“Wanneer en hoe ik ben begonnen met speaken?,” lacht Ben. “Ik denk dat ik een jaar of veertien geweest moet zijn. Ik was voor de eerste keer speaker in de club waar ik al sinds mijn vijfde reed. Er werd op dat moment een ponytoernooi georganiseerd en ik wilde het speaken ook wel eens proberen. Ik had op mijn veertiende toen al het gevoel dat dit echt iets voor mij was en de speaker van mijn ponyclub heeft mij dan echt onder haar vleugels genomen. Ik ben er dan ook meteen met vol enthousiasme voor gegaan”.
Niemand is uiteraard zo enthousiast als jij. “(Lacht) Nee, waarschijnlijk niet. Maar ik heb toen aan de vaste speaker gevraagd of ik het ook niet eens mocht proberen en zij stelde mij voor om op zaterdag in de namiddag eens te proberen als zij er ook was. Ik heb die kans toen gegrepen en ik voelde meteen dat het speaker iets was wat ik echt leuk vond. Ook bij de mensen van de ponyclub viel mijn ‘performance’ blijkbaar in de smaak want ik mocht de volgende dag direct terugkomen. De vaste speaker stelde toen voor dat ik het ochtendprogramma voor mijn rekening zou nemen maar er was zo veel sfeer en ambiance die dag dat ik de dag helemaal heb mogen uitspeaken”.
Van de ponyclub naar Jumping Mechelen lijkt mij een lange weg… “Klopt, tijdens het eerste jaar was ik ook echt afhankelijk van mond-aan-mond-reclame. Ik heb dat eerste jaar veel oefenjumpings gedaan en ik heb ook veel in de club gewerkt. Op een bepaald moment heeft Mike van Azelhof mij dan gecontacteerd om te vragen of ik ook in Lier speaker wou zijn. Toen is de bal eigenlijk echt aan het rollen gegaan. Uiteindelijk heb ik dan ongeveer een jaar later een mail van het organiserend comité gekregen waarin ze vroeg of ik ook speaker op Jumping Mechelen wilde zijn. Ik denk dat ik toen een vreugdedansje van geluk heb gedaan”.
Je studeert nog dus ik veronderstel dat de financiële kater die je aan het coronavirus overhoudt minder groot zal zijn? “Ja, ik studeer inderdaad nog. Voor mij is speaken ook geen beroep, eerder een uit de hand gelopen hobby of een ‘next level studentenjob’. Het ergste aan deze situatie vind ik eigenlijk dat ik al mijn vrienden van de jumping moet missen. We werken altijd nauw samen en normaal ziet iedereen elkaar elk weekend. Dat mis ik uiteraard. Ik besef ook dat er anderen zijn die inderdaad financieel veel harder getroffen worden door het Coronavirus dan ik dus ik vind het in eerste instantie vooral super erg voor hen. Ondertussen heb ik ook meer tijd om mij bezig te houden met andere dingen waar ik anders minder tijd voor heb, mijn studies bijvoorbeeld (lacht). Ik vind het ook wel eens leuk om meer thuis te zijn en mij met de paarden bezig te houden”.
“Ik hoop vooral dat we zo snel mogelijk terug van start kunnen gaan. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat Knokke Hippique kan doorgaan, aangezien dit één van mijn lievelingsconcours is. Welke nog? Euhm, ik vind Mechelen altijd super leuk om te doen. Dit is voor mij echt de afsluiter van het jaar. Daarnaast heb ik pas nog een concours in De Peelbergen gespeakt samen met Matt Milin. We werken vaak samen en zijn ondertussen ook goede vrienden geworden. Maar eigenlijk doe ik elk concours graag. Ik zal even enthousiast zijn op een regionaal als op een internationaal concours en ik zal mijn job met evenveel passie uitvoeren”.
Ik heb gehoord dat Matt je in Knokke ooit voor een voldongen feit heeft gesteld… “‘(Lacht) Ja, dat was denk ik één van de meest stressvolle momenten van mijn leven. Op een bepaald moment kwam Matt Milin mij halen omdat hij ‘iemand nodig had om interviews van ruiters af te nemen in de piste’ tijdens de CSI5* Grand Prix van Knokke. Er was een cameraploeg aanwezig en ik had een lijstje gekregen van ruiters die ik mocht interviewen. Matt had mij verteld dat ze een filmpje zouden maken van dat interview met die ruiter maar dat dit niet live was, alles zou dus opnieuw gedaan kunnen worden als het interview niet goed was”.Maar… “Ik was al in volle stress omdat ik niet direct een ruiter vond die aan het interview wilde meewerken. Ik was 17 jaar, begon zenuwachtig te worden en ik zag dat de cameraploeg ook wat nerveus begonnen te worden. Uiteindelijk heeft Jos Verlooy mij uit de nood geholpen. Ik zag hem lopen, wist dat ik nog maar twee minuten had om iemand te vinden en hij wilde uiteindelijk wel meewerken. Ik weet nog dat de cameraploeg begon af te tellen, wat ik op zich wel raar vond, maar ik was nog altijd wat nerveus omdat het zoeken naar een ruiter maar op het laatste moment in orde was gekomen, dat ik helemaal stond te trillen. Ik zag op dat moment de cameraploeg naar Matt Millin ‘lippen’ - are you sure about this?- maar ik zocht er nog steeds niet al te veel achter en worstelde mij uiteindelijk op de één of andere manier door het interview. Later die avond, hoorde ik van Matt dat ik op dat moment eigenlijk live op eurosport was voor drie miljoen mensen. Ik denk dat het toen even zwart voor mijn ogen is geworden (lacht heel hard)”.
