Skip to content

Copyright

Pieter Dejager: Het succesverhaal van Jumping Antwerpen wordt verdergezet in Waregem

Pieter Dejager is geen onbekende in het Belgische en internationale jumping circuit. Hij was gedurende negen jaar mede-organisator van de CSI5* wedstrijd van Antwerpen. Dit jaar besloot hij een andere weg in te slaan en organiseert hij voor de eerste keer jumping Waregem. Daarnaast neemt hij ook nog regelmatig deel aan verschillende CSI2* wedstrijden. Wij spraken met hem over jumping Antwerpen, jumping Waregem en over hoe hij erin slaagt zijn drukke professionele leven met een sportcarrière te combineren.

Jullie besloten dit jaar om de stekker uit Jumping  Antwerpen te trekken. Vanwaar die beslissing?

Eigenlijk vrij simpel: het was omwille van een samenloop van omstandigheden niet meer mogelijk. We hebben deze wedstrijd gedurende negen jaar met hart en ziel georganiseerd, maar het werd alsmaar moeilijker om de juiste locatie voor onze jumping te vinden. Door de vele wegenwerken in de Antwerpse binnenstad, werd het steeds moeilijker om effectief een plaats te vinden die goed bereikbaar was voor iedereen. De locatie die we vorig jaar hadden, was op zich niet slecht maar voldeed niet helemaal aan onze hoge eisen. De mobiliteitsproblematiek die er dan nog eens bijkwam, heeft ons uiteindelijk doen beslissen om de stekker uit Jumping Antwerpen te trekken.

Dit betekent duidelijk niet dat je bij de pakken blijft neerzitten. Je hebt alweer een nieuwe wedstrijd op de kalender geplaatst: jumping Waregem. Is deze wedstrijd vergelijkbaar met jumping Antwerpen?

Op sportief vlak proberen we zeker een vergelijkbare wedstrijd te maken. Beide concours zijn vijfsterrenwedstrijden. In Waregem zullen echter ook rubrieken voor jonge paarden georganiseerd worden. We zullen ook op twee pistes werken om meer combinaties de kans te geven om hier aan de start te komen. In Waregem is ook meer plaats, wat automatisch resulteert in meer mogelijkheden. Op het grote middenplein van de hippodroom zal het centrum van het evenement te vinden zijn. Achter het grote centrum van Sport Vlaanderen zal de inrijpiste liggen en zal er ook plaats gemaakt worden om al de vrachtwagens te parkeren. Het is sowieso makkelijker om al het logistieke op deze locatie te regelen aangezien de locatie er nu eenmaal beter voor uitgerust is. We gaan ook altijd op zoek naar unieke locaties en ik denk dat we die met de hippodroom gevonden hebben. We krijgen ook enorm veel steun van de stad en van de provincie West-Vlaanderen wat je als organisator natuurlijk altijd een extra duwtje in de rug geeft.

Je bent naast een drukbezet zakenman ook nog  ruiter. Hoe slaag je erin om beide met elkaar te  combineren?

Vroeg opstaan en laat gaan slapen (lacht). Nee, dit jaar stond de sport sowieso op een laag pitje aangezien ik pech heb gehad met enkele blessures en virussen bij enkele paarden. Dit begint nu eindelijk te stabiliseren maar ik moet natuurlijk stilletjes terug opbouwen. Ik denk dat als je iets graag genoeg doet, je er sowieso tijd voor kan maken. “Geen tijd hebben” is dan ook iets wat niet in mijn woordenboek staat. Ik denk dat je bepaalde keuzes moet maken als je een professionele carrière met een sportcarrière wil combineren, maar het is zeker niet onmogelijk. Ik maak graag tijd vrij voor mijn paarden en dat is ook iets wat ik wil blijven doen.

Je hebt al veel bereikt op 29-jarige leeftijd. Heb je nog specifieke doelen in je carrière?

Ik zal nooit professioneel ruiter zijn en dat besef ik ook. Voor mij is paardrijden meer een uit de hand gelopen hobby. Voor mij draait eigenlijk alles om plezier. Als ik nog een tijdje kan meedraaien op CSI2* niveau en hier plezier in blijf hebben, is mijn doel al lang bereikt. Als ik  mij niet meer amuseer tijdens het rijden, houdt het voor mij op maar dat is nog lang niet het geval. Ik amuseer mij nog te goed, zowel met jonge paarden, waar je de ‘knopjes’ nog moet opzetten als met iets oudere paarden waarmee ik hogere rubrieken kan springen. Zolang ik een gezonde balans tussen mijn werk, mijn sport en mijn privéleven kan houden, ben ik al lang tevreden.

