Skip to content

Copyright

Hoe moet je jouw evenwicht houden op een paard met een grote en krachtige sprong?

We houden ervan "ooh" en "aah" te roepen over mooie paarden met krachtige en explosieve sprongen. En toegegeven, het is ongelooflijk om een paard te zien springen met een spectaculaire techniek en een enorme kracht. Ze laten hun werk er zo gemakkelijk uitzien! Daarnaast lijkt het wel "magie" als de ruiter op zo'n type paard mooi in balans in het zadel blijft zitten alsof het niets voorstelt. Helaas lijkt het makkelijker dan het in werkelijk is om je evenwicht te bewaren als je paard bij elke sprong opstijgt in de lucht.  

Als je het geluk hebt een paard te berijden of te bezitten met een grote of krachtige sprong, dan weet je dat de combinatie tussen er netjes uitzien en effectief goed rijden allebei tegelijk heel moeilijk zijn! Hoe dan ook is het een echt voorrecht om zo'n technisch sterk paard te hebben! Maar hoe voorkom je dat je uit het zadel vliegt op de sprong, je evenwicht verliest bij de landing, of het gevoel hebt dat je niet bij jouw paard kunt blijven over de hindernissen? 

Elk paard is een beetje anders, maar hier zijn wat tips die je misschien kunnen helpen om die grote sprongen makkelijker te rijden! 

1. Denk na over je positie 

Het eerste wat je je moet realiseren is dat een stabiel onderbeen en een goede balans echt de sleutels zijn tot een veilige springpositie. Je kunt er vaak mee wegkomen met een minder goede houding over kleinere sprongen of op een paard met een zuinige sprong, maar over grote sprongen of op een paard met een grote krachtige afzet, zijn de basics belangrijker dan ooit. 

De eerste en gemakkelijkste stap is het controleren van je stijgbeugels. Als je sprongen groter worden of je paard krachtiger springt, moet je vaak je stijgbeugels een paar gaatjes inkorten om jezelf een veiligere positie over de sprong te geven.

Sommige topruiters raden aan om tot wel 4 gaten omhoog te gaan vanaf je "kleine hindernis" springt om je onderbeen veiliger te maken en te voorkomen dat je uit het zadel wordt gesprongen. 

2. Correcte houding tussen de hindernissen 

Vervolgens moet je nadenken over je positie tussen de hindernissen. Het is een beetje zoals met horden - als die atleten voorovergebogen en uit balans naar de horde zouden rennen, zouden ze hoogstwaarschijnlijk omvallen. 

Jezelf een goede houding geven voor de hindernis geeft je een betere kans om de sprong zelf succesvol te doorstaan. Je wilt licht in je lichaam blijven, open in je borst en schouders, en recht in je rug, zodat je met het paard mee kunt bewegen. Je gewicht moet in je hielen zitten en je been onder je.

Heel wat ruiters denken eraan om hun onderbeen naar voren te houden in de buurt van de elleboog van het paard als ze de hindernis naderen, om zo de neiging van het been om naar achteren te zwaaien te compenseren. Dit kan nuttig zijn, zolang je je onderbeen niet te krachtig naar voren duwt, waardoor je schouders ver achter je heupen blijven. Als dit gebeurt, is de kans groter dat je achterblijft als het paard opstijgt. Denk er in plaats daarvan aan dat je probeert je voeten samen te raken op de onderkant van de singel van het paard.

3. Ga niet achterover zitten 

Nu we het toch over achterop raken hebben, dit is een neiging die het ook moeilijk kan maken om een grote sprong te trotseren. Omdat je je bewust bent van de kracht van het paard, gaan veel ruiters een beetje achterover leunen en rijden in een meer defensieve houding voor het geval ze hun evenwicht verliezen. 

De ironie is natuurlijk dat als je te ver naar achteren gaat zitten om te proberen in het zadel te blijven, je waarschijnlijk onhandig achter de beweging komt te zitten, wat een sprong erg moeilijk kan maken om op te zitten. Daarnaast zit het gevaar er ook in dat je dan achter blijft op de sprong en je zeg maar de sprong "afbreekt". Als je vermoedt dat je dit doet, is een goede oefening om in verlichte zit naar kleine hindernissen te galopperen en te springen terwijl je je lichaamshouding precies hetzelfde houdt in het dressuurwerk tussen de sprong en over de hindernis. 

4. Zonder stijgbeugels

Als deze oplossingen niet helpen, moet je je positie over kleine hindernissen en op de vlakte echt verbeteren. Dit leidt tot het gevreesde 'geen stijgbeugel' advies. Het is een zin die de meeste ruiters doet zuchten, maar het werkt!

