op de Shetlander voor ik kon lopen. Vrij snel volgden de eerste wedstrijdjes en dat was aanvankelijk toch even slikken. Die wedstrijden gingen gepaard met stress en angst. Omdat die pony steevast met mij aan de haal ging. Het was een brave pony, maar vooral een hevige!

Ik weet nog heel goed wat mama toen zei: je hoeft van ons niet paard te rijden, maar dan gaan we je pony wel niet bijhouden. Dat was mijn motivatie om door te gaan. Ik wilde die pony niet laten gaan. Pony’s en paarden, ze zitten dicht bij mijn hart. Ik zag en zie ze allemaal graag. Er kwam een tweede pony, die geen gekke dingen deed en we waren vertrokken. Angst en stress maakten plaats voor durf en vertrouwen.’

Een goede pony is belangrijk voor een dito start?

‘Dat is make it or break it’, zegt Maartje stellig: ‘als je als kind op een pony zit die stopt of met jou gaat lopen, is de motivatie ver zoek. Je hebt die ene pony nodig waar je je goed op voelt en zo nu en dan eens mee in de prijzen kan springen. Het is pas als je iets goed doet of gedaan hebt met je pony of paard, dat je de volgende stap kan zetten. En die is belangrijk in je ontwikkeling.’

Voor Maartje Verberckmoes draaide alles rond de liefde voor het paard. Aan competitie dacht ze aanvankelijk niet: ‘Mijn ouders en ik gingen eens kijken naar een jeugd BK, Olivier en Nicola Philippaerts reden mee. Er gebeurde van alles, valpartijen inbegrepen. Dit gaat niks voor ons Maartje worden, poneerden mijn ouders. Enkele jaren later, ik was 11, startte ik in de Beker van België, die ik won en ik was vertrokken. Ik had de smaak te pakken en werden thuis allemaal ambitieus in de sport.’

Maartje liep ook school en haar schoolvriendinnetjes deden alles behalve ponyrijden. Dus proefde Maartje van hun hobby’s. Ze kwam niet verder dan proeven. Maartje keerde steevast terug naar haar pony’s. ‘Kiezen tussen een uurtje dansles of een uurtje paardrijden? Dat was zelfs geen keuze’, lacht Maartje: ‘op vrijdagavond na school op stap gaan? Ik ging naar de stal.’

Maartje Verberckmoes is podiumamazone op EK’s, Burgerlijk Ingenieur en T1 Talent. Wat heeft ze daar van opgestoken?

‘Ontzettend veel! Olivier Philippaerts was mijn lesgever. Dankzij Paardensport Vlaanderen en het Talentenplan heb ik veel kunnen lessen bij onder andere François Mathy en iedereen kan je iets bijbrengen. Waar ik het meeste heb van opgestoken, zijn de bijdragen van de physical coaches. Ik had vroeger wel eens fysieke klachten in mijn rug en kuiten na lange perioden van paardrijden. Die klachten zijn verholpen dankzij de tools die aangereikt werden door het Talentenplan. Daar blijf ik Paardensport Vlaanderen dankbaar voor.’

Lees het volledig interview op Paardensport.Vlaanderen:  klik hier