Of je nu een recreatieve of competitieve ruiter bent, een wandeling te paard is altijd fijn voor zowel jezelf als jouw paard. Het is goed om je paard even uit de spanningen van je training te halen en zijn hoofd te laten leegmaken in alle rust. Jammer genoeg komt die rust vaak in het gedrang omdat veel autobestuurders niet weten hoe ze moeten reageren wanneer ze een paard op de baan zien. Dit kan zeer gevaarlijke situaties veroorzaken. Om dit te voorkomen sommen wij de belangrijkste veiligheidsregels op. 

Een paard is een vluchtdier 

Paarden hebben de neiging te vluchten als ze iets naderen dat in hun ogen een gevaar vormt. Dit is een instinct eigen aan de dieren. De ruiter te paard kan hier niets aan veranderen. Wanneer een paard in groep wandelt, kan het zijn dat wanneer het ene paard tekenen van angst toont, de andere het gaat imiteren. De ruiters doen op dat moment dan alles in hun macht om hun dieren te kalmeren. Dit kan ervoor zorgen dat de paarden bruusk in alle richtingen beginnen bewegen of in het slechtste geval steigeren en weglopen. 

Tekenen van angst 

Elke bestuurder moet onmiddellijk vertragen wanneer hij een rijdier op de openbare weg nadert. Het is zelfs verboden om door lawaai de dieren te doen schrikken. Bij het kruisen of het inhalen van paarden doen bestuurders er goed aan om een grote en zijdelingse afstand te bewaren. Volgens artikel 45.5 zijn bestuurders ook verplicht om de nodige maatregelen te nemen om te voorkomen dat de lading en al wat dient om de lading vast te maken, door lawaai de dieren zou doen schrikken. 

Oorzaken van angst 

Omdat paarden hun ogen langs de zijkanten van hun hoofd zitten, hebben ze een heel breed gezichtsveld. Dit maakt dat zij dingen opmerken zoals bruuske bewegingen en andere bronnen van stress die de ruiter volledig ontgaan omdat zij het simpelweg niet zien. 

Wat moet je wél doen? 

Stop het voertuig onmiddellijk bij het minste teken van angst. 

Vertraag en hou voldoende afstand bij het kruisen of inhalen van een paard. 

Wanneer een paard in de tegenovergestelde richting komt aanwandelen en tekenen van angst toont, zet je het voertuig langs de kant met de motor uit tot het paard op een veilige manier gepasseerd is en minstens vijf meter verder is. 

Vermijd iedere bruuske beweging in de omgeving of bij het naderen van het paard. Zelfs al denk je dat het paard het wel niet zal zien, ze zullen er hoogstwaarschijnlijk nog steeds van schrikken. 

Wanneer je te voet bent, loop je niet in de richting van de paarden die tekenen van angst vertonen. 

Maak alles wat los hangt vast of hou het vast. 

Hou honden aan de leiband. 

Brommende of lawaaierige motoren, kreten, remgeluiden, claxongeluiden etc. kunnen paarden zeer angstig maken. Bewaar de stilte. 

Wat moet je vooral niet doen? 

Maak geen bruuske bewegingen. 

Claxonneer in geen enkel geval. 

Maak geen of zo weinig mogelijk geluid. Roep niet en verhef evenmin je stem. 

Zet de autoradio niet loeihard. 

Vlieg niet razendsnel een paard voorbij met uw voertuig. 

Blijf vooral kalm en wees geduldig 

Paarden worden zenuwachtig als ze moeten stilstaan aan een kruispunt of bijvoorbeeld verkeerslichten. Ze zijn kalmer tijdens het stappen of zelfs draven. Paarden zijn kuddedieren en worden niet graag van de groep verwijderd, doorbreek dus nooit een groep paarden die bijvoorbeeld oversteken. Maar het belangrijkste van al is om ten allen tijden kalm en geduldig te blijven. Jouw eventuele angst voegt zich bij dat van het paard.

Fijne ervaring voor iedereen

Wandelen te paard moet vooral een fijne ervaring zijn, en dat voor iedereen. Paard en ruiter moeten kunnen genieten van een wandeling in een veilige omgeving. Wanneer je als bestuurder een paard op de openbare weg tegenkomt, geniet dan in alle rust van het machtige dier dat jou passeert!