Het rijden van kleine hindernissen, gymnastiek en oefeningen met balkjes zonder stijgbeugels helpt je om gevoel te ontwikkelen en verbetert je houding door het opbouwen van de juiste spieren  en dwingt je om je rijkunst te verbeteren. Hierdoor zal je op termijn minder uit het zadel gekatapulteerd worden op de sprong. 


Bron: FEI 

Als je het geluk hebt een paard te berijden of te bezitten met een grote of krachtige sprong, dan weet je dat de combinatie tussen er netjes uitzien en effectief goed rijden allebei tegelijk heel moeilijk zijn! Hoe dan ook is het een echt voorrecht om zo'n technisch sterk paard te hebben! Maar hoe voorkom je dat je uit het zadel vliegt op de sprong, je evenwicht verliest bij de landing, of het gevoel hebt dat je niet bij jouw paard kunt blijven over de hindernissen? 

Elk paard is een beetje anders, maar hier zijn wat tips die je misschien kunnen helpen om die grote sprongen makkelijker te rijden! 

1. Denk na over je positie 

Het eerste wat je je moet realiseren is dat een stabiel onderbeen en een goede balans echt de sleutels zijn tot een veilige springpositie. Je kunt er vaak mee wegkomen met een minder goede houding over kleinere sprongen of op een paard met een zuinige sprong, maar over grote sprongen of op een paard met een grote krachtige afzet, zijn de basics belangrijker dan ooit. 

De eerste en gemakkelijkste stap is het controleren van je stijgbeugels. Als je sprongen groter worden of je paard krachtiger springt, moet je vaak je stijgbeugels een paar gaatjes inkorten om jezelf een veiligere positie over de sprong te geven.

Sommige topruiters raden aan om tot wel 4 gaten omhoog te gaan vanaf je "kleine hindernis" springt om je onderbeen veiliger te maken en te voorkomen dat je uit het zadel wordt gesprongen. 

2. Correcte houding tussen de hindernissen 

Vervolgens moet je nadenken over je positie tussen de hindernissen. Het is een beetje zoals met horden - als die atleten voorovergebogen en uit balans naar de horde zouden rennen, zouden ze hoogstwaarschijnlijk omvallen. 

Jezelf een goede houding geven voor de hindernis geeft je een betere kans om de sprong zelf succesvol te doorstaan. Je wilt licht in je lichaam blijven, open in je borst en schouders, en recht in je rug, zodat je met het paard mee kunt bewegen. Je gewicht moet in je hielen zitten en je been onder je.

Heel wat ruiters denken eraan om hun onderbeen naar voren te houden in de buurt van de elleboog van het paard als ze de hindernis naderen, om zo de neiging van het been om naar achteren te zwaaien te compenseren. Dit kan nuttig zijn, zolang je je onderbeen niet te krachtig naar voren duwt, waardoor je schouders ver achter je heupen blijven. Als dit gebeurt, is de kans groter dat je achterblijft als het paard opstijgt. Denk er in plaats daarvan aan dat je probeert je voeten samen te raken op de onderkant van de singel van het paard.

3. Ga niet achterover zitten 

Nu we het toch over achterop raken hebben, dit is een neiging die het ook moeilijk kan maken om een grote sprong te trotseren. Omdat je je bewust bent van de kracht van het paard, gaan veel ruiters een beetje achterover leunen en rijden in een meer defensieve houding voor het geval ze hun evenwicht verliezen. 

De ironie is natuurlijk dat als je te ver naar achteren gaat zitten om te proberen in het zadel te blijven, je waarschijnlijk onhandig achter de beweging komt te zitten, wat een sprong erg moeilijk kan maken om op te zitten. Daarnaast zit het gevaar er ook in dat je dan achter blijft op de sprong en je zeg maar de sprong "afbreekt". Als je vermoedt dat je dit doet, is een goede oefening om in verlichte zit naar kleine hindernissen te galopperen en te springen terwijl je je lichaamshouding precies hetzelfde houdt in het dressuurwerk tussen de sprong en over de hindernis. 

4. Zonder stijgbeugels

Als deze oplossingen niet helpen, moet je je positie over kleine hindernissen en op de vlakte echt verbeteren. Dit leidt tot het gevreesde 'geen stijgbeugel' advies. Het is een zin die de meeste ruiters doet zuchten, maar het werkt!

Het rijden van kleine hindernissen, gymnastiek en oefeningen met balkjes zonder stijgbeugels helpt je om gevoel te ontwikkelen en verbetert je houding door het opbouwen van de juiste spieren  en dwingt je om je rijkunst te verbeteren. Hierdoor zal je op termijn minder uit het zadel gekatapulteerd worden op de sprong. 


Bron: FEI 

Vorige Jos Lansink: "De steun van de Nederlandse ruiters overhaalde me de positie als bondscoach aan te nemen" Volgende Christophe Leutenez op één én twee bij de 5-jarigen in Oliva