Jelle Hoorens is één van België's meest voorname paardenosteopaten. De therapeut ging dieper in op de vijf meest voorkomende klachten bij paarden en hoe je die kan opsporen en verhelpen. De 5 meest voorkomende klachten bij paarden die osteopatisch behandeld worden en hoe ruiters ze kunnen herkennen:
1. Rugpijn is de absolute nummer 1. Er zijn verschillende problemen die kunnen voorkomen, meestal thoracaal en lumbaal. Veel bereden paarden krijgen rugpijn op een bepaald moment in hun carrière. Deze kunnen vele oorzaken hebben. De meest voorkomende oorzaken zijn overbelasting, verkeerde belasting, maar ook omdat paarden atleten zijn, wat gepaard kan gaan met verzuurde spieren, verrekkingen of blokkades.Ruiters kunnen rugpijn herkennen door zelf de rug van het paard te palperen*. Zet lichte druk op de paardenrug zo’n 10 cm parallel met de wervelkolom, beginnend net achter het schouderblad thv de schoft tot aan het bekken.Als het paard hier heftig, gestresseerd, of overgevoelig op reageert scheelt er iets.
2. Problemen met zijdelings buigen. Vele ruiters contacteren me wanneer een paard zich sterk maakt op een zijde of als ze helemaal niet willen buigen. Mijn advies is om de paarden zeker niet te proberen forceren in de gewenste buiging. Als er namelijk een blokkade is, kan het paard gewoonweg niet buigen en kan schade berokkend worden in de mond door het bit. Ik raad aan om zelf eens met een wortel of koekje de neus van het paard de schouder te laten raken. Als het paard hierbij zijn hoofd scheef houdt, of het lukt niet, dan is er een blokkade. Wanneer dit vlot gaat, probeer je zo ver mogelijk richting achterknie te gaan met de neus van het paard. Lenige paarden kunnen zonder problemen de knie raken. Als ze niet veel verder geraken als de schouder, kan er een blokkade zijn in het CTO-gebied ofwel het gebied van hals naar rug.
Er kan ook uitstralingspijn afkomstig uit de rug of bekken zijn ipv een cervicale blokkade.
3. Het paard voelt stijf aan. Meestal acuut, maar kan ook chronisch zijn. Deze klacht kan veel symptomen hebben, maar het komt steeds neer op hetzelfde: verzuring. Het is erg belangrijk dat de ruiter rekening houdt met het ‘spiermanagement’. Geen overhaaste opwarming en neem ook de tijd om het paard uit te draven en uitstappen na een intensieve work-out. De verzorger of groom zorgt er op zijn beurt voor dat het paard de verkoeling krijgt die nodig is aan de spieren en pezen om letstels te vermijden. Alsook het voermanagement is uiterst belangrijk. Zorg ervoor dat je paard na hevig zweten elektrolyten krijgt om de mineralen en zouten terug voldoende op te kunnen nemen. Wanneer een paard de reserves uit de spieren moet halen zorgt dit voor verzuring. Alsook vitamine E en magnesium zorgen ervoor dat de spieren zijn reserves kan opbouwen en energie kan blijven leveren.
Afhankelijk van de graad van verzuring kan een osteopaat verlichting bieden door na te gaan of de verzuring niet wordt mede-veroorzaakt door een wervelblokkade. Verzuring die wordt veroorzaakt door overbelasting kan verholpen worden dmv rust, paardenmassage therapeut, en dry needling*.
4. Blokkade aan de lendenen. Dit kan de ruiter herkennen wanneer bij palpatie de rug doorzakt achter het zadel en thv het bekken als het paard trilt op de achterbenen. Sacro iliacaal (SI) gewrichtspijn leidt vaak tot bekkenproblemen en omgekeerd, aangezien het SI- gewricht zich situeert aan de achterkant van het bekken en articuleert met enerzijds het heiligbeen en anderzijds de beenderen van het ilium (deel van heup). Het paard heeft hierbij problemen met galopwissels, impulsverlies, verminderde kracht bij afzet en landing, springt schuin, gaat op voorhand hangen om achterhand te ontlasten, … Deze klachten kunnen na een of meerdere osteopatische behandelingen verdwijnen.
5. Het paard voelt niet meer hetzelfde. Een osteopaat is ook een soort onderzoeker en gaat een anamnese* opstellen door vragen te stellen over het paard en de training om zo alles in kaart te brengen. De klacht leidt niet altijd tot het probleem. Soms zal een osteopaat doorverwijzen naar een dierenarts of andere therapeut. Veel gedragsproblemen kunnen opgelost worden door correcte begeleiding en training. De osteopaat zoekt de oorzaak van een bepaalde klacht en zal advies geven over welke therapie het best zal zijn wanneer osteopathie onvoldoende is. Osteopathie is geen ‘quick fix’, het gaat om behandelen door de oorzaak te zoeken ipv symptoombestrijding.
Hierdoor raad ik sterk aan voor professionele ruiters om hun paarden 3-maandelijkse check-ups te laten ondergaan en hobbyruiters elke 6maanden tot jaarlijks.
*palpatie: met je handen voelen over een oppervlak
*anamnese: onderzoekschema
*Dry Needling: Met een droge acupunctuurnaald worden “knopen” in spieren, zogeheten triggerpoints, kortdurend aangeprikt. Op het moment dat met de naald het juiste triggerpoint aangeprikt wordt, spant de spier zich even kort aan, waarna deze zich meestal direct ontspant, voor langere tijd. Bewegen gaat meteen gemakkelijker.
