De nieuwe regel heeft geleid tot verontwaardiging van de bonden van democratische rechtstaten, waaronder Nederland, België, Groot-Brittannië, Zwitserland, Zweden en de Verenigde Staten. Zij hebben bezwaren geuit, met name gerelateerd aan schendingen van mensenrechten en het nemo-tenetur-beginsel. Dit beginsel stelt dat niemand verplicht is tegen zichzelf bewijs te leveren en dat niemand gedwongen kan worden mee te werken aan de eigen veroordeling.

De bonden hebben de FEI aangeklaagd voor het negeren van fundamentele juridische principes en het schenden van het recht op een eerlijk proces. Ze benadrukken dat het opleggen van zelf-incriminatie in tuchtonderzoeken niet alleen indruist tegen internationale normen, maar ook een gevaarlijk precedent schept voor andere sportorganisaties.

De FEI heeft tot nu toe geen officiële reactie gegeven op de beschuldigingen van schending van mensenrechten. In afwachting van verdere ontwikkelingen blijft de paardensportwereld in spanning, met de hoop dat er een eerlijk en rechtvaardig compromis kan worden bereikt tussen de belangen van de sportbond en het eerbiedigen van fundamentele rechten van de betrokkenen.