Seppe Vilain (25) is Burgerlijk Ingenieur bij een IT-consultancybedrijf, woont in de Westhoek en rijdt op het hoogste niveau eventing. Vijf jeugd-EK’s, Badminton, Luhmühlen, een plaats in het A-kader van de Belgische equipe… en dat alles naast een fulltime job. Hoe doet hij dat?
“Paarden zijn mijn passie, maar ik heb bewust gekozen om er geen beroep van te maken,” vertelt Seppe. “Eventing is financieel de meest ondankbare discipline. Zelfs de allerbesten verdienen er amper mee. Kijk naar de wereldtop: bijna iedereen heeft een bijberoep, een partner met een goed inkomen of komt uit een welgestelde familie. Karin Donckers is zowat de enige die echt van nul is gestart en er volledig haar leven van heeft kunnen maken. Voor de rest is het vaak een luxehobby met een serieuze prijs.”
Zijn eigen accommodatie is daar het perfecte voorbeeld van. “Vijf stallen en een buitenpiste: meer dan genoeg voor een ambitieuze hobby, maar volstrekt ontoereikend om professioneel te leven. Als je moet rijden om de lening van een vrachtwagen of een binnenpiste af te betalen, vraag ik me af hoeveel plezier er dan nog overblijft. Ik wil kunnen genieten, kunnen stoppen als ik daar zin in heb, en vooral: kunnen falen zonder dat mijn hele bestaan op de helling staat.”
Van familie-traditie naar vijfsterren-niveau
Zijn grootvader en vader reden nationaal en af en toe internationaal eventing. Seppe is derde generatie. “Dat ik ooit Badminton zou rijden? Daar hadden we thuis nooit van durven dromen. Mijn vader is nooit verder gekomen dan tweesterren.
Toch rolde hij er als kind vanzelf in. “Ik heb nooit iets anders gekend. Grootvader en vader reden eventing, dus ik ook. En eerlijk? In de jumping had ik dit niveau nooit gehaald. Ik voel me gewoon thuis in de cross. Er wordt wel eens gezegd dat eventers een hoekje af hebben. Misschien is dat zo (lacht). Je hebt een serieuze dosis lef nodig, en een paard dat je blindelings vertrouwt.”
Kawa de la Cour Z: het paard dat hem vleugels gaf
Die blinde vertrouwensband vond hij in Kawa de la Cour Z, een volbloedmerrie gefokt door wijlen Damiaan Van Hollebeke. “Kawa was zeven, ik vijftien toen we samen begonnen. Zij heeft nooit één weigering gemaakt, van tweesterren tot vijfsterren. Ze gaf me zó veel vertrouwen dat ik nooit twijfelde. Zelfs niet toen de hindernissen steeds groter werden. Kawa nam míj mee, niet omgekeerd.”
Hun laatste grote optreden was het BK in Arville dit jaar. Na dressuur en cross stonden ze aan de leiding. Een springfoutje in de afsluitende proef kostte hen de titel. “Achteraf gezien precies goed,” blikt Seppe terug. “We hadden al beslist dat Arville haar laatste wedstrijd zou zijn. Ze was zestien, we wilden haar niet ‘oprijden’. Een goede dressuur, een super cross, en dan een foutje in het springen – dat was Kawa ten voeten uit. Springen was nooit haar sterkste punt, 1m30 was haar limiet. Maar we hebben haar in schoonheid laten stoppen. Nu loopt ze nog af en toe een éénsterritje met mijn vriendin. Missie volbracht.”
Opvolging verzekerd
De opvolger is de achtjarige Ierse Chilli Con Carne, ontdekt door zijn 78-jarige grootvader – nog dagelijks in het zadel als paarden-scout. “Chilli is in dressuur en springen kwalitatief beter dan alles wat we ooit thuis hadden. Alleen haar mentaliteit op het allerhoogste niveau moeten we nog ontdekken. 2026 wordt een overgangsjaar richting viersterren. Of er ooit een EK of WK in zit? Ik ben realistisch: je hebt het juiste paard op het juiste moment in topvorm nodig. Als het lukt, ga ik ervoor. Lukt het niet, dan is dat geen drama. Het blijft tenslotte mijn passie, geen verplichting.”
Om zichzelf en zijn paarden beter te maken, schuwt Seppe geen moeite. “Ik begin soms om 6 uur ’s morgens op kantoor zodat ik om 15 uur kan vertrekken naar Arville voor crosstraining (heen en terug 6 uur rijden). Springles bij Marc Van Dijck, dressuurlessen bij Brecht D’Hoore… alles om vooruit te gaan. Als ik een dag vrij kan nemen voor een clinic van Christopher Bartle in Duitsland, dan doe ik dat.”