Terwijl Jan Tops en FEI President Ingmar de Vos morgen in Valkenswaard een nieuw seizoen van de Longines Global Champions Tour en zijn team competitie gaan lanceren, zitten de ruiters en haar internationale spring commissie EEF ook niet stil. Onder aanvoering van Steve Guerdat en Henk Nooren zijn er zorgen ontstaan over de laatste ontwikkelingen in de springsport. “De internationale springsport dreigt een aangelegenheid van de superrijken te worden.” stelt Henk Nooren. Het was aanvankelijk KNHS voorzitter Theo Ploegmakers die aan de noodrem trok en ondertussen de meeste Europese paardensportbestuurders achter hem heeft staan. Ook vele internationale top ruiters steunen de inzet van de EEF om de toekomst van de paardensport te redden. De oorzaak van het conflict is het Memorandum Of Understanding (MOU). Dat de FEI achter geheime deuren met Jan Tops heeft ondertekend. Toen er geruchten kwamen van deze MOU hebben sportorganisaties druk uitgeoefend op de FEI om het geheime contract bekend te maken. Opmerkelijke is dat de EEF en alle bonden al bijna 4 jaar werken aan een goed systeem om uitnodigingen voor internationale wedstrijden te regelen. In deze nog niet ondertekende overeenkomst is besloten dat: 60 procent van het deelnemersveld in CSI2, CSI3, CSI4 en CSI5 -wedstrijden afkomstig moet zijn van de wereldranglijst (top-down), 20% met wildcards en de resterende 20% is op uitnodiging van de organisatie. In het het geheime MOU verdrag gaat dit systeem helemaal op de schop. Niet 60% top down, maar slechts 30%. Van de top 250 moet de andere 30% komen en een magere 10% krijgt een FEI wildcard. De resterende 30% is op "invite" en zal waarschijnlijk naar ruiters van sponsoren gaan die flink de portemonnee trekken. Het resultaat bij GCT wedstrijden zal dan ook zijn dat de ruiters van de team league overal starten. Want het zijn hun sponsoren die de 2 miljoen euro op jaarbasis voor Global Champions League bijeenbrengen. Een tweede belangrijk punt is het "harmoniseren" van de verschillende systemen omtrent inschrijfgelden. In Europa is het een vast bedrag dat door federatie is bepaald. Het Amerikaans model schaalt mee met het prijzengeld. Hoe meer prijzengeld, hoe hoger de kosten. Overname van dit systeem zou volgens Nooren rampzalige gevolgen hebben. “Het kost nu rond de 400 euro per paard om deel te nemen. In het nieuwe systeem kan dat oplopen tot misschien wel 1500 euro" stelt Nooren. "Het maakt de sport onbetaalbaar voor de gewone jongens en dan hebben we straks alleen de elite over." Lees hier meer over het standpunt van de EEM en de MOU.
Terwijl Jan Tops en FEI President Ingmar de Vos morgen in Valkenswaard een nieuw seizoen van de Longines Global Champions Tour en zijn team competitie gaan lanceren, zitten de ruiters en haar internationale spring commissie EEF ook niet stil. Onder aanvoering van Steve Guerdat en Henk Nooren zijn er zorgen ontstaan over de laatste ontwikkelingen in de springsport. “De internationale springsport dreigt een aangelegenheid van de superrijken te worden.” stelt Henk Nooren. Het was aanvankelijk KNHS voorzitter Theo Ploegmakers die aan de noodrem trok en ondertussen de meeste Europese paardensportbestuurders achter hem heeft staan. Ook vele internationale top ruiters steunen de inzet van de EEF om de toekomst van de paardensport te redden. De oorzaak van het conflict is het Memorandum Of Understanding (MOU). Dat de FEI achter geheime deuren met Jan Tops heeft ondertekend. Toen er geruchten kwamen van deze MOU hebben sportorganisaties druk uitgeoefend op de FEI om het geheime contract bekend te maken. Opmerkelijke is dat de EEF en alle bonden al bijna 4 jaar werken aan een goed systeem om uitnodigingen voor internationale wedstrijden te regelen. In deze nog niet ondertekende overeenkomst is besloten dat: 60 procent van het deelnemersveld in CSI2, CSI3, CSI4 en CSI5 -wedstrijden afkomstig moet zijn van de wereldranglijst (top-down), 20% met wildcards en de resterende 20% is op uitnodiging van de organisatie. In het het geheime MOU verdrag gaat dit systeem helemaal op de schop. Niet 60% top down, maar slechts 30%. Van de top 250 moet de andere 30% komen en een magere 10% krijgt een FEI wildcard. De resterende 30% is op "invite" en zal waarschijnlijk naar ruiters van sponsoren gaan die flink de portemonnee trekken. Het resultaat bij GCT wedstrijden zal dan ook zijn dat de ruiters van de team league overal starten. Want het zijn hun sponsoren die de 2 miljoen euro op jaarbasis voor Global Champions League bijeenbrengen. Een tweede belangrijk punt is het "harmoniseren" van de verschillende systemen omtrent inschrijfgelden. In Europa is het een vast bedrag dat door federatie is bepaald. Het Amerikaans model schaalt mee met het prijzengeld. Hoe meer prijzengeld, hoe hoger de kosten. Overname van dit systeem zou volgens Nooren rampzalige gevolgen hebben. “Het kost nu rond de 400 euro per paard om deel te nemen. In het nieuwe systeem kan dat oplopen tot misschien wel 1500 euro" stelt Nooren. "Het maakt de sport onbetaalbaar voor de gewone jongens en dan hebben we straks alleen de elite over." Lees hier meer over het standpunt van de EEM en de MOU.