1. Rugpijn is de absolute nummer 1. Er zijn verschillende problemen die kunnen voorkomen, meestal thoracaal en lumbaal. Veel bereden paarden krijgen rugpijn op een bepaald moment in hun carrière. Deze kunnen vele oorzaken hebben. De meest voorkomende oorzaken zijn overbelasting, verkeerde belasting, maar ook omdat paarden atleten zijn, wat gepaard kan gaan met verzuurde spieren, verrekkingen of blokkades.Ruiters kunnen rugpijn herkennen door zelf de rug van het paard te palperen*. Zet lichte druk op de paardenrug zo’n 10 cm parallel met de wervelkolom, beginnend net achter het schouderblad thv de schoft tot aan het bekken.Als het paard hier heftig, gestresseerd, of overgevoelig op reageert scheelt er iets.
2. Problemen met zijdelings buigen. Vele ruiters contacteren me wanneer een paard zich sterk maakt op een zijde of als ze helemaal niet willen buigen. Mijn advies is om de paarden zeker niet te proberen forceren in de gewenste buiging. Als er namelijk een blokkade is, kan het paard gewoonweg niet buigen en kan schade berokkend worden in de mond door het bit. Ik raad aan om zelf eens met een wortel of koekje de neus van het paard de schouder te laten raken. Als het paard hierbij zijn hoofd scheef houdt, of het lukt niet, dan is er een blokkade. Wanneer dit vlot gaat, probeer je zo ver mogelijk richting achterknie te gaan met de neus van het paard. Lenige paarden kunnen zonder problemen de knie raken. Als ze niet veel verder geraken als de schouder, kan er een blokkade zijn in het CTO-gebied ofwel het gebied van hals naar rug.
Er kan ook uitstralingspijn afkomstig uit de rug of bekken zijn ipv een cervicale blokkade.
3. Het paard voelt stijf aan. Meestal acuut, maar kan ook chronisch zijn. Deze klacht kan veel symptomen hebben, maar het komt steeds neer op hetzelfde: verzuring. Het is erg belangrijk dat de ruiter rekening houdt met het ‘spiermanagement’. Geen overhaaste opwarming en neem ook de tijd om het paard uit te draven en uitstappen na een intensieve work-out. De verzorger of groom zorgt er op zijn beurt voor dat het paard de verkoeling krijgt die nodig is aan de spieren en pezen om letstels te vermijden. Alsook het voermanagement is uiterst belangrijk. Zorg ervoor dat je paard na hevig zweten elektrolyten krijgt om de mineralen en zouten terug voldoende op te kunnen nemen. Wanneer een paard de reserves uit de spieren moet halen zorgt dit voor verzuring. Alsook vitamine E en magnesium zorgen ervoor dat de spieren zijn reserves kan opbouwen en energie kan blijven leveren.
Afhankelijk van de graad van verzuring kan een osteopaat verlichting bieden door na te gaan of de verzuring niet wordt mede-veroorzaakt door een wervelblokkade. Verzuring die wordt veroorzaakt door overbelasting kan verholpen worden dmv rust, paardenmassage therapeut, en dry needling*.
4. Blokkade aan de lendenen. Dit kan de ruiter herkennen wanneer bij palpatie de rug doorzakt achter het zadel en thv het bekken als het paard trilt op de achterbenen. Sacro iliacaal (SI) gewrichtspijn leidt vaak tot bekkenproblemen en omgekeerd, aangezien het SI- gewricht zich situeert aan de achterkant van het bekken en articuleert met enerzijds het heiligbeen en anderzijds de beenderen van het ilium (deel van heup). Het paard heeft hierbij problemen met galopwissels, impulsverlies, verminderde kracht bij afzet en landing, springt schuin, gaat op voorhand hangen om achterhand te ontlasten, … Deze klachten kunnen na een of meerdere osteopatische behandelingen verdwijnen.
5. Het paard voelt niet meer hetzelfde. Een osteopaat is ook een soort onderzoeker en gaat een anamnese* opstellen door vragen te stellen over het paard en de training om zo alles in kaart te brengen. De klacht leidt niet altijd tot het probleem. Soms zal een osteopaat doorverwijzen naar een dierenarts of andere therapeut. Veel gedragsproblemen kunnen opgelost worden door correcte begeleiding en training. De osteopaat zoekt de oorzaak van een bepaalde klacht en zal advies geven over welke therapie het best zal zijn wanneer osteopathie onvoldoende is. Osteopathie is geen ‘quick fix’, het gaat om behandelen door de oorzaak te zoeken ipv symptoombestrijding.
Hierdoor raad ik sterk aan voor professionele ruiters om hun paarden 3-maandelijkse check-ups te laten ondergaan en hobbyruiters elke 6maanden tot jaarlijks.
*palpatie: met je handen voelen over een oppervlak
*anamnese: onderzoekschema
*Dry Needling: Met een droge acupunctuurnaald worden “knopen” in spieren, zogeheten triggerpoints, kortdurend aangeprikt. Op het moment dat met de naald het juiste triggerpoint aangeprikt wordt, spant de spier zich even kort aan, waarna deze zich meestal direct ontspant, voor langere tijd. Bewegen gaat meteen gemakkelijker.