Pieter Dejager is geen onbekende in het Belgische en internationale jumping circuit. Hij was gedurende negen jaar mede-organisator van de CSI5* wedstrijd van Antwerpen. Dit jaar besloot hij een andere weg in te slaan en organiseert hij voor de eerste keer jumping Waregem. Daarnaast neemt hij ook nog regelmatig deel aan verschillende CSI2* wedstrijden. Wij spraken met hem over jumping Antwerpen, jumping Waregem en over hoe hij erin slaagt zijn drukke professionele leven met een sportcarrière te combineren.

Jullie besloten dit jaar om de stekker uit Jumping  Antwerpen te trekken. Vanwaar die beslissing?

Eigenlijk vrij simpel: het was omwille van een samenloop van omstandigheden niet meer mogelijk. We hebben deze wedstrijd gedurende negen jaar met hart en ziel georganiseerd, maar het werd alsmaar moeilijker om de juiste locatie voor onze jumping te vinden. Door de vele wegenwerken in de Antwerpse binnenstad, werd het steeds moeilijker om effectief een plaats te vinden die goed bereikbaar was voor iedereen. De locatie die we vorig jaar hadden, was op zich niet slecht maar voldeed niet helemaal aan onze hoge eisen. De mobiliteitsproblematiek die er dan nog eens bijkwam, heeft ons uiteindelijk doen beslissen om de stekker uit Jumping Antwerpen te trekken.

Dit betekent duidelijk niet dat je bij de pakken blijft neerzitten. Je hebt alweer een nieuwe wedstrijd op de kalender geplaatst: jumping Waregem. Is deze wedstrijd vergelijkbaar met jumping Antwerpen?

Op sportief vlak proberen we zeker een vergelijkbare wedstrijd te maken. Beide concours zijn vijfsterrenwedstrijden. In Waregem zullen echter ook rubrieken voor jonge paarden georganiseerd worden. We zullen ook op twee pistes werken om meer combinaties de kans te geven om hier aan de start te komen. In Waregem is ook meer plaats, wat automatisch resulteert in meer mogelijkheden. Op het grote middenplein van de hippodroom zal het centrum van het evenement te vinden zijn. Achter het grote centrum van Sport Vlaanderen zal de inrijpiste liggen en zal er ook plaats gemaakt worden om al de vrachtwagens te parkeren. Het is sowieso makkelijker om al het logistieke op deze locatie te regelen aangezien de locatie er nu eenmaal beter voor uitgerust is. We gaan ook altijd op zoek naar unieke locaties en ik denk dat we die met de hippodroom gevonden hebben. We krijgen ook enorm veel steun van de stad en van de provincie West-Vlaanderen wat je als organisator natuurlijk altijd een extra duwtje in de rug geeft.

Je bent naast een drukbezet zakenman ook nog  ruiter. Hoe slaag je erin om beide met elkaar te  combineren?

Vroeg opstaan en laat gaan slapen (lacht). Nee, dit jaar stond de sport sowieso op een laag pitje aangezien ik pech heb gehad met enkele blessures en virussen bij enkele paarden. Dit begint nu eindelijk te stabiliseren maar ik moet natuurlijk stilletjes terug opbouwen. Ik denk dat als je iets graag genoeg doet, je er sowieso tijd voor kan maken. “Geen tijd hebben” is dan ook iets wat niet in mijn woordenboek staat. Ik denk dat je bepaalde keuzes moet maken als je een professionele carrière met een sportcarrière wil combineren, maar het is zeker niet onmogelijk. Ik maak graag tijd vrij voor mijn paarden en dat is ook iets wat ik wil blijven doen.

Je hebt al veel bereikt op 29-jarige leeftijd. Heb je nog specifieke doelen in je carrière?

Ik zal nooit professioneel ruiter zijn en dat besef ik ook. Voor mij is paardrijden meer een uit de hand gelopen hobby. Voor mij draait eigenlijk alles om plezier. Als ik nog een tijdje kan meedraaien op CSI2* niveau en hier plezier in blijf hebben, is mijn doel al lang bereikt. Als ik  mij niet meer amuseer tijdens het rijden, houdt het voor mij op maar dat is nog lang niet het geval. Ik amuseer mij nog te goed, zowel met jonge paarden, waar je de ‘knopjes’ nog moet opzetten als met iets oudere paarden waarmee ik hogere rubrieken kan springen. Zolang ik een gezonde balans tussen mijn werk, mijn sport en mijn privéleven kan houden, ben ik al lang tevreden.

Vorige Australië rekent op jong talent in Tryon Volgende Terugblikken op de eerste Summer Masters of Showjumping