Na een maandenlange blessurepauze kijkt hij er enorm naar uit om weer te schitteren in Mechelen. Samen met Intermezzo betreedt hij voor het eerst sinds hun indrukwekkende prestatie op de Olympische Spelen opnieuw de wedstrijdring.
We spraken met hem over de aanstaande FEI Dressage World Cup en de bewonderenswaardige opmars van de Belgische dressuursport.
Wat vind je van het deelnemersveld van de FEI Dressage World Cup in Mechelen dit jaar?
“Indrukwekkend, dat is zeker. Met namen als Dinja Van Liere, Nanna Skodborg Merrald, Bianca Nowag-Aulenbrock en Dorothee Schneider krijgt het publiek prachtige sport te zien. Ook onze Belgen zullen daar zeker aan bijdragen. Denk bijvoorbeeld aan Larissa Pauluis, die momenteel de sterren van het dak rijdt.”
Hoe kijk je naar je eigen deelname?
“Toch een beetje met een dubbel gevoel. Na een val van de trap brak ik een aantal maanden geleden mijn schouder. Het was een uitdaging om mezelf en Intermezzo van het Meerdaalhof (BWP) op tijd klaar te stomen voor Mechelen. Dit is onze eerste wedstrijd sinds Parijs, en dat is dus alweer een tijdje geleden. Intermezzo heeft ondertussen helemaal genoeg van onze pauze. Hij is een echt competitiebeest en wil de ring weer in. Al maanden werpt hij me op stal een vragende blik toe. Hij begrijpt niet waarom we nog steeds niet de vrachtwagen instappen om op wedstrijd te gaan.”
Hij is niet voor niets de trots van de Belgische dressuurfokkerij natuurlijk.
“Absoluut. Met die mentaliteit werd hij het eerste Belgische paard ooit dat een FEI Dressage World Cup wist te winnen. Het raakt me echt dat hij zijn fokkers zo gelukkig kan maken. We denken als bescheiden Belgen vaak dat we met onze fokproducten, of met een minder opvallend jong paard, niet zo ver kunnen geraken. Maar dat is niet waar. Door je paard goed op te leiden en doorheen alle ups-and-downs in jezelf te blijven geloven, is er zoveel mogelijk. Ik hoor wel eens van andere dressuurruiters dat het verhaal van Intermezzo en mij hen inspireert om voor hun grote sportdroom te gaan. Sommigen zeggen zelfs dat het hen heeft aangezet om Grand Prix te rijden. Dat is voor mij de grootste kroon op ons werk.
We zien trouwens dat steeds meer Belgen starten op Grand Prix-niveau, een stap die veel talentvolle ruiters in het verleden niet durfden zetten. Dat kan de komende jaren echt een extra boost geven aan de Belgische dressuursport.”
Na een maandenlange blessurepauze kijkt hij er enorm naar uit om weer te schitteren in Mechelen. Samen met Intermezzo betreedt hij voor het eerst sinds hun indrukwekkende prestatie op de Olympische Spelen opnieuw de wedstrijdring.
We spraken met hem over de aanstaande FEI Dressage World Cup en de bewonderenswaardige opmars van de Belgische dressuursport.
Wat vind je van het deelnemersveld van de FEI Dressage World Cup in Mechelen dit jaar?
“Indrukwekkend, dat is zeker. Met namen als Dinja Van Liere, Nanna Skodborg Merrald, Bianca Nowag-Aulenbrock en Dorothee Schneider krijgt het publiek prachtige sport te zien. Ook onze Belgen zullen daar zeker aan bijdragen. Denk bijvoorbeeld aan Larissa Pauluis, die momenteel de sterren van het dak rijdt.”
Hoe kijk je naar je eigen deelname?
“Toch een beetje met een dubbel gevoel. Na een val van de trap brak ik een aantal maanden geleden mijn schouder. Het was een uitdaging om mezelf en Intermezzo van het Meerdaalhof (BWP) op tijd klaar te stomen voor Mechelen. Dit is onze eerste wedstrijd sinds Parijs, en dat is dus alweer een tijdje geleden. Intermezzo heeft ondertussen helemaal genoeg van onze pauze. Hij is een echt competitiebeest en wil de ring weer in. Al maanden werpt hij me op stal een vragende blik toe. Hij begrijpt niet waarom we nog steeds niet de vrachtwagen instappen om op wedstrijd te gaan.”
Hij is niet voor niets de trots van de Belgische dressuurfokkerij natuurlijk.
“Absoluut. Met die mentaliteit werd hij het eerste Belgische paard ooit dat een FEI Dressage World Cup wist te winnen. Het raakt me echt dat hij zijn fokkers zo gelukkig kan maken. We denken als bescheiden Belgen vaak dat we met onze fokproducten, of met een minder opvallend jong paard, niet zo ver kunnen geraken. Maar dat is niet waar. Door je paard goed op te leiden en doorheen alle ups-and-downs in jezelf te blijven geloven, is er zoveel mogelijk. Ik hoor wel eens van andere dressuurruiters dat het verhaal van Intermezzo en mij hen inspireert om voor hun grote sportdroom te gaan. Sommigen zeggen zelfs dat het hen heeft aangezet om Grand Prix te rijden. Dat is voor mij de grootste kroon op ons werk.
We zien trouwens dat steeds meer Belgen starten op Grand Prix-niveau, een stap die veel talentvolle ruiters in het verleden niet durfden zetten. Dat kan de komende jaren echt een extra boost geven aan de Belgische dressuursport.”