De laatste maanden zijn er heel wat turbulente discussies ontstaan tussen verschillende partijen in de paardensport. Die turbulentie heeft er toe geleid dat diverse top organisatoren nu hen eigen ding verder ontwikkelen en samen spannen voor een vrijere uitvoering van hen activiteiten, een beleid zonder het FEI. Jan Tops (56), die in 1992 in Barcelona als springruiter olympisch goud behaalde, heeft zich ontpopt tot een dynamische paardenondernemer. Hij is een grote aandeelhouder van de Antwerpse vermogensbeheerder Merit Capital, die een sterke band heeft met de paardenwereld in ons land. Sinds 2008 organiseert Tops de Global Champions Tour, een regelmatigheidscriterium voor springruiters, gespreid over 15 tornooien. In 2015 vatte hij het idee op daar een teamcompetitie aan te koppelen, de Global Champions League, geïnspireerd op de formule 1 in de autosport. Mét de steun van zijn Amerikaanse zakenpartner Frank McCourt - die vorig jaar eigenaar werd van de Franse voetbalclub Olympique Marseille - en Qatarese financiers. Zijn formule? Tops organiseert de 15 tornooien op prestigieuze plekken als Monte Carlo, Miami, Sjanghai, Cannes, Rome en Doha. Hij heeft een voor de jumpingsport hoge prijzenpot van in totaal 10,5 miljoen euro, een tv-contract met Eurosport, trekt grote sponsors aan en vraagt van de teams 2 miljoen euro voor deelname aan zijn circuit. ‘Wat Bernie Ecclestone is voor de F1, is Tops voor de jumpingsport’, klinkt het. Er is veel interesse van kapitaalkrachtige partijen voor de sport. Tops wil die geldbron aanboren. In de teams van de Global Champions League zitten behalve echte topruiters ook ruiters uit gefortuneerde families die dure paarden kunnen kopen, maar niet meteen tot de wereldtop behoren. Ze betalen voor een plaats in de teams of zetten zelf een team op om te kunnen aantreden in toptornooien. In de teams van de Global Champions League vind je ruiters als Jessica Springsteen (nr. 55 van de wereld, dochter van de Amerikaanse rockartiest Bruce Springsteen), Georgina Bloomberg (nr. 135, dochter van de Amerikaanse mediamagnaat en voormalig New Yorkse burgemeester Michael Bloomberg), Athina Onassis (nr. 379, kleindochter en enige erfgename van de Griekse reder Aristoteles Onassis), Jennifer Gates (nr. 488, dochter van Microsoftmedeoprichter Bill Gates) en Marta Ortega Pérez (dochter van de Spaanse textielmagnaat Amancio Ortega). Wie de financiers van de teams in het circuit van Tops zijn, is onduidelijk.
Concurrentiewaakhond
Met zijn initiatief kwam Tops in botsing met de FEI, die met de Nations Cup zelf een teamcompetitie organiseert - voor landenploegen - en afkeurend stond tegenover het uitgesproken commerciële karakter van het Tops-event. De federatie dreigde met de schorsing van ruiters en officials die deelnemen aan de Global Champions League. Tops beschuldigde de FEI daarop van concurrentiebeperkende praktijken, trok met zijn klacht naar de Belgische Mededingingautoriteit - de spilvennootschappen van Tops zijn in België gevestigd - en kreeg in 2015 gelijk. De FEI was dus genoodzaakt met Tops om de tafel te gaan zitten. Eind 2016 vonden de twee een vergelijk. De modaliteiten werden geheim gehouden, maar lekten toch uit. Tops kreeg een grotere vrijheid om ruiters uit te nodigen. [caption id="attachment_28915" align="aligncenter" width="800"] Sfeer VIP LGCT Estoril[/caption] Dat schoot andere jumpingorganisatoren, die sowieso al de concurrentie van de Tops-tornooien vreesden in het verkeerde keelgat. Te meer omdat de FEI tegelijk ook benadrukte dat ruiters laten betalen voor tornooideelname niet toegestaan was. Dat was nochtans een courante praktijk, zeker voor lager gerangschikte ruiters, hoewel in strijd met de FEI-regels. Het gebeurt via het kopen van viptafels of op een andere manier. Dat zou niet meer gedoogd worden? Terwijl Tops wel 2 miljoen euro mag vragen aan de teams - niet aan de ruiters weliswaar - voor deelname aan zijn competitie? De ongelijke behandeling veroorzaakte een revolte, waarin Stephan Conter het voortouw nam. Ingmar De Vos, sinds december 2014 voorzitter van de FEI, was de kop van Jut. De 53-jarige Kapellenaar is een vertrouweling van de voormalige liberale politicus Jacky Buchman, jaren een spilfiguur in het Belgische paardensportmilieu, en heeft ooit nog voor Tops gewerkt. De Vos werd verweten twee maten en twee gewichten te hanteren. Conter krijgt de steun van Johan Dejager (Osta Carpets), voorzitter van de vzw die de jumping in Antwerpen organiseert die tot vorig jaar deel uitmaakte van de Global Champions Tour van Tops. Maar aan de samenwerking is een einde gekomen. ‘Onze identiteit kwam in het gedrang door alle eisen die Global Champions Tour stelde’, zegt Dejager. ‘Tops is een geweldige ondernemer. Maar in de jumpingwereld moet iedereen aan bod kunnen komen. Daar moet de FEI over waken.’ ‘Jumping is een dure sport: de paarden, de verzorging, de verplaatsingen, de trucks. Het tornooigeld is geen grote uitgave. Voor de organisatoren is het wel een bron van inkomsten die hun rekening kan doen kloppen. Wij organiseren een showroom voor de paardenhandelaars. Het is normaal dat wij daar voor worden betaald.’Gefortuneerde amateurs
