Op een locatie in West-Brabant is de neurologische vorm van rhinopneumonie vastgesteld. De aanwezige paarden mogen de locatie de komende weken niet verlaten en er worden ook geen paarden van buiten op het bedrijf toegelaten. De contactadressen van de locatie zijn op de hoogte gebracht van de situatie. De paarden staan onder controle van een dierenarts.
De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) heeft na onderzoek van neusswabs en/of bloedmonsters bevestigd dat het op deze locatie gaat om rhinopneumonie (EHV-1), een virusinfectie die zich kan uiten in de vorm van verkoudheidsverschijnselen, abortus en/of neurologische verschijnselen.
Rhinopneumonie is een veel voorkomende ziekte in Europa. Jaarlijks steekt de neurologische vorm dan ook wel ergens de kop op. Het voorkomen van direct contact tussen zieke en gezonde paarden is een belangrijke preventieve maatregel. Besmetting van paarden vindt plaats via de luchtwegen (‘neuzen’ of hoesten) en het virus kan ook worden overgedragen door de mens met name via handen. Vaccineren helpt om de infectiedruk in de paardenpopulatie te verminderen en dus de kans op infectie te verkleinen, maar beschermt niet echt tegen de neurologische vorm.
Het gescheiden houden van diverse groepen paarden (jonge paarden, drachtige merries, sportpaarden) geeft het EHV-1 virus minder kans zich te verspreiden. Als u uw paarden van rhinopneumonie verdenkt, zeker als er sprake is van abortus of neurologische verschijnselen, is het raadplegen van een dierenarts uitermate aan te raden.
Bron: SRP
De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) heeft na onderzoek van neusswabs en/of bloedmonsters bevestigd dat het op deze locatie gaat om rhinopneumonie (EHV-1), een virusinfectie die zich kan uiten in de vorm van verkoudheidsverschijnselen, abortus en/of neurologische verschijnselen.
Rhinopneumonie is een veel voorkomende ziekte in Europa. Jaarlijks steekt de neurologische vorm dan ook wel ergens de kop op. Het voorkomen van direct contact tussen zieke en gezonde paarden is een belangrijke preventieve maatregel. Besmetting van paarden vindt plaats via de luchtwegen (‘neuzen’ of hoesten) en het virus kan ook worden overgedragen door de mens met name via handen. Vaccineren helpt om de infectiedruk in de paardenpopulatie te verminderen en dus de kans op infectie te verkleinen, maar beschermt niet echt tegen de neurologische vorm.
Het gescheiden houden van diverse groepen paarden (jonge paarden, drachtige merries, sportpaarden) geeft het EHV-1 virus minder kans zich te verspreiden. Als u uw paarden van rhinopneumonie verdenkt, zeker als er sprake is van abortus of neurologische verschijnselen, is het raadplegen van een dierenarts uitermate aan te raden.
Bron: SRP