“Wanneer en hoe ik ben begonnen met speaken?,” lacht Ben. “Ik denk dat ik een jaar of veertien geweest moet zijn. Ik was voor de eerste keer speaker in de club waar ik al sinds mijn vijfde reed. Er werd op dat moment een ponytoernooi georganiseerd en ik wilde het speaken ook wel eens proberen. Ik had op mijn veertiende toen al het gevoel dat dit echt iets voor mij was en de speaker van mijn ponyclub heeft mij dan echt onder haar vleugels genomen. Ik ben er dan ook meteen met vol enthousiasme voor gegaan”.
Niemand is uiteraard zo enthousiast als jij. “(Lacht) Nee, waarschijnlijk niet. Maar ik heb toen aan de vaste speaker gevraagd of ik het ook niet eens mocht proberen en zij stelde mij voor om op zaterdag in de namiddag eens te proberen als zij er ook was. Ik heb die kans toen gegrepen en ik voelde meteen dat het speaker iets was wat ik echt leuk vond. Ook bij de mensen van de ponyclub viel mijn ‘performance’ blijkbaar in de smaak want ik mocht de volgende dag direct terugkomen. De vaste speaker stelde toen voor dat ik het ochtendprogramma voor mijn rekening zou nemen maar er was zo veel sfeer en ambiance die dag dat ik de dag helemaal heb mogen uitspeaken”.
Van de ponyclub naar Jumping Mechelen lijkt mij een lange weg… “Klopt, tijdens het eerste jaar was ik ook echt afhankelijk van mond-aan-mond-reclame. Ik heb dat eerste jaar veel oefenjumpings gedaan en ik heb ook veel in de club gewerkt. Op een bepaald moment heeft Mike van Azelhof mij dan gecontacteerd om te vragen of ik ook in Lier speaker wou zijn. Toen is de bal eigenlijk echt aan het rollen gegaan. Uiteindelijk heb ik dan ongeveer een jaar later een mail van het organiserend comité gekregen waarin ze vroeg of ik ook speaker op Jumping Mechelen wilde zijn. Ik denk dat ik toen een vreugdedansje van geluk heb gedaan”.
Je studeert nog dus ik veronderstel dat de financiële kater die je aan het coronavirus overhoudt minder groot zal zijn? “Ja, ik studeer inderdaad nog. Voor mij is speaken ook geen beroep, eerder een uit de hand gelopen hobby of een ‘next level studentenjob’. Het ergste aan deze situatie vind ik eigenlijk dat ik al mijn vrienden van de jumping moet missen. We werken altijd nauw samen en normaal ziet iedereen elkaar elk weekend. Dat mis ik uiteraard. Ik besef ook dat er anderen zijn die inderdaad financieel veel harder getroffen worden door het Coronavirus dan ik dus ik vind het in eerste instantie vooral super erg voor hen. Ondertussen heb ik ook meer tijd om mij bezig te houden met andere dingen waar ik anders minder tijd voor heb, mijn studies bijvoorbeeld (lacht). Ik vind het ook wel eens leuk om meer thuis te zijn en mij met de paarden bezig te houden”.
“Ik hoop vooral dat we zo snel mogelijk terug van start kunnen gaan. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat Knokke Hippique kan doorgaan, aangezien dit één van mijn lievelingsconcours is. Welke nog? Euhm, ik vind Mechelen altijd super leuk om te doen. Dit is voor mij echt de afsluiter van het jaar. Daarnaast heb ik pas nog een concours in De Peelbergen gespeakt samen met Matt Milin. We werken vaak samen en zijn ondertussen ook goede vrienden geworden. Maar eigenlijk doe ik elk concours graag. Ik zal even enthousiast zijn op een regionaal als op een internationaal concours en ik zal mijn job met evenveel passie uitvoeren”.
Ik heb gehoord dat Matt je in Knokke ooit voor een voldongen feit heeft gesteld… “‘(Lacht) Ja, dat was denk ik één van de meest stressvolle momenten van mijn leven. Op een bepaald moment kwam Matt Milin mij halen omdat hij ‘iemand nodig had om interviews van ruiters af te nemen in de piste’ tijdens de CSI5* Grand Prix van Knokke. Er was een cameraploeg aanwezig en ik had een lijstje gekregen van ruiters die ik mocht interviewen. Matt had mij verteld dat ze een filmpje zouden maken van dat interview met die ruiter maar dat dit niet live was, alles zou dus opnieuw gedaan kunnen worden als het interview niet goed was”.Maar… “Ik was al in volle stress omdat ik niet direct een ruiter vond die aan het interview wilde meewerken. Ik was 17 jaar, begon zenuwachtig te worden en ik zag dat de cameraploeg ook wat nerveus begonnen te worden. Uiteindelijk heeft Jos Verlooy mij uit de nood geholpen. Ik zag hem lopen, wist dat ik nog maar twee minuten had om iemand te vinden en hij wilde uiteindelijk wel meewerken. Ik weet nog dat de cameraploeg begon af te tellen, wat ik op zich wel raar vond, maar ik was nog altijd wat nerveus omdat het zoeken naar een ruiter maar op het laatste moment in orde was gekomen, dat ik helemaal stond te trillen. Ik zag op dat moment de cameraploeg naar Matt Millin ‘lippen’ - are you sure about this?- maar ik zocht er nog steeds niet al te veel achter en worstelde mij uiteindelijk op de één of andere manier door het interview. Later die avond, hoorde ik van Matt dat ik op dat moment eigenlijk live op eurosport was voor drie miljoen mensen. Ik denk dat het toen even zwart voor mijn ogen is geworden (lacht heel hard)”.