De Vlaamse paardensector staat garant voor een omzet van ruim 1,43 miljard euro, dit is berekend door professor Stijn Vanormelingen. "De paardensector is een substantiële sector, maar heel wat ondernemingen hebben moeite om het hoofd boven water te houden." Volgens de studie van professor Stijn Vanormelingen blijkt dat ongeveer de helft van de hippische bedrijven winst maakt. De goede cijfers, die danken we aan de sterke internationale positie van ons land. (Open vraag van onze redactie : misschien toch even kijken om de paardensport een speciaal statuut te gunnen en zo de sector nog meer te boosten...?)
De zogeheten Paardenmonitor brengt voor het eerst op ruime schaal in kaart hoe groot de sector in Vlaanderen werkelijk is. Vlaanderen telt naar schatting zo’n 200.000 paarden. Ongeveer 75.000 daarvan staan op professionele bedrijven zoals fokkerijen, maneges en pensionstallen. De overige 125.000 zijn in handen van particulieren.
Ook qua tewerkstelling gaat het om meer dan een niche. In totaal zijn ruim 6.000 mensen actief in de Vlaamse paardensector, rechtstreeks en onrechtstreeks. Het gaat niet alleen om werknemers op bedrijven met paarden, maar ook om dierenartsen, hoefsmeden, transporteurs en andere gespecialiseerde diensten.
Economisch tikt dat stevig aan. De totale omzet van de sector bedraagt ongeveer 1,43 miljard euro. Jaarlijks wordt bovendien voor meer dan 200 miljoen euro aan paarden geëxporteerd, met vooral de Verenigde Staten als belangrijke afzetmarkt. België en Vlaanderen hebben internationaal duidelijk een naam opgebouwd als paardenland.
Voor passie of voor winst?
De paardenmonitor onderzocht ook de economische impact van de sector. Jaarlijks worden er voor meer dan 200 miljoen euro aan paarden geëxporteerd, vooral naar de Verenigde Staten. De totale omzet bedraagt zo'n 1,43 miljard euro.
Er lijkt dus heel wat geld te verdienen in de paardensector, maar dat valt zeker niet voor alle bedrijven te zeggen. "Een groot deel van manèges, fokkerijen en pensions hebben moeite om winst te maken", zegt Stijn Vanormelingen in De Ochtend op Radio 1. Hij is professor aan de KU Leuven en werkte mee aan de studie.
"Net meer dan de helft van die ondernemingen maakt winst. Dat is redelijk laag in vergelijking met andere sectoren."
Al heeft Vanormelingen daar wel een logische verklaring voor. "Bedrijven die geen winst maken, hebben waarschijnlijk een andere reden dat ze met paarden bezig zijn. Ze doen het dan voor een groot stuk vooral uit passie dan dat het de pure bedoeling is om winst te maken."
Export draait op topfokkerijen
Dat betekent niet dat niemand goed boert. Integendeel, de grotere en meer professionele fokkerijen doen het opvallend beter. In die groep is zo’n 80 procent winstgevend. Zij zijn ook verantwoordelijk voor het gros van de internationale verkoop.
De export draait voornamelijk rond hoogwaardige sportpaarden. Gemiddeld gaat het om verkoopprijzen van om en bij de 50.000 euro per paard. “Dat zijn uiteraard niet de paarden die je in elke weide ziet staan”, klinkt het. Net die toppaarden zorgen ervoor dat de uitvoer van levende paarden vele malen groter is dan de invoer.
Substantiële sector, maar reden tot bezorgdheid
Dat was toch een verrassing voor Vanormelingen. "Voor ik die studie maakte, kende ik nog niet zoveel over de sector. Ik was zelf verrast over hoe sterk Vlaanderen of België staat in het exporteren van paarden en hoe sterk de internationale positie is van België."
Toch is er naast de sterke exportcijfers ook reden tot bezorgdheid. "De belangrijkste conclusie is dat het een substantiële sector is, met redelijk wat tewerkstelling en een grote omzet. Maar blijkbaar hebben redelijk wat ondernemingen moeite om het hoofd boven water te houden."