Wat vinden de ruiters zelf van de rel? ‘De jumpingsport is duur geworden. Als je kan meedingen naar een hoger prijzengeld, moet je dat doen. Het is in onze sport niet zoals in het wielrennen, waar de renners betaald worden met het geld van de teamsponsors. Je kan niet alleen maar wedstrijden rijden voor je land, voor de eer, als daar weinig mee te verdienen valt, zoals in de Nations Cup.’ Ludo Philippaerts, een andere voormalige topruiter die furore maakte met het legendarische paard Darco en na zijn carrière een eigen stoeterij begon in Meeuwen-Gruitrode, heeft zijn talent doorgegeven aan zijn tweelingzonen Nicola en Olivier. Beiden draaien mee aan de wereldtop. Zij zijn ook actief in de Global Champions League, in verschillende teams. ‘Het initiatief van Tops heeft onze sport naar een hoger niveau getild. Daardoor is er meer geld in de sport gekomen. En hij heeft andere organisatoren wakkergeschud.’ Philippaerts geeft toe dat de toegang tot de sport voor gewone ruiters moeilijker wordt. ‘Je moet in een team geraken. Tops houdt meer plaatsen vrij voor gefortuneerde amateurs. Er zijn er wel bij die al een aardig niveau hebben, omdat ze goede paarden kunnen kopen. Het is dubbel. Geldschieters komen met een eigen team om hun zonen of dochters te laten deelnemen, ook al zijn die geen topatleten. Maar ze steken wel geld in de jumpingsport. En wij hebben die mensen ook nodig: ze kopen onze paarden.’ Vorige maand was er in Zwitserland een verzoeningsvergadering met alle betrokkenen. Daar is afgesproken dat de FEI tegen begin 2018 nieuwe regels uitwerkt die rekening houden met de belangen van alle partijen. ‘Het was een goede vergadering’, zegt De Vos. ‘We hebben de pijnpunten overlopen en bekeken hoe we die kunnen oplossen. Ons standpunt is dat op een topevent de meeste ruiters er moeten zijn wegens hun verdiensten. Maar we begrijpen de zorg van de organisatoren dat hun tornooi financieel leefbaar moet zijn.’Ondernemers
Conter vraagt meer vrijheid voor álle organisatoren. Hij stelt voor dat de strikte regels van de FEI enkel zouden gelden voor de officiële tornooien die onder haar auspiciën vallen, zoals de World Cup voor individuele ruiters en de Nations Cup voor landenteams. Voor andere concours moet er meer soepelheid komen. ‘Wij zijn ondernemers, geef ons de vrijheid om te creëren en te groeien. ‘We zullen er heus wel op toezien dat het sportieve niet wordt weggedrukt door de commerciële aspecten. Daar hebben we zelf alle belang bij.’De laatste maanden zijn er heel wat turbulente discussies ontstaan tussen verschillende partijen in de paardensport. Die turbulentie heeft er toe geleid dat diverse top organisatoren nu hen eigen ding verder ontwikkelen en samen spannen voor een vrijere uitvoering van hen activiteiten, een beleid zonder het FEI. Jan Tops (56), die in 1992 in Barcelona als springruiter olympisch goud behaalde, heeft zich ontpopt tot een dynamische paardenondernemer. Hij is een grote aandeelhouder van de Antwerpse vermogensbeheerder Merit Capital, die een sterke band heeft met de paardenwereld in ons land. Sinds 2008 organiseert Tops de Global Champions Tour, een regelmatigheidscriterium voor springruiters, gespreid over 15 tornooien. In 2015 vatte hij het idee op daar een teamcompetitie aan te koppelen, de Global Champions League, geïnspireerd op de formule 1 in de autosport. Mét de steun van zijn Amerikaanse zakenpartner Frank McCourt - die vorig jaar eigenaar werd van de Franse voetbalclub Olympique Marseille - en Qatarese financiers. Zijn formule? Tops organiseert de 15 tornooien op prestigieuze plekken als Monte Carlo, Miami, Sjanghai, Cannes, Rome en Doha. Hij heeft een voor de jumpingsport hoge prijzenpot van in totaal 10,5 miljoen euro, een tv-contract met Eurosport, trekt grote sponsors aan en vraagt van de teams 2 miljoen euro voor deelname aan zijn circuit. ‘Wat Bernie Ecclestone is voor de F1, is Tops voor de jumpingsport’, klinkt het. Er is veel interesse van kapitaalkrachtige partijen voor de sport. Tops wil die geldbron aanboren. In de teams van de Global Champions League zitten behalve echte topruiters ook ruiters uit gefortuneerde families die dure paarden kunnen kopen, maar niet meteen tot de wereldtop behoren. Ze betalen voor een plaats in de teams of zetten zelf een team op om te kunnen aantreden in toptornooien. In de teams van de Global Champions League vind je ruiters als Jessica Springsteen (nr. 55 van de wereld, dochter van de Amerikaanse rockartiest Bruce Springsteen), Georgina Bloomberg (nr. 135, dochter van de Amerikaanse mediamagnaat en voormalig New Yorkse burgemeester Michael Bloomberg), Athina Onassis (nr. 379, kleindochter en enige erfgename van de Griekse reder Aristoteles Onassis), Jennifer Gates (nr. 488, dochter van Microsoftmedeoprichter Bill Gates) en Marta Ortega Pérez (dochter van de Spaanse textielmagnaat Amancio Ortega). Wie de financiers van de teams in het circuit van Tops zijn, is onduidelijk.