Skip to content

Copyright

Maurice Van Roosbroeck: "Ik denk dat we ons gelukkig mogen prijzen dat we in België wonen."

Jean-Christophe de Grande startte de open brief over de heropstart van de paardensport na de corona. Mike Hazebroek volgde in de lijn, nu is het Maurice Van Roosbroeck die antwoord biedt. Van Roosbroeck start. alvast opgelucht dat hij Belg is.

In de eerste plaats denk ik dat we ons gelukkig mogen prijzen dat we in België wonen. In ons land worden er, in een normale situatie, enorm veel wedstrijden georganiseerd dus ik denk dat er aan ‘event-ervaring’ alvast geen gebrek is in ons Belgenlandje. Ik denk dan ook dat de competitie het best hervat zal worden in hippische centra die normaal gezien bijna wekelijks een concours organiseren. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan het Azelhof of Sentower Park. Deze organisatoren hebben het meest ervaring met het organiseren van wedstrijden en events. Zij zijn volgens mij bijgevolg de aangewezen personen om de competitie terug op gang te trekken en alles in goede banen te leiden. Bovendien beschikken deze hippische centra over een vast accomodatie. Zij zijn dus in de mogelijkheid om, eenmaal de regering groen licht geeft, onmiddellijk van start te gaan.

Daarnaast denk ik dat het een goed idee zou zijn om de wedstrijden over een hele week te spreiden om het aantal ruiters per dag te kunnen beperken. Zo zouden maandag tot en met donderdag voorbehouden kunnen blijven voor professionele ruiters en zouden de weekenddagen aan het recreatieve publiek gewijd kunnen worden. Ik vermoed dat het voor een professionele ruiter niet uitmaakt op welke dag hij kan springen, zolang de paarden maar terug in het werk komen. Mijn idee is om toch ook een soort van ‘concoursgevoel’ te creëren door ruiters doorheen de week één of twee kwalificaties te laten rijden en dan naar een finale toe te werken die dan op donderdag- of vrijdagnamiddag gereden kan worden. Ik denk dat het belangrijk is om het competitie-gevoel bij de ruiters terug aan te wakkeren en dit is volgens mij een goede manier om dat te doen.

Wat betreft het internationale seizoen vermoed ik dat we ons niet te veel illusies meer moeten maken. Ik denk dat het internationale seizoen best een jaar kan overslaan. Mogelijk zou er ook een regeling kunnen uitgewerkt worden voor topsporters, die regeling zou hen dan toelaten om, in het kader van de sport, toch van het ene naar het andere land te reizen. Ik twijfel echter of dat een goed idee is aangezien ze ook hun entourage en grooms meenemen. Eventueel zou er ook overeen gekomen kunnen worden dat enkel internationale ruiters die in België wonen aan ‘internationale’ wedstrijden mogen deelnemen. Op die manier behoud je toch ergens de controle. Volgens mij zullen de eerste internationale concours misschien wel in de winter kunnen plaatsvinden en zullen er bij aanvang vooral veel CSI2* competities op de agenda staan.

Hoe die concours er precies zullen uitzien, weet ik niet. Maar als ik zie wat er zich momenteel in de supermarkten afspeelt, denk ik dat het organiseren van een concours op korte termijn geen probleem mag zijn. Mensen en ruiters hebben zich snel aangepast aan de nieuwe situatie. Vroeger kon je jezelf niet voorstellen dat je ergens zou aankomen en de mensen geen hand zou geven. Nu is het raar als je daar wel aanstalten toe maakt. Ik denk dan ook dat als iedereen zijn gezond verstand gebruikt; de start van het wedstrijdseizoen niet meer te lang hoeft uit te blijven.

Tot slot wil ik ook nog toevoegen dat de Federatie haar verantwoordelijkheid in deze situatie moet nemen. Onze paardensport heeft de afgelopen jaren een enorme “boom’ gekend. Zij hebben hiervan hun graantje kunnen meepikken. We moeten echter beseffen dat de ‘economische crisis’ na de Coronacrisis nog moet komen: ruiters zullen verwacht worden weer inschrijvingsgelden te betalen terwijl ze de laatste maanden weinig of geen inkomsten zijn geweest. De KBRSF moet hier volgens mij met een oplossing komen.

