Skip to content

Copyright

Met vijf rekoefeningen naar een soepel paard!

Naast de dagelijkse training dat kan bestaan uit rijden, longeren of een buitenrit kunnen ook rekoefeningen toegepast worden om je paard fit te houden. Belangrijk bij de volgende oefeningen is dat je ze enkel met een gezond en blessurevrij paard doet. Forceer geen enkele beweging maar nodig je paard voor de beweging uit met iets lekkers en bouw samen de souplesse op. 


1. Kin naar borst: Deze oefening stimuleert de flexibiliteit van zowel het voorste als middelste gedeelte van de halsspieren. 

  • Sta naast de schouder van je paard, met je gezicht richting het hoofd. Houd het lekkers in je hand dichtst bij het paard. 
  • Houd de hand met de beloning voor de borst van je paard, zodat hij gevraagd wordt de kin naar de borst te brengen. Laat hem de positie enkele seconden aanhouden en ontspan dan weer. 

Naarmate je paard deze oefeningen onder de knie krijgt, kun je hem telkens dichter bij de borst brengen. Een variate hierop is om het hoofd meer naar de onderkant van de borst te brengen, om het bovenste en middelste gedeelte van de hals aan te spreken.

2. Kin naar kogel: Met deze oefening focus je op de schoft. Het is hierbij belangrijk dat de voorbenen niet te dicht bij elkaar staan, want je paard moet er met de neus tussen kunnen. 

  • Ga naast je paard staan, ter hoogte van waar je singel normaal ligt, kijkrichting naar het hoofd van je paard. Houd het lekkers in je dichtste hand bij het paard. 
  • Steek de beloning tussen de voorbenen en vraag hem het hoofd te laten zakken tot de kogels. Houd dit even aan maar laat het hoofd niet kantelen. 

Naarmate je paard deze oefeningen beter kan, kun je hem verder tussen de voorbenen begeleiden door meer richting de buik te vragen met je hand. 

3. Kin naar achterbeen (kogel): Deze oefening stimuleert de lengtebuiging van de hals en de rug alsook de spieren die stabiliteit in de buik en het bekken voorzien. 

  • Sta ter hoogte van de lendenen van je paard, terug gericht naar het hoofd van je paard. De beloning moet nu in de hand weg van het paard.
  • Houd de beloning op ongeveer 50cm van je paard, nodig hem uit de kin uit te steken door zo ver mogelijk naar achteren én omlaag te rijken. 

Hoe meer je paard dit onder de knie krijgt, hoe verder je naar het achterbeen kunt gaan. Aandachtspuntje is dat je paard geen stap mag zetten om de beloning te pakken.

4. Opbollen van schoft, rug en omhoog brengen van het borstbeen: Deze oefening zorgt voor meer balans. 

  • Sta naast je paard, achter de elleboog, met je gezicht richting je paard.
  • Druk lichtjes op het borstbeen van je paard. Verplaats traag de druk naar vlak achter de plaats van de singel. Je merkt dat je juist bezig bent als je paard de rug opbolt en de schoft, het borstbeen en zijn rug naar omhoog gaat.

Elk paard zal hier anders op reageren. De ene zal al wat meer druk nodig hebben dan de andere. Voer de druk geleidelijk aan op tot je merkt dat je paard reageert. 

5. Kantelen van het bekken en opbollen van de lendenwervels: Hierbij wordt het kantelen van de bekken en het opbollen van de lendenwervels gestimuleerd, wat zijn uitwerking heeft in het dragend vermogen van het achterbeen. 

  • Sta naast je paard, met je gezicht naar de flank
  • Begin bij de staartaanzet en ga omhoog langs de ruggengraat. Naast iedere wervel zet je druk tot je paard de bekken kantelt en de lendenwervels opbolt
  • Een andere manier is om achter je paard te gaan staan (als je zeker bent dat die niet slaat). Dan leg je je nagel (evt van de duim) op de bovenkant van de poep en ga je in een loodrechte lijn naar beneden, tot aan de billen in de groef tussen de spieren van de achterhand

Niet alle paarden zullen hierop reageren of snel willen toegeven aan de druk. Probeer even uit wat je paard fijn vindt en waar het juiste punt voor reactie zit.

Deze oefeningen zijn ter afwisseling om je paard soepeler en losser in zijn lijf te maken. Let op dat je deze oefening niet te lang en niet te vaak herhaalt om niks te forceren. Bouw voorzichtig op en kijk hoe je paard hierop reageert. 

