Atypische myopathie. Wellicht geen gekend woord bij de gemiddelde paardenhouder maar wel een vrij gevaarlijk iets. Tijd om daar dus verandering in te brengen. Atypische myopathie is de naam voor een spierziekte bij paard(achtig)en die zeer ernstig en in de meeste gevallen ook fataal is. Paarden die ermee te maken krijgen, overlijden vaak al binnen de drie dagen na het begin van de symptomen. Meer dan 75% van de dieren waarbij de aandoening voorkomt, sterft ook effectief. De uitzonderingen die de ziekte doorstaan, hebben kans om volledig te genezen maar kunnen er al dan niet wel hartritmestoornissen aan overhouden.
Het is ondertussen bekend dat het gif dat verantwoordelijk is voor het optreden van atypische myopathie, voorkomt in de zaden, de zaailingen en de bladeren van bepaalde esdoorns, waaronder de Acer pseudoplatanus (gewone esdoorn). De veldesdoorn (Spaanse Aak) blijkt niet giftig. Daarom wordt Atypische Myopathie tegenwoordig ook wel “esdoornvergiftiging” genoemd. Er bestaan honderden esdoornsoorten en variëteiten en ze kruisen bovendien ook onderling. Er is nog niet genoeg onderzoek naar giftigheid gedaan, dus wordt er opgeroepen uiterst voorzichtig te zijn. Esdoornscheuten blijven ook in gedroogde vorm giftig, dus ook in hooi. Dat bewees onderzoek op hooi van een jaar oud.
Esdoornvergiftiging komt vooral voor bij paarden en pony's, maar ook ezels en zebra's kunnen getroffen worden. Herkauwers en andere herbivoren lijken, voor zo ver onderzoekers momenteel kunnen vaststellen, niet gevoelig voor esdoornvergiftiging.
Indien uw paard op een weide staat waar mogelijks esdoornzaden in terecht kunnen komen, of waar zaailingen in groeien, raadt de UGent dan ook aan om maatregelen te nemen. U dient vooral waakzaam te zijn vanaf oktober (vallen van bladeren en zaden) tot aan de eerste grondige vorst en in de lente wanneer de zaailingen naar boven komen. Het is van het grootste belang dat u probeert te verhinderen dat paarden zaden of zaailingen opeten. Controleer daarom uw weiden op de aanwezigheid van deze zaden en zaailingen en verwijder ze indien u er terugvindt.
Sommige selectieve herbiciden die effectief zijn tegen netels en distels, zijn ook geschikt om esdoornscheuten te verwijderen. Vraag hierover advies bij uw tuincentrum.
Op 8 november 2014 gaf Prof. Piet Deprez (UGent) een uitgebreide presentatie rond dit onderwerp ter gelegenheid van de Vlaamse Sectordag Paarden. Deze presentatie kan u hier bekijken en downloaden.
Bron: Paarden.Vlaanderen
Het is ondertussen bekend dat het gif dat verantwoordelijk is voor het optreden van atypische myopathie, voorkomt in de zaden, de zaailingen en de bladeren van bepaalde esdoorns, waaronder de Acer pseudoplatanus (gewone esdoorn). De veldesdoorn (Spaanse Aak) blijkt niet giftig. Daarom wordt Atypische Myopathie tegenwoordig ook wel “esdoornvergiftiging” genoemd. Er bestaan honderden esdoornsoorten en variëteiten en ze kruisen bovendien ook onderling. Er is nog niet genoeg onderzoek naar giftigheid gedaan, dus wordt er opgeroepen uiterst voorzichtig te zijn. Esdoornscheuten blijven ook in gedroogde vorm giftig, dus ook in hooi. Dat bewees onderzoek op hooi van een jaar oud.
Esdoornvergiftiging komt vooral voor bij paarden en pony's, maar ook ezels en zebra's kunnen getroffen worden. Herkauwers en andere herbivoren lijken, voor zo ver onderzoekers momenteel kunnen vaststellen, niet gevoelig voor esdoornvergiftiging.
Indien uw paard op een weide staat waar mogelijks esdoornzaden in terecht kunnen komen, of waar zaailingen in groeien, raadt de UGent dan ook aan om maatregelen te nemen. U dient vooral waakzaam te zijn vanaf oktober (vallen van bladeren en zaden) tot aan de eerste grondige vorst en in de lente wanneer de zaailingen naar boven komen. Het is van het grootste belang dat u probeert te verhinderen dat paarden zaden of zaailingen opeten. Controleer daarom uw weiden op de aanwezigheid van deze zaden en zaailingen en verwijder ze indien u er terugvindt.
Sommige selectieve herbiciden die effectief zijn tegen netels en distels, zijn ook geschikt om esdoornscheuten te verwijderen. Vraag hierover advies bij uw tuincentrum.
Op 8 november 2014 gaf Prof. Piet Deprez (UGent) een uitgebreide presentatie rond dit onderwerp ter gelegenheid van de Vlaamse Sectordag Paarden. Deze presentatie kan u hier bekijken en downloaden.
Bron: Paarden.Vlaanderen