Skip to content

Copyright

Het belang van vaccinatie bij kweek- en draagmerries: Rhino & vaccinatie

© Equ.Media

Regelmatig worden er uitbraken van rhinopneumonie en influenza gemeld door Equi Focus Point Belgium.  Uit een recente ondervraging in België en Nederland blijkt dat 1 op de 3 paardeneigenaren denkt dat EHM de meest voorkomende vorm van rhinopneumonie is.  Cijfers van het RESPE (2019-2021) tonen aan dat bijna 80 % van de EHV-infecties veroorzaakt wordt door EHV-4.

Vanaf 2023 moeten in Duitsland alle wedstrijdpaarden gevaccineerd worden tegen rhino.

Het virus blijft na het doormaken van de infectie inactief aanwezig bij het paard.  Gedurende periodes van verminderde immuniteit zoals bij transport, hergroepering(bv. bij het verzamelen van draagmoeders op transplantatiestations/embryocenters waar ze in groep worden gehuisvest), spenen, andere ziekte, overbezetting, stress, … kan het virus opnieuw actief worden.  Bij reactivatie zijn de symptomen milder en van kortere duur en soms zelfs symptoomloos.  Toch wordt ook dan het virus uitgescheiden en verspreid in de omgeving.

Om abortus door Rhinopneumonie te vermijden, is preventie van belang.  Dit kan door vaccinatie tegen Rhinopneumonie.  Vaccinatie zal de infectie niet verhinderen, maar vermindert wel de symptomen en de kans op verspreiding.

Omwille van deze reden is het aan te raden om alle paarden tweemaal per jaar te vaccineren tegen Rhinopneumonie.  Onder alle paarden worden niet alleen drachtige merries verstaan, maar ook sportpaarden, veulens, paarden in de opfok, … nl; alle paarden aanwezig op stal.

Drachtige merries dienen daarbovenop driemaal tijdens de dracht geboost te worden, nl. 5, 7 en 9 maanden na de inseminatie.  (Ter verduidelijking van de nodige vaccinaties bij drachtige merries werd een draaischrijf gemaakt door Zangersheide.

Drachtige merries kunnen best gegroepeerd worden, indien mogelijk weg van andere paarden.

Nieuwe paarden dienen bij aankomst gedurende drie weken geïsoleerd te worden van andere paarden.

Daarnaast is het belangrijk om stress zoveel mogelijk te vermijden, zodat er geen reactivatie van het virus plaats kan vinden bij de dragers.  Om de algemene immuniteit van de paarden te verbeteren is een stabiel rantsoen belangrijk, een goed ontwormingsschema, stabiel management en vaccinatie tegen influenza.

Uw ongeboren veulen (embryo) verzekeren ?  Dat kan, neem vrijblijvend contact op met dé specialist in België : Q&O HORSE INSURANCE a division of Q&O VERZEKERINGEN N.V.

Meer informatie via Stefaan Desimpel (stefaan@qeno.be) of Tine Weyme (tine@qeno.be)

 

Vanaf 2023 moeten in Duitsland alle wedstrijdpaarden gevaccineerd worden tegen rhino.

Het virus blijft na het doormaken van de infectie inactief aanwezig bij het paard.  Gedurende periodes van verminderde immuniteit zoals bij transport, hergroepering(bv. bij het verzamelen van draagmoeders op transplantatiestations/embryocenters waar ze in groep worden gehuisvest), spenen, andere ziekte, overbezetting, stress, … kan het virus opnieuw actief worden.  Bij reactivatie zijn de symptomen milder en van kortere duur en soms zelfs symptoomloos.  Toch wordt ook dan het virus uitgescheiden en verspreid in de omgeving.

Om abortus door Rhinopneumonie te vermijden, is preventie van belang.  Dit kan door vaccinatie tegen Rhinopneumonie.  Vaccinatie zal de infectie niet verhinderen, maar vermindert wel de symptomen en de kans op verspreiding.

Omwille van deze reden is het aan te raden om alle paarden tweemaal per jaar te vaccineren tegen Rhinopneumonie.  Onder alle paarden worden niet alleen drachtige merries verstaan, maar ook sportpaarden, veulens, paarden in de opfok, … nl; alle paarden aanwezig op stal.

Drachtige merries dienen daarbovenop driemaal tijdens de dracht geboost te worden, nl. 5, 7 en 9 maanden na de inseminatie.  (Ter verduidelijking van de nodige vaccinaties bij drachtige merries werd een draaischrijf gemaakt door Zangersheide.

Drachtige merries kunnen best gegroepeerd worden, indien mogelijk weg van andere paarden.

Nieuwe paarden dienen bij aankomst gedurende drie weken geïsoleerd te worden van andere paarden.

Daarnaast is het belangrijk om stress zoveel mogelijk te vermijden, zodat er geen reactivatie van het virus plaats kan vinden bij de dragers.  Om de algemene immuniteit van de paarden te verbeteren is een stabiel rantsoen belangrijk, een goed ontwormingsschema, stabiel management en vaccinatie tegen influenza.

Uw ongeboren veulen (embryo) verzekeren ?  Dat kan, neem vrijblijvend contact op met dé specialist in België : Q&O HORSE INSURANCE a division of Q&O VERZEKERINGEN N.V.

Meer informatie via Stefaan Desimpel (stefaan@qeno.be) of Tine Weyme (tine@qeno.be)

 

Bron :   Dr. Peter Corty / Z Magazine / Q&O

Vorige Gudrun Patteet klasse apart in Grote Prijs kwalificatie Lier Volgende Karin Donckers: "De cross wordt een pittige uitdaging!"