Bron: Dochorse / Thehorse.com

1. Kin naar borst: Deze oefening stimuleert de flexibiliteit van zowel het voorste als middelste gedeelte van de halsspieren. 

  • Sta naast de schouder van je paard, met je gezicht richting het hoofd. Houd het lekkers in je hand dichtst bij het paard. 
  • Houd de hand met de beloning voor de borst van je paard, zodat hij gevraagd wordt de kin naar de borst te brengen. Laat hem de positie enkele seconden aanhouden en ontspan dan weer. 

Naarmate je paard deze oefeningen onder de knie krijgt, kun je hem telkens dichter bij de borst brengen. Een variate hierop is om het hoofd meer naar de onderkant van de borst te brengen, om het bovenste en middelste gedeelte van de hals aan te spreken.

2. Kin naar kogel: Met deze oefening focus je op de schoft. Het is hierbij belangrijk dat de voorbenen niet te dicht bij elkaar staan, want je paard moet er met de neus tussen kunnen. 

  • Ga naast je paard staan, ter hoogte van waar je singel normaal ligt, kijkrichting naar het hoofd van je paard. Houd het lekkers in je dichtste hand bij het paard. 
  • Steek de beloning tussen de voorbenen en vraag hem het hoofd te laten zakken tot de kogels. Houd dit even aan maar laat het hoofd niet kantelen. 

Naarmate je paard deze oefeningen beter kan, kun je hem verder tussen de voorbenen begeleiden door meer richting de buik te vragen met je hand. 

3. Kin naar achterbeen (kogel): Deze oefening stimuleert de lengtebuiging van de hals en de rug alsook de spieren die stabiliteit in de buik en het bekken voorzien. 

  • Sta ter hoogte van de lendenen van je paard, terug gericht naar het hoofd van je paard. De beloning moet nu in de hand weg van het paard.
  • Houd de beloning op ongeveer 50cm van je paard, nodig hem uit de kin uit te steken door zo ver mogelijk naar achteren én omlaag te rijken. 

Hoe meer je paard dit onder de knie krijgt, hoe verder je naar het achterbeen kunt gaan. Aandachtspuntje is dat je paard geen stap mag zetten om de beloning te pakken.

4. Opbollen van schoft, rug en omhoog brengen van het borstbeen: Deze oefening zorgt voor meer balans. 

  • Sta naast je paard, achter de elleboog, met je gezicht richting je paard.
  • Druk lichtjes op het borstbeen van je paard. Verplaats traag de druk naar vlak achter de plaats van de singel. Je merkt dat je juist bezig bent als je paard de rug opbolt en de schoft, het borstbeen en zijn rug naar omhoog gaat.

Elk paard zal hier anders op reageren. De ene zal al wat meer druk nodig hebben dan de andere. Voer de druk geleidelijk aan op tot je merkt dat je paard reageert. 

5. Kantelen van het bekken en opbollen van de lendenwervels: Hierbij wordt het kantelen van de bekken en het opbollen van de lendenwervels gestimuleerd, wat zijn uitwerking heeft in het dragend vermogen van het achterbeen. 

  • Sta naast je paard, met je gezicht naar de flank
  • Begin bij de staartaanzet en ga omhoog langs de ruggengraat. Naast iedere wervel zet je druk tot je paard de bekken kantelt en de lendenwervels opbolt
  • Een andere manier is om achter je paard te gaan staan (als je zeker bent dat die niet slaat). Dan leg je je nagel (evt van de duim) op de bovenkant van de poep en ga je in een loodrechte lijn naar beneden, tot aan de billen in de groef tussen de spieren van de achterhand

Niet alle paarden zullen hierop reageren of snel willen toegeven aan de druk. Probeer even uit wat je paard fijn vindt en waar het juiste punt voor reactie zit.

Deze oefeningen zijn ter afwisseling om je paard soepeler en losser in zijn lijf te maken. Let op dat je deze oefening niet te lang en niet te vaak herhaalt om niks te forceren. Bouw voorzichtig op en kijk hoe je paard hierop reageert. 

Bron: Dochorse / Thehorse.com

Vorige Dit is de (para)dressuurkalender voor 2023 Volgende 70.000 euro voor vierjarige Taladela PS