Skip to content

Copyright

Paardensport Vlaanderen en VSF: "Het hervatten van sportwedstrijden zijn belangrijk om sociale cohesie weer te versterken"

De Vlaamse Sportfederatie (VSF), l’Association Interfédérale du Sport Francophone (AISF) et l’Associationdes Etablissements Sportifs (AES) dringen aan op een snel, parlementair initiatief voor de nefaste situatie die dreigt voor vele lokale sportclubs. De vernietiging van het verenigingswerk door het GrondwettelijkHof veroorzaakt onzekerheid voor vele coaches, trainers, scheidsrechters en juryleden. Paardensport Vlaanderen steunt hun oproep. 

VSF, AISF en AES stuurden volgend persbericht rond: 

"De sportactiviteiten in sportclubs zullen de komende weken zeer geleidelijk weer van start gaan. Het sociaal contact, het kunnen sporten samen met vrienden, het samen beleven van sportlessen, trainingen en wedstrijden zijn uiterst belangrijk om de sociale cohesie in onze maatschappij opnieuw te versterken. Het is zeer jammer dat, net nu, een belangrijke positieve stimulans voor de werking van sportclubs op de helling werd gezet. Op 23 april vernietigde het Grondwettelijk Hof de wettelijke regeling rond het verenigingswerk. Het verenigingswerk was de maatregel bij uitstek, die beantwoordde aan een breedgedragen vraag bij sportclubs. De regeling bood sinds 2018 een sluitende, legale wijze om de essentiële opdrachten van coaches, trainers, scheidsrechters en juryleden in clubs te vergoeden. Ongeveer 70% van de aanvragen voor verenigingswerk komt uit de sportclubs.

Het gaat hoofdzakelijk om clubmedewerkers die instaan voor een correcte en kwaliteitsvolle begeleidingvan jongeren bij de sportactiviteiten, en dit bijna uitsluitend naschools. Meestal wordt er ook op dezelfde mensen een beroep gedaan voor wedstrijdbegeleiding- en coaching tijdens de weekends. Er wordt van hen verwacht dat ze de nodige cursussen en stages volgen, die niet leiden tot een beroepskwalificatie, maar wel tot een vereist deskundigheidsniveau. Het is duidelijk dat een dergelijk engagement voor de club en voorde sport niet kan worden beoordeeld als louter een occasionele invulling van een aantal taken voor eenvereniging.

Door het specifieke karakter van onze sportclubs, vooral geënt op vrijwilligerswerking en met een financiële laagdrempelige toegankelijkheid, is professionele tewerkstelling van een aantal functies bijna nooit aan de orde. Net daarom is een tussencategorie tussen enerzijds de vrijwilligersvergoeding en anderzijds deprofessionele tewerkstelling een absolute noodzaak in de sportcontext.VSF en AISF willen de gegrondheid van het arrest niet in twijfel trekken. Maar voor de georganiseerde sportsector is het van uiterste belang dat er snel een parlementair initiatief wordt genomen om de ontstane nefaste situatie voor de vele lokale clubs en hun medewerkers recht te zetten. Deze onzekere situatie voor vaak cruciale functies in de clubs, maakt de heropstart van de clubs nog onzekerder en precairder dan die, gezien de huidige crisis, nu al is. 

VSF, AISF en AES stuurden volgend persbericht rond: 

"De sportactiviteiten in sportclubs zullen de komende weken zeer geleidelijk weer van start gaan. Het sociaal contact, het kunnen sporten samen met vrienden, het samen beleven van sportlessen, trainingen en wedstrijden zijn uiterst belangrijk om de sociale cohesie in onze maatschappij opnieuw te versterken. Het is zeer jammer dat, net nu, een belangrijke positieve stimulans voor de werking van sportclubs op de helling werd gezet. Op 23 april vernietigde het Grondwettelijk Hof de wettelijke regeling rond het verenigingswerk. Het verenigingswerk was de maatregel bij uitstek, die beantwoordde aan een breedgedragen vraag bij sportclubs. De regeling bood sinds 2018 een sluitende, legale wijze om de essentiële opdrachten van coaches, trainers, scheidsrechters en juryleden in clubs te vergoeden. Ongeveer 70% van de aanvragen voor verenigingswerk komt uit de sportclubs.

Het gaat hoofdzakelijk om clubmedewerkers die instaan voor een correcte en kwaliteitsvolle begeleidingvan jongeren bij de sportactiviteiten, en dit bijna uitsluitend naschools. Meestal wordt er ook op dezelfde mensen een beroep gedaan voor wedstrijdbegeleiding- en coaching tijdens de weekends. Er wordt van hen verwacht dat ze de nodige cursussen en stages volgen, die niet leiden tot een beroepskwalificatie, maar wel tot een vereist deskundigheidsniveau. Het is duidelijk dat een dergelijk engagement voor de club en voorde sport niet kan worden beoordeeld als louter een occasionele invulling van een aantal taken voor eenvereniging.

Door het specifieke karakter van onze sportclubs, vooral geënt op vrijwilligerswerking en met een financiële laagdrempelige toegankelijkheid, is professionele tewerkstelling van een aantal functies bijna nooit aan de orde. Net daarom is een tussencategorie tussen enerzijds de vrijwilligersvergoeding en anderzijds deprofessionele tewerkstelling een absolute noodzaak in de sportcontext.VSF en AISF willen de gegrondheid van het arrest niet in twijfel trekken. Maar voor de georganiseerde sportsector is het van uiterste belang dat er snel een parlementair initiatief wordt genomen om de ontstane nefaste situatie voor de vele lokale clubs en hun medewerkers recht te zetten. Deze onzekere situatie voor vaak cruciale functies in de clubs, maakt de heropstart van de clubs nog onzekerder en precairder dan die, gezien de huidige crisis, nu al is. 

Vorige Sportkampen voor kinderen deze zomer weer toegelaten Volgende Goed nieuws van de veiligheidsraad: wedstrijden vanaf 8 juni weer toegelaten