Ik hoor volgende week graag de mening van Gunther Van Lent, Bert Prouvé of Wim Verwimp.

In de eerste plaats denk ik dat we ons gelukkig mogen prijzen dat we in België wonen. In ons land worden er, in een normale situatie, enorm veel wedstrijden georganiseerd dus ik denk dat er aan ‘event-ervaring’ alvast geen gebrek is in ons Belgenlandje. Ik denk dan ook dat de competitie het best hervat zal worden in hippische centra die normaal gezien bijna wekelijks een concours organiseren. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan het Azelhof of Sentower Park. Deze organisatoren hebben het meest ervaring met het organiseren van wedstrijden en events. Zij zijn volgens mij bijgevolg de aangewezen personen om de competitie terug op gang te trekken en alles in goede banen te leiden. Bovendien beschikken deze hippische centra over een vast accomodatie. Zij zijn dus in de mogelijkheid om, eenmaal de regering groen licht geeft, onmiddellijk van start te gaan.

Daarnaast denk ik dat het een goed idee zou zijn om de wedstrijden over een hele week te spreiden om het aantal ruiters per dag te kunnen beperken. Zo zouden maandag tot en met donderdag voorbehouden kunnen blijven voor professionele ruiters en zouden de weekenddagen aan het recreatieve publiek gewijd kunnen worden. Ik vermoed dat het voor een professionele ruiter niet uitmaakt op welke dag hij kan springen, zolang de paarden maar terug in het werk komen. Mijn idee is om toch ook een soort van ‘concoursgevoel’ te creëren door ruiters doorheen de week één of twee kwalificaties te laten rijden en dan naar een finale toe te werken die dan op donderdag- of vrijdagnamiddag gereden kan worden. Ik denk dat het belangrijk is om het competitie-gevoel bij de ruiters terug aan te wakkeren en dit is volgens mij een goede manier om dat te doen.

Wat betreft het internationale seizoen vermoed ik dat we ons niet te veel illusies meer moeten maken. Ik denk dat het internationale seizoen best een jaar kan overslaan. Mogelijk zou er ook een regeling kunnen uitgewerkt worden voor topsporters, die regeling zou hen dan toelaten om, in het kader van de sport, toch van het ene naar het andere land te reizen. Ik twijfel echter of dat een goed idee is aangezien ze ook hun entourage en grooms meenemen. Eventueel zou er ook overeen gekomen kunnen worden dat enkel internationale ruiters die in België wonen aan ‘internationale’ wedstrijden mogen deelnemen. Op die manier behoud je toch ergens de controle. Volgens mij zullen de eerste internationale concours misschien wel in de winter kunnen plaatsvinden en zullen er bij aanvang vooral veel CSI2* competities op de agenda staan.

Hoe die concours er precies zullen uitzien, weet ik niet. Maar als ik zie wat er zich momenteel in de supermarkten afspeelt, denk ik dat het organiseren van een concours op korte termijn geen probleem mag zijn. Mensen en ruiters hebben zich snel aangepast aan de nieuwe situatie. Vroeger kon je jezelf niet voorstellen dat je ergens zou aankomen en de mensen geen hand zou geven. Nu is het raar als je daar wel aanstalten toe maakt. Ik denk dan ook dat als iedereen zijn gezond verstand gebruikt; de start van het wedstrijdseizoen niet meer te lang hoeft uit te blijven.

Tot slot wil ik ook nog toevoegen dat de Federatie haar verantwoordelijkheid in deze situatie moet nemen. Onze paardensport heeft de afgelopen jaren een enorme “boom’ gekend. Zij hebben hiervan hun graantje kunnen meepikken. We moeten echter beseffen dat de ‘economische crisis’ na de Coronacrisis nog moet komen: ruiters zullen verwacht worden weer inschrijvingsgelden te betalen terwijl ze de laatste maanden weinig of geen inkomsten zijn geweest. De KBRSF moet hier volgens mij met een oplossing komen.

Ik hoor volgende week graag de mening van Gunther Van Lent, Bert Prouvé of Wim Verwimp.

Vorige Ingmar de Vos: "We kunnen en moeten ervoor zorgen dat we allemaal samenwerken om oplossingen te vinden." Volgende Pony en amazone aangereden: “Een man hoorde